Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com

Vertaling van "rede stehende bestimmung " (Duits → Nederlands) :

Die in Rede stehende Bestimmung ist also die Übernahme von Artikel 29 Buchstabe b des Gemeinschaftspatentübereinkommens, wobei aber der geographische Anwendungsbereich (« zur Anwendung im Gebiet der Vertragsstaaten anzubieten ») dementsprechend angepasst wurde (« zur Anwendung auf belgischem Staatsgebiet anzubieten »).

De in het geding zijnde bepaling is derhalve de overname van artikel 29, b), van het Verdrag van Luxemburg, met dien verstande dat het geografische toepassingsgebied (« voor toepassing op de grondgebieden van de Verdragsluitende Staten aan te bieden ») dienovereenkomstig is aangepast (« voor toepassing op Belgisch grondgebied aan te bieden »).


Der vorlegende Richter fragt, ob die in Rede stehende Bestimmung mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung vereinbar sei, insofern sie « zur Folge hat, dass eine Person, die sich in einem Zustand des gesetzlichen Rückfalls im Sinne von Artikel 56 Absatz 2 des Strafgesetzbuches befindet und durch das Korrektionalgericht wegen eines mit Zuchthausstrafe von fünfzehn bis zu zwanzig Jahren bedrohten Verbrechens, das korrektionalisiert worden ist, verurteilt wird, eine bedingte Freilassung erst dann beanspruchen kann, wenn sie zwei Drittel ihrer Strafe verbüßt hat, während eine Person, die wegen des gleichen Verbrechens, das unter den gleichen ...[+++]

De verwijzende rechter vraagt of de in het geding zijnde bepaling bestaanbaar is met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre zij « tot gevolg heeft dat een persoon die zich in staat van wettelijke herhaling bevindt in de zin van artikel 56, tweede lid, van het Strafwetboek en die door de correctionele rechtbank wordt veroordeeld wegens een met opsluiting van vijftien tot twintig jaar strafbare misdaad die is gecorrectionaliseerd, pas aanspraak kan maken op een voorwaardelijke invrijheidstelling nadat hij twee derden van zijn straf heeft ondergaan, terwijl een persoon die wegens dezelfde misdaad die in dezelfde omstandigheden is ...[+++]


Der vorlegende Richter fragt, ob die in Rede stehende Bestimmung mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung vereinbar sei, insofern die darin enthaltenen Verpflichtungen und Sanktionen nur auf gebührenpflichtige SMS-Dienste Anwendung fänden, unter Ausschluss der nicht gebührenpflichtigen SMS-Dienste.

De verwijzende rechter vraagt of de in het geding zijnde bepaling bestaanbaar is met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre de daarin vervatte verplichtingen en sancties enkel van toepassing zijn op betalende sms-diensten, met uitsluiting van niet-betalende sms-diensten.


In der vorliegenden Rechtssache stellt sich die Frage, ob die in Rede stehende Bestimmung gegen das Recht auf ein faires Verfahren verstößt, so wie es durch die Artikel 10 und 11 der Verfassung in Verbindung mit Artikel 6 der Europäischen Menschenrechtskonvention gewährleistet wird, indem ein Beschuldigter die Ratskammer bei der Regelung des Verfahrens nicht um zwingende Fristen für das Einreichen der Schriftsätze ersuchen könnte und das verspätete Einreichen von Schriftsätzen nicht mit Sanktionen verbunden werden könnte.

In de voorliggende zaak rijst de vraag of de in het geding zijnde bepaling afbreuk doet aan het recht op een eerlijk proces, zoals gewaarborgd door de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 6 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, doordat een inverdenkinggestelde de raadkamer bij de regeling van de rechtspleging niet om dwingende conclusietermijnen zou kunnen verzoeken en de laattijdigheid van conclusies niet met sancties zou kunnen worden verbonden.


Der Gerichtshof prüft Artikel 2bis des einleitenden Titels des Strafprozessgesetzbuches - die in der ersten Vorabentscheidungsfrage in Rede stehende Bestimmung - in der Auslegung des vorlegenden Richters, wonach Artikel 2 des Programmgesetzes (II) vom 27. Dezember 2006 sich nicht auf die Kosten und Honorare des Ad-hoc-Bevollmächtigten bezieht und diese daher nicht durch den Staat übernommen werden.

Het Hof onderzoekt artikel 2bis van de voorafgaande titel van het Wetboek van strafvordering, bepaling die in het geding is in de eerste prejudiciële vraag, in de interpretatie van de verwijzende rechter volgens welke de kosten en erelonen van de lasthebber ad hoc niet worden beoogd door artikel 2 van de programmawet (II) van 27 december 2006, en derhalve niet door de Staat ten laste worden genomen.


Zur Beantwortung der Vorabentscheidungsfragen hat der Gerichtshof noch zu prüfen, ob die in Rede stehende Bestimmung mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung vereinbar ist, insofern sie dem in erster Instanz freigesprochenen Angeklagten und dem zivilrechtlich Haftenden keine Verfahrensentschädigung in der Berufungsinstanz zu Lasten der Zivilpartei, die, obwohl sie die Strafverfolgung nicht selbst in Gang gesetzt hat, in Ermangelung jeder Rechtsmitteleinlegung seitens der Staatsanwaltschaft Berufung eingelegt hat, gewährt.

Om de prejudiciële vragen te beantwoorden dient het Hof nog na te gaan of de in het geding zijnde bepaling bestaanbaar is met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet in zoverre zij geen rechtsplegingsvergoeding in hoger beroep toekent aan de in eerste aanleg vrijgesproken beklaagde en aan de burgerrechtelijk aansprakelijke, ten laste van de burgerlijke partij die, hoewel zij niet zelf de strafvordering op gang heeft gebracht, hoger beroep heeft ingesteld bij ontstentenis van enig beroep van het openbaar ministerie.


Der vorlegende Richter fragt den Gerichtshof, ob die in Rede stehende Bestimmung, ausgelegt in dem Sinne, dass es dem Richter nicht erlaubt sei, bei der Bestimmung der Enteignungsentschädigung die zu erwartenden Sanierungskosten in Abzug zu bringen, mit den Artikeln 10, 11 und 16 der Verfassung vereinbar sei.

De verwijzende rechter vraagt het Hof of de in het geding zijnde bepaling, in de interpretatie dat het de rechter niet is toegestaan om bij de bepaling van de onteigeningsvergoeding de te verwachten saneringskosten in mindering te brengen, bestaanbaar is met de artikelen 10, 11 en 16 van de Grondwet.


Obwohl der Gesetzgeber die Einwände der Verfassungswidrigkeit beheben wollte, die bereits während der Vorarbeiten zum Gesetz vom 14. April 2011 erhoben worden waren, ist die in Rede stehende Bestimmung unvereinbar mit den in den Vorabentscheidungsfragen erwähnten Verfassungs- und völkerrechtlichen Bestimmungen, die das Recht auf ein faires Verfahren und die Unabhängigkeit des Richters gewährleisten, da der Gesetzgeber die Beurteilungsbefugnis des zuständigen Richters ausdrücklich auf « die in § 1 Absatz 1 erwähnten formellen Anwendungsbedingungen » und die Frage, « ob der Täter den vorgeschlagenen Vergleich angenommen und eingehalten ha ...[+++]

Hoewel de wetgever heeft willen tegemoetkomen aan de bezwaren van ongrondwettigheid die reeds tijdens de parlementaire voorbereiding van de wet van 14 april 2011 waren geuit, is de in het geding zijnde bepaling niet bestaanbaar met de in de prejudiciële vragen vermelde grondwets- en internationaalrechtelijke bepalingen die het recht op een eerlijk proces en de onafhankelijkheid van de rechter waarborgen, nu de wetgever uitdrukkelijk de beoordelingsbevoegdheid van de bevoegde rechter heeft beperkt tot « de formele toepassingsvoorwaarden van § 1, eerste lid » en de vraag « of de dader de voorgestelde minnelijke schikking heeft aanvaard en ...[+++]


Der Gerichtshof wird gefragt, ob die in Rede stehende Bestimmung, dahin ausgelegt, dass die Kündigungsfristen für die « höheren Angestellten » nicht mittels eines kollektiven Arbeitsabkommens festgelegt werden könnten, in Verbindung mit Artikel 59 des Gesetzes vom 3. Juli 1978 und mit Artikel 5 des Gesetzes vom 5. Dezember 1968 über die kollektiven Arbeitsabkommen und die paritätischen Kommissionen, mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung vereinbar sei, indem die Kündigungsfristen für diese Angestellten nicht und diejenigen für Arbeiter wohl mittels eines kollektiven Arbeitsabkommens festgelegt werden könnten, und indem Vereinbarunge ...[+++]

Het Hof wordt gevraagd of de in het geding zijnde bepaling, in de interpretatie dat de opzeggingstermijnen voor de « hogere bedienden » niet bij collectieve arbeidsovereenkomst konden worden bepaald, in samenhang gelezen met artikel 59 van de wet van 3 juli 1978 en met artikel 5 van de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, bestaanbaar is met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, doordat de opzeggingstermijnen voor die bedienden niet en die voor arbeiders wel bij collectieve arbeidsovereenkomst konden worden vastgesteld, en doordat overeenkomsten betreffende opzeggingstermijnen ...[+++]


Die gleiche Schlussfolgerung gilt in Bezug auf den vorgeblichen Verstoß, den die klagende Partei den angefochtenen Bestimmungen vorwirft, gegen Artikel 92bis § 3 des Sondergesetzes vom 8. August 1980. Diese Bestimmung betrifft nämlich nicht die in Rede stehende Angelegenheit.

Diezelfde conclusie geldt met betrekking tot de aangevoerde schending, die de verzoekende partij aan de bestreden bepalingen toeschrijft, van artikel 92bis, § 3, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980.




Anderen hebben gezocht naar : in rede stehende bestimmung     in rede     rede stehende     diese bestimmung     rede stehende bestimmung     


datacenter (6): www.wordscope.be (v4.0.br)

'rede stehende bestimmung' ->

Date index: 2022-11-22
w