(1) Die in Artikel 8 Absatz 1 genannten Zollpräferenzen finden Anwendung, sofern den betreffenden Waren eine Erklärung der in Artikel 17 Buchstabe b) genannten Behörden beiliegt, mit der bescheinigt wird, dass diese Waren in dem Ursprungsland im Einklang mit den in Artikel 14 Absatz 2 genannten Rechtsvorschriften hergestellt wurden.
1. De in artikel 8, lid 1, bedoelde tariefpreferenties zijn van toepassing op voorwaarde dat de betrokken producten vergezeld gaan van een door de in artikel 17, onder b), bedoelde autoriteiten afgegeven verklaring waaruit blijkt dat de betrokken producten in het land van oorsprong zijn vervaardigd onder omstandigheden die in overeenstemming zijn met de in artikel 14, lid 2, bedoelde wetgeving.