12. stellt fest, dass der Vorsitzende, der Exekutivdirektor, die Mitglieder des Rates der Aufseher und die Verwaltungsratsmitglieder in der Lage sein sollten, unabhängig, objektiv und im Interesse der gesamten Europäischen Union zu handeln; ist der Ansicht, dass Pflichtbeiträge der zuständigen Behörden der Mitgliedstaaten im Widerspruch zur Unabhängigkeit der Europäischen Aufsichtsbehörden stehen könnten; ist der Ansicht, dass die bislang für die Europäischen Aufsichtsbehörden geltenden Finanzierungsregelungen, die auf einem national ausger
ichteten System der Mischfinanzierung beruhen, nicht ...[+++] umfassend genutzt werden und
nicht genügend Flexibilität für Perioden eines hohen kurzfristigen Bedarfs erlauben, die
nicht unbedingt von Dauer sein werden und am besten durch abgeordnete nationale Sachverständige zu bewältigen wären;
12. merkt op dat de voorzitter, de uitvoerend directeur en de leden
van de raad van toezicht en de raad van bestuur zich onafhankelijk en objectief moeten kunnen opstellen en in het belang van de Unie als geheel moeten kunnen handelen; is van mening dat de verplichte bijdrage van de bevoegde autoriteiten van de lidstaten strijdig kan zijn met de onafhankelijkheid van de ETA's; is van mening dat de huidige
regelingen voor de financiering van de ETA's, gebaseerd op een stelsel van gemengde en nationaal georiënteerde financiering, niet
...[+++] volledig zijn benut en niet voldoende flexibiliteit bieden voor periodes met grote kortetermijnbehoeften voor banen die niet nodig zijn op permanente basis en dus het best kunnen worden ingevuld door gedetacheerde nationale deskundigen;