Vertaling van "machen muss inwieweit " (Duits → Nederlands) :

Es muss von vornherein darauf hingewiesen werden, dass die Mitgliedstaaten in den eingereichten Unterlagen keine Angaben dazu machen, inwieweit sie ihrer rechtlichen Verpflichtung nach Artikel 18 Absatz 4 der Richtlinie 2011/36/EU, die strafrechtliche Verfolgung von Nutzern von Opfern zu erwägen, nachgekommen sind.
Er dient op voorhand benadrukt te worden dat lidstaten in de aangeleverde informatie niet hebben uitgeweid over hoe zij tegemoetgekomen zijn aan de wettelijke verplichting om de strafbaarstelling van gebruikers van slachtoffers te overwegen die volgt uit artikel 18, lid 4, van Richtlijn 2011/36/EU.

39. vertritt die Ansicht, dass in Anbetracht der neuen Formen von Mobilität eine Analyse der geltenden Rechtsvorschriften nötig ist, um zu prüfen, ob sie noch zeitgemäß sind, und um geeignete Wege zur Anpassung an die neuen flexiblen Bedingungen auf dem europäischen Arbeitsmarkt ausfindig zu machen, wobei nicht nur die Notwendigkeit, die Rechte der Arbeitnehmer zu schützen, berücksichtigt werden muss, sondern auch die zusätzlichen Probleme, denen sich die Arbeitnehmer und ihre Familien im Rahmen der Mobilität gegenübersehen, geprüft werden müssen; vertritt zudem die Ansicht, dass untersucht werden muss, inwieweit in allen Mitgliedstaaten die gemeinschaftlichen Rechtsvorschriften betreffend die Freizügigkeit auf dem europäischen Arbeitsmarkt und das Niederlassungsrecht der Arbeitnehmer und ihrer Familien tatsächlich umgesetzt werden; empfiehlt, gegebenenfalls Empfehlungen zur Verbesserung des legislativen und operationellen Rahmens auszuarbeiten;
39. is in de context van de nieuwe vormen van mobiliteit van oordeel dat er nood is aan een analyse van de huidige wetgeving, teneinde na te gaan of deze nog aangepast is en gepaste middelen te vinden om die bepalingen af te stemmen op de nieuwe flexibele structuur van de Europese arbeidsmarkt niet alleen rekening houdend met de noodzaak werknemersrechten te waarborgen, maar tevens met aandacht voor aanvullende problemen waarmee migrerende werknemers en hun gezinnen te maken kunnen krijgen; onderstreept tevens de noodzaak om na te gaan hoe de communautaire wetgeving betreffende het vrij verkeer van werknemers en het recht van verblijf voor deze werknemers en hun gezinsleden in alle lidstaten daadwerkelijk ten uitvoer wordt gelegd; is van mening dat, waar nodig, aanbevelingen ter verbetering van het wetgevings- en operationele kader moeten worden geformuleerd;

39. vertritt die Ansicht, dass in Anbetracht der neuen Formen von Mobilität eine Analyse der geltenden Rechtsvorschriften nötig ist, um zu prüfen, ob sie noch zeitgemäß sind, und um geeignete Wege zur Anpassung an die neuen flexiblen Bedingungen auf dem europäischen Arbeitsmarkt ausfindig zu machen, wobei nicht nur die Notwendigkeit, die Rechte der Arbeitnehmer zu schützen, berücksichtigt werden muss, sondern auch die zusätzlichen Probleme, denen sich die Arbeitnehmer und ihre Familien im Rahmen der Mobilität gegenübersehen, geprüft werden müssen; vertritt zudem die Ansicht, dass untersucht werden muss, inwieweit in allen Mitgliedstaaten die gemeinschaftlichen Rechtsvorschriften betreffend die Freizügigkeit auf dem europäischen Arbeitsmarkt und das Niederlassungsrecht der Arbeitnehmer und ihrer Familien tatsächlich umgesetzt und angewandt werden; empfiehlt, gegebenenfalls Empfehlungen zur Verbesserung des legislativen und operationellen Rahmens auszuarbeiten;
39. is van mening dat de nieuwe vormen van mobiliteit een analyse en herziening van de huidige wetgeving vereisen, teneinde de bepalingen af te stemmen op de nieuwe flexibele structuur van de Europese arbeidsmarkt; onderstreept tevens de noodzaak om na te gaan hoe de communautaire wetgeving betreffende het vrij verkeer van werknemers en het recht van verblijf voor deze werknemers en hun gezinsleden in alle lidstaten ten uitvoer kan worden gelegd;

168. vertritt die Auffassung, dass die Kommission bei der Verwaltung und bei der Überwachung der Ausgleichszulagen eine viel aktivere Rolle spielen muss, weshalb sie einheitliche Mindestkontrollnormen festlegen muss, die bei der Überprüfung der Beihilfeanträge oder bei den Kontrollen vor Ort angewendet werden müssen; vertritt ferner die Auffassung, dass die Kommission gegenüber dem Parlament deutlich machen muss, inwieweit die Mitgliedstaaten die Vorschriften des Artikels 48 Absatz 2 der Verordnung (EG) Nr. 1257/1999 einhalten und wie die Aktivitäten der Kommission in diesem Bereich im Einzelnen aussehen; erwartet von der Kommission, dass sie entsprechende Konsequenzen zieht, wenn Mitgliedstaaten in Verzug sind und die erforderlichen Informationen über die von ihnen praktizierte Umsetzung der Beihilferegelung nicht liefern, indem sie beispielsweise die Zulagen kürzt oder ihre Zahlung aussetzt;
168. meent dat de Commissie een veel actievere rol moet spelen bij het beheer van en het toezicht op de compenserende vergoedingen en daartoe eenduidige, minimale controlenormen moet vaststellen aan de hand waarvan bij de verificaties van de steunaanvragen of de controles ter plaatse de hand moet worden gehouden; is tevens van oordeel dat de Commissie het Parlement moet duidelijk maken in hoeverre de lidstaten de bepalingen van artikel 48, lid 2 van Verordening (EG) nr. 1257/1999 nakomen, en welke activiteiten de Commissie daarbij precies onderneemt; verwacht van de Commissie dat zij consequenties eraan verbindt wanneer lidstaten in gebreke blijven en de noodzakelijke informatie over het door hen gevoerde beheer van de steunregeling niet aanleveren, bijvoorbeeld door de betaling van vergoedingen te verminderen of op te schorten;