4.2 . Können von Sattelanhängern mit einem K c-Faktor unter 0,8 die Vorschriften des Absatzes 4.1 nicht zusammen mit den Vorschriften gemäß Absatz 2.2.1.2 . von Anhang II erfuellt werden , so muß der Sattelanhänger die in Absatz 2.2.1.2.1 von Anhang II angegebene Mindestbremswirkung aufweisen und mit einem automatischen Blockierverhinderer ausgerüstet sein , der die Vorschriften von Anhang X mit Ausnahme der Kompatibilitätsbedingungen des Absatzes 1 des Anhangs X erfuellt ".
4.2.Indien aan de eisen van punt 4.1 niet kan worden voldaan in samenhang met de eisen van punt 2.2.1.2.1 van bijlage II voor wat betreft opleggers met en Kc-factor van minder dan 0,8, dan moet de oplegger de minimumremkracht bezitten voorgeschreven in punt 2.2.1.2.1 van bijlage II en voorzien zijn van een anti-blokkeringsinrichting die voldoet aan de eisen van bijlage X, met uitsluiting van de verenigbaarheidseis vermeld in punt 1 van genoemde bijlage..