6. fordert eine Neuausrichtung der landwirtschaftlichen Verfahren und der guten landwirtschaftlichen Praktiken (keine Bodenbearbeitung in Hangrichtung, Reaktivierung des Anbaus auf kleinen Flächen, Neuanpflanzung von Hecken, Anlage von Gräben, Niederwald) unter Anpassung an die Merkmale der Böden in jeder Region und die sozioökonomischen Verhältnisse der von der landwirtschaftlichen Tätigkeit abhängigen Bevölkerung und unter Einschränkung des Einsatzes schwerer Maschinen und Geräte;
6. dringt aan op herbezinning op de landbouwtechnieken en de beste werkwijzen in de landbouw (afschaffing van in heuvelrichting ploegen, herinvoering van kleinschalige teelten, herstel van hagen, greppels en kreupelhout), om ze aan te passen aan de kenmerken van de bodem van elke streek en de sociaal-economische omstandigheden van de bevolking die van de landbouw afhankelijk is, waarbij het gebruik van zware landbouwmachines wordt beperkt;
