11. erkennt die Besorgnisse des Rates über die wirtschaftlichen und haushaltspolitischen Sachzwänge auf nationaler Ebene an; glaubt, dass die Union Verantwortungsbewusstsein im Bereich des Haushaltsplans an den Tag legen sollte, verweist jedoch darauf, dass der Haushaltsplan der EU gemäß den Bestimmungen des Vertrags kein Defizit aufweisen darf und dass der Haushaltsplan der EU einen Anteil von 2 % am Gesamtbetrag der öffentlichen Ausgaben in der Union hat;
11. neemt nota van de bezorgdheid van de Raad over de problemen op economisch en begrotingsgebied op nationaal niveau; is van oordeel dat de Unie zich wat de begroting betreft verantwoordelijk moet opstellen, maar herinnert eraan dat de EU-begroting krachtens bepalingen van het Verdrag geen tekort kan vertonen en dat de EU-begroting 2% uitmaakt van de totale publieke uitgaven in de Unie;