28. betont die wichtige Bedeutung der Unterstützung von jungen Menschen, insbesondere derjenigen, die sich weder in Ausbildung noch in Beschäftigung befinden, durch die Förderung von hochwertigen Praktika und Lehrstellen, Programmen für den Zweiten Bildungsweg, fest etabliertem dualem Lernen und Bildung am Arbeitsplatz sowie spezifischen Maßnahmen zur Förderung ihres Zugangs zur Hochschulbildung und ihre aktive Integration in Bildung und Arbeit; betrachtet diese als wertvolle Schritte beim Übergang von der Bildung ins Berufsleben sowie bei der Senkung der Jugendarbeitslosigkeit;
28. benadrukt dat jongeren ondersteund moeten worden, vooral als ze geen onderwijs of opleiding volgen en geen baan hebben (NEET-jongeren), door kwalitatief hoogwaardige stages en plaatsen in het leerlingwezen, tweedekansonderwijsprogramma's en beproefde programma's voor duaal leren en werkend leren te stimuleren, alsmede specifieke maatregelen ter bevordering van hun toegang tot hoger onderwijs en hun actieve integratie in opleidingen en banen; ziet dit als waardevolle stappen in de overgang van onderwijs naar het beroepsleven en ten behoeve van een lagere jeugdwerkloosheid;
