Vertaling van "nr 6 desselben rahmenbeschlusses ergeben " (Duits → Nederlands) :

C. in der Erwägung allerdings, dass Probleme bei der Anwendung aufgetreten sind, von denen einige spezifisch den Rahmenbeschluss 2002/584/JI betreffen und auf Lücken im Rahmenbeschluss – wie z. B. die Tatsache, dass nicht explizit eine Garantie der Grundrechte oder eine Prüfung der Verhältnismäßigkeit aufgenommen wurde – zurückzuführen sind, sowie auf Probleme, die sich aus der unvollständigen und uneinheitlichen Umsetzung des Rahmenbeschlusses ergeben; in der Erwägung, dass andere Probleme aufgrund der unvollständigen und unausgewogenen Entwicklung des Strafrechts innerhalb der EU auch bei anderen Rechtsinstrumenten zur gegenseitigen Anerkennung auftreten;
C. overwegende dat tijdens de toepassing ervan echter problemen zijn opgetreden, waarvan sommige specifiek voor Kaderbesluit 2002/584/JBZ en het gevolg van hiaten in het Kaderbesluit zijn, zoals het ontbreken van een expliciete verwijzing naar waarborgen van de grondrechten of een evenredigheidscontrole, alsook het gevolg van een onvolledige en inconsequente tenuitvoerlegging ervan; overwegende dat andere problemen ook voorkomen bij de reeks instrumenten voor wederzijdse erkenning vanwege de onvolledige en onevenwichtige ontwikkeling van de strafrechtelijke ruimte van de Unie;

Im Falle einer bejahenden Beantwortung der zweiten Frage würde sich der in der präjudiziellen Frage aufgeworfene Behandlungsunterschied indirekt aus Artikel 5 Nr. 3 des Rahmenbeschlusses in Verbindung mit Artikel 4 Nr. 6 desselben Rahmenbeschlusses ergeben, dessen verpflichtende Umsetzung ins innerstaatliche Recht das fragliche Gesetz darstellt.
Indien de tweede vraag bevestigend wordt beantwoord, zou het in de prejudiciële vraag opgeworpen verschil in behandeling onrechtstreeks zijn oorsprong vinden in artikel 5, punt 3), van het kaderbesluit, in samenhang gelezen met artikel 4, punt 6), van hetzelfde kaderbesluit, waarvan de in het geding zijnde wet de verplichte omzetting vormt in het interne recht.

Ist der Europäische Haftbefehl, der zur Vollstreckung einer Verurteilung ausgestellt wurde, die in Abwesenheit ergangen ist, ohne dass die verurteilte Person vom Termin und vom Ort der Verhandlung unterrichtet wurde, und gegen die sie noch ein Rechtsmittel einlegen kann, nicht als ein Haftbefehl zur Vollstreckung einer Freiheitsstrafe oder einer freiheitsentziehenden Massregel der Sicherung im Sinne von Artikel 4 Nr. 6 des Rahmenbeschlusses 2002/584/JI des Rates der Europäischen Union vom 13. Juni 2002 über den Europäischen Haftbefehl und die Ubergabeverfahren zwischen den Mitgliedstaaten anzusehen, sondern als ein Haftbefehl zum Zwecke der Strafverfolgung im Sinne von Artikel 5 Nr. 3 desselben Rahmenbeschlusses?
Dient het Europees aanhoudingsbevel uitgevaardigd met het oog op de tenuitvoerlegging van een veroordeling die bij verstek is gewezen zonder dat de veroordeelde in kennis is gesteld van de plaats of de datum van de terechtzitting en waartegen die persoon nog over een rechtsmiddel beschikt, te worden beschouwd, niet als een aanhoudingsbevel met het oog op de tenuitvoerlegging van een vrijheidsstraf of een tot vrijheidsbeneming strekkende maatregel, in de zin van artikel 4, punt 6), van het kaderbesluit 2002/584/JBZ van de Raad van de Europese Unie van 13 juni 2002 betreffende het Europees aanhoudingsbevel en de procedures van overlevering tussen de lidstaten, maar wel als een aanhoudingsbevel met het oog op de instelling van strafvervolging, in de zin van artikel 5, punt 3), van hetzelfde kaderbesluit ?

1. Ist der Europäische Haftbefehl, der zur Vollstreckung einer Verurteilung ausgestellt wurde, die in Abwesenheit ergangen ist, ohne dass die verurteilte Person vom Termin und vom Ort der Verhandlung unterrichtet wurde, und gegen die sie noch ein Rechtsmittel einlegen kann, nicht als ein Haftbefehl zur Vollstreckung einer Freiheitsstrafe oder einer freiheitsentziehenden Massregel der Sicherung im Sinne von Artikel 4 Nr. 6 des Rahmenbeschlusses 2002/584/JI des Rates der Europäischen Union vom 13. Juni 2002 über den Europäischen Haftbefehl und die Ubergabeverfahren zwischen den Mitgliedstaaten anzusehen, sondern als ein Haftbefehl zum Zwecke der Strafverfolgung im Sinne von Artikel 5 Nr. 3 desselben Rahmenbeschlusses?
1. Dient het Europees aanhoudingsbevel uitgevaardigd met het oog op de tenuitvoerlegging van een veroordeling die bij verstek is gewezen zonder dat de veroordeelde in kennis is gesteld van de plaats of de datum van de terechtzitting en waartegen die persoon nog over een rechtsmiddel beschikt, te worden beschouwd, niet als een aanhoudingsbevel met het oog op de tenuitvoerlegging van een vrijheidsstraf of een tot vrijheidsbeneming strekkende maatregel, in de zin van artikel 4, punt 6), van het kaderbesluit 2002/584/JBZ van de Raad van de Europese Unie van 13 juni 2002 betreffende het Europees aanhoudingsbevel en de procedures van overlevering tussen de lidstaten, maar wel als een aanhoudingsbevel met het oog op de instelling van strafvervolging, in de zin van artikel 5, punt 3), van hetzelfde kaderbesluit ?

1. Die betroffene Person hat ein Recht darauf, dass die zuständige Behörde ihren Pflichten zur Berichtigung, Löschung oder Sperrung personenbezogenen Daten, die sich aus diesem Rahmenbeschluss ergeben, nachkommt.
1. De betrokkene heeft er recht op dat de bevoegde autoriteit haar plichten inzake het corrigeren, wissen of afschermen van persoonsgegevens, die uit dit kaderbesluit voortvloeien, nakomt.

vorzusehen, dass sich die Umsetzung des Rahmenbeschlusses auf keine der Verpflichtungen, die sich aus dem oben genannten Übereinkommen zur Beseitigung jeder Form von Rassendiskriminierung ergeben, nachteilig auswirkt,
ervoor zorgen dat de uitvoering van het kaderbesluit niet indruist tegen enige verplichting uit hoofde van het genoemde Internationaal Verdrag inzake de uitbanning van alle vormen van rassendiscriminatie;

Jeder Mitgliedstaat ergreift in Kohärenz mit seinem Strafensystem die erforderlichen Maßnahmen, um sicherzustellen, dass die in Artikel 6 Absatz 1 Buchstaben a) und b) des Übereinkommens von 1990 genannten Straftaten, wie sie sich aus Artikel 1 Buchstabe b) dieses Rahmenbeschlusses ergeben, mit Freiheitsstrafen belegt werden können, die im Hoechstmaß nicht unter vier Jahren liegen dürfen.
Elke lidstaat treft in samenhang met zijn strafstelsel de maatregelen die nodig zijn om ervoor te zorgen dat op de in artikel 6, lid 1, onder a) en b), van het Verdrag van 1990 bedoelde strafbare feiten, waarnaar verwezen wordt in artikel 1, onder b), van dit kaderbesluit, een vrijheidsstraf gesteld wordt, waarbij het strafmaximum ten minste vier jaar moet bedragen.

Das Parlament nahm im Juli desselben Jahres einen Bericht an, der wichtige Änderungen zum ursprünglichen Text des Rahmenbeschlusses enthielt und Inhalt und Zielsetzung des Übereinkommens des Europarats in weit stärkerem Maße entsprach.
In juli van hetzelfde jaar heeft het Parlement een verslag aangenomen met belangrijke wijzigingen ten opzichte van de oorspronkelijke tekst van het kaderbesluit, dat veel meer in overeenstemming was met de inhoud en de doelstellingen van de Overeenkomst van de Raad van Europa.

Was die Pauschalsumme betrifft, um die die annehmbaren Kosten der Gemeinden, die Zentrum einer Regionalgruppe sind, erhöht werden, ist in Artikel 10 § 2 Nr. 4 des Gesetzes vom 31. Dezember 1963 festgelegt, dass die Pauschalsumme, die der Gouverneur festlegt, nicht höher sein darf als 25 Prozent der annehmbaren Kosten, so wie sie sich aus Artikel 10 § 2 Nr. 2 desselben Gesetzes ergeben.
Wat de forfaitaire som betreft waarmee de in aanmerking komende kosten van de gemeenten-gewestelijke groepscentra worden verhoogd, bepaalt artikel 10, § 2, 4°, van de wet van 31 december 1963 dat de forfaitaire som die de gouverneur vaststelt niet hoger mag zijn dan de 25 pct. van de in aanmerking komende kosten, zoals zij voortvloeien uit artikel 10, § 2, 2°, van diezelfde wet.