Der Hof wird über die Vereinbarkeit dieser Bestimmung mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung befragt, insoweit bei der Festlegung der Rangordnung der Kinder für den Fall, dass es mehrere Berechtigte gibt, die Gesamtheit der berechtigenden Kinder berücksichtigt wird, wenn die Berechtigten verheiratet sind oder wenn Personen unterschiedlichen Geschlechts einen Haushalt bilden, während dies nicht der Fall ist, wenn Personen gleichen Geschlechts, die nicht miteinander verwandt oder verschwägert sind, einen Haushalt bilden.
Het Hof wordt ondervraagd over de bestaanbaarheid van die bepaling met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre bij het bepalen van de rangregeling van de kinderen in
het geval waarin er meerdere bijslagtrekkenden zijn, rekening wordt gehouden met het geheel van de rechtgevende kinderen wanneer de bijslagtrekkenden gehuwd zijn of indien een huishouden wordt gevormd door personen van verschillend ge
slacht, terwijl dat niet het geval is indien een huishouden wordt gevormd door personen van hetzelfde geslacht die niet verwant of
...[+++] aanverwant zijn.