Vertaling van "ländern weiterhin schwerwiegende " (Duits → Nederlands) :

13. bekräftigt, dass die Genitalverstümmelung bei Mädchen und Frauen eine schwerwiegende Menschenrechtsverletzung darstellt und dass diesem Phänomen im Rahmen des Dialogs der EU mit Ländern, in denen diese Praxis weit verbreitet ist, besondere Aufmerksamkeit zukommen muss; weist ferner darauf hin, dass die Genitalverstümmelung bei Mädchen und Frauen schwerwiegende und dauerhafte Folgen für die Gesundheit von Frauen und somit für ihre Entwicklungsaussichten nach sich zieht; fordert den EAD und die Mitgliedstaaten auf, das Problem der Genitalverstümmelung bei Frauen und Mädchen in ihrem politischen und strategischen Dialog mit Partnerländern, in denen diese Praxis nach wie vor verbreitet ist, weiterhin anzusprechen;
13. verklaart andermaal dat vrouwelijke genitale verminking (VGV) een ernstige schending van de mensenrechten vormt en dat dit fenomeen bijzondere aandacht behoeft in de dialoog van de EU met de landen waar deze praktijk veel voorkomt; herinnert er bovendien aan dat VGV ernstige en blijvende gevolgen heeft voor de gezondheid van vrouwen en dus voor hun ontwikkelingsperspectieven; moedigt de EDEO en de lidstaten aan om de kwestie van VGV verder ter sprake te brengen in hun politieke en beleidsdialoog met partnerlanden waar deze verminking nog steeds voorkomt;

H. in der Erwägung, dass Daten aus allen Ländern zeigen, dass Roma-Frauen schwerwiegender Ausgrenzung im Bereich der Beschäftigung sowie Diskriminierung am Arbeitsplatz ausgesetzt sind, wenn sie Arbeit suchen oder beschäftigt sind; in der Erwägung, dass Roma-Frauen weiterhin von der formellen Wirtschaft ausgeschlossen und durch begrenzte Bildungsmöglichkeiten, unzulängliche Wohnverhältnisse, schlechte Gesundheitsversorgung, traditionelle Geschlechterrollen sowie Diskriminierung durch die Mehrheitsgemeinschaften eingeschränkt sind; in der Erwägung, dass in den nationalen Berichten zur Umsetzung des EU-Rahmens für NRIS der Schwerpunkt immer noch nicht hinreichend auf den Aspekt der Geschlechtergleichstellung gelegt wird;
H. overwegende dat uit gegevens van alle landen blijkt dat Roma-vrouwen ernstige uitsluiting ondervinden op het vlak van werkgelegenheid evenals discriminatie op de werkvloer wanneer zij een baan zoeken of ergens werkzaam zijn; overwegende dat Roma-vrouwen eveneens uitgesloten blijven van de formele economie en gehinderd worden door beperkte kansen in het onderwijs, ontoereikende huisvesting, slechte gezondheidszorg, traditionele genderpatronen en algemene marginalisatie evenals discriminatie door meerderheidsgemeenschappen; overwegende dat de nationale verslagen met betrekking tot de tenuitvoerlegging van het EU-kader voor NRIS desalniettemin nog steeds onvoldoende aandacht besteden aan het aspect van gendergelijkheid;

50. bekräftigt, dass die universellen Menschenrechte im Mittelpunkt des europäischen Wertesystems stehen; bedauert, dass seit dem Beginn der Europa-Mittelmeer-Partnerschaft (EMP) im Hinblick auf Demokratie und Menschenrechte zwar wesentliche, aber dennoch nur unzureichende Fortschritte erzielt wurden, und fordert die Kommission nachdrücklich auf, weiterhin mit den Regierungen, den regionalen und lokalen Behörden und den Akteuren der Zivilgesellschaft in den betreffenden Ländern zusammenzuarbeiten; betont, wie wichtig das Recht der freien Meinungsäußerung für den Aufbau einer demokratischen Kultur und die Stärkung der Zivilgesellschaft ist; fordert die Kommission nachdrücklich auf, wirksame Menschenrechtsdialoge in die Wege zu leiten und aktiv eine gemeinsame Bildungspolitik sowie gemeinsame Bildungsprogramme zu entwickeln, wodurch das gegenseitige Kennenlernen, die Toleranz und die Rechte der Frau, insbesondere bei den neuen Generationen, gefördert werden können; ist der Ansicht, dass die südlichen ENP-Länder dazu transparenter vorgehen und auch offener für die Beiträge der Zivilgesellschaft sein sollten; ist jedoch davon überzeugt, dass der Menschenrechtsdialog die Europäische Union nicht davon abhalten sollte, öffentlich Kritik zu üben und im Falle schwerwiegender Grundrechtsverletzungen andere Maßnahmen zu treffen;
50. herhaalt dat universele mensenrechten de kern vormen van de waarden van de EU; betreurt het dat sinds het begin van het Euro-mediterrane partnerschap (EMP) weliswaar wezenlijke vooruitgang is geboekt ten aanzien van democratie en mensenrechten, maar niet genoeg, en verzoekt de Commissie te blijven samenwerken met regeringen, regionale en lokale autoriteiten en maatschappelijke spelers in de betrokken landen; benadrukt het belang van vrijheid van meningsuiting voor de opbouw van een democratische cultuur en versterking van maatschappelijke organisaties; dringt er bij de Commissie op aan een doeltreffende dialoog op dit gebied aan te gaan en actief gezamenlijk beleid en gezamenlijke programma's op educatief gebied te ontwikkelen, als de beste manier om wederzijds begrip, tolerantie en begrip voor de rechten van de vrouw te kweken, met name onder de nieuwe generaties; meent dan ook dat de zuidelijke partners meer transparantie moeten betonen en meer open moeten staan voor bijdragen van maatschappelijke organisaties; is er echter van overtuigd dat de mensenrechtendialoog de EU er niet van moet weerhouden in het openbaar kritiek te uiten en andere maatregelen te treffen in geval van ernstige inbreuken op fundamentele rechten;

49. bekräftigt, dass die universellen Menschenrechte im Mittelpunkt des europäischen Wertesystems stehen; bedauert, dass seit dem Beginn der Partnerschaft Europa-Mittelmeer im Hinblick auf Demokratie und Menschenrechte zwar wesentliche, aber dennoch nur unzureichende Fortschritte erzielt wurden, und fordert die Kommission nachdrücklich auf, weiterhin mit den Regierungen, den regionalen und lokalen Behörden und den Akteuren der Zivilgesellschaft in diesen Ländern zusammenzuarbeiten; betont, wie wichtig das Recht der freien Meinungsäußerung für den Aufbau einer demokratischen Kultur und die Stärkung der Zivilgesellschaft ist; fordert die Kommission nachdrücklich auf, wirksame Menschenrechtsdialoge in die Wege zu leiten und aktiv eine gemeinsame Bildungspolitik sowie gemeinsame Bildungsprogramme zu entwickeln, wodurch das gegenseitige Kennenlernen, die Toleranz und die Rechte der Frau, insbesondere bei den neuen Generationen, gefördert werden können; ist der Ansicht, dass die südlichen ENP-Länder dazu transparenter vorgehen und auch offener für die Beiträge der Zivilgesellschaft sein sollten; ist jedoch davon überzeugt, dass der Menschenrechtsdialog die EU nicht davon abhalten sollte, öffentlich Kritik zu üben und im Falle schwerwiegender Grundrechtsverletzungen andere Maßnahmen zu treffen;
49. herhaalt dat universele mensenrechten de kern vormen van de waarden van de EU; betreurt het dat sinds het begin van het Euro-mediterrane partnerschap weliswaar wezenlijke vooruitgang is geboekt ten aanzien van democratie en mensenrechten, maar niet genoeg, en verzoekt de Commissie te blijven samenwerken met regeringen, regionale en lokale autoriteiten en maatschappelijke spelers in deze landen; benadrukt het belang van vrijheid van meningsuiting voor de opbouw van een democratische cultuur en versterking van maatschappelijke organisaties; dringt er bij de Commissie op aan een doeltreffende dialoog op dit gebied aan te gaan en actief gezamenlijk beleid en gezamenlijke programma’s op educatief gebied te ontwikkelen, als de beste manier om wederzijds begrip, tolerantie en begrip voor de rechten van de vrouw te kweken, met name onder de nieuwe generaties; meent dan ook dat de zuidelijke partners meer transparantie moeten betonen en meer open moeten staan voor bijdragen van maatschappelijke organisaties; is er echter van overtuigd dat de mensenrechtendialoog de EU er niet van moet weerhouden in het openbaar kritiek te uiten en andere maatregelen te treffen in geval van ernstige inbreuken op fundamentele rechten;

Trotz der Bemühungen der lateinamerikanischen/karibischen Länder und der Unterstützung durch die internationale Gemeinschaft zur Bekämpfung der Armut in der Region bestehen in den meisten Ländern weiterhin schwerwiegende soziale Ungleichgewichte.
Ondanks de inspanningen die de Latijns-Amerikaanse en de Caribische landen zich hebben getroost en de steun van de internationale gemeenschap voor de bestrijding van de armoede in deze regio, blijven er in de meeste landen nog ernstige wanverhoudingen bestaan.