Vertaling van "königlichen erlass kraft " (Duits → Nederlands) :

In diesen Sektoren, in denen die Kündigungsfristen zum 31. Dezember 2013 im Falle der Kündigung durch den Arbeitgeber, festgelegt durch königlichen Erlass kraft der Artikel 61 oder 65/3 § 2 des Gesetzes über die Arbeitsverträge, niedriger waren als diejenigen, die in Artikel 70 § 2 des Gesetzes über das Einheitsstatut vorgesehen sind, hat der Gesetzgeber diese Kündigungsfristen auf das in diesem Artikel 70 § 2 festgelegte Niveau angehoben.
In die sectoren, waar de opzeggingstermijnen op 31 december 2013, in geval van opzegging door de werkgever, vastgesteld bij koninklijk besluit krachtens de artikelen 61 of 65/3, § 2, van de Arbeidsovereenkomstenwet, lager waren dan die bepaald in artikel 70, § 2, van de Wet Eenheidsstatuut, heeft de wetgever die opzeggingstermijnen opgetrokken naar het niveau bepaald bij dat artikel 70, § 2.

Art. 2 - In Artikel 15 Absatz 2 desselben Erlasses wird die durch den Königlichen Erlass vom 10. Juli 2006 außer Kraft gesetzte Ziffer 7 mit folgendem Wortlaut wiederhergestellt:
Art. 2. In artikel 15, tweede lid, van hetzelfde besluit, wordt het punt 7°, opgeheven bij het koninklijk besluit van 10 juli 2006, wordt opnieuw opgenomen als volgt:

Art. 9 - In Artikel 30 desselben Königlichen Erlasses wird Paragraph 2 außer Kraft gesetzt.
Art. 9. In artikel 30 van hetzelfde koninklijk besluit wordt paragraaf 2 opgeheven.

Art. 10 - Artikel 33 desselben Königlichen Erlasses wird außer Kraft gesetzt.
Art. 10. Artikel 33 van hetzelfde koninklijk besluit wordt opgeheven.

Art. 7 - Artikel 27/1 desselben Königlichen Erlasses wird außer Kraft gesetzt.
Art. 7. Artikel 27/1 van hetzelfde koninklijk besluit wordt opgeheven.

Art. 5 - In Artikel 19/5 Absatz 1 desselben Königlichen Erlasses wird Ziffer 2 außer Kraft gesetzt.
Art. 5. In artikel 19/5, eerste lid, van hetzelfde koninklijk besluit wordt punt 2° opgeheven.

In der Erwägung, dass die Maßnahmen zum Verbot des Zugangs von Vieh zu Wasserläufen der Natura-2000-Regelung nicht eigentümlich sind; dass sie bereits kraft des Gesetzes vom 28. Dezember 1967 über die nichtschiffbaren Wasserläufe und des Königlichen Erlasses vom 5. August 1970 zur allgemeinen Polizeiverordnung für nicht schiffbare Wasserläufe ohne finanziellen Ausgleich auf ungefähr die Hälfte des wallonischen Gebiets anwendbar waren; dass die Auflagen dieser Rechtsvorschriften neulich abgeändert und verschärft worden sind durch Dekret vom 10. Juli 2013 über einen Rahmen für die nachhaltige Verwendung von Pestiziden und zur Abänderung des Buches I des Umweltgesetzbuches, des Buches II des Umweltgesetzbuches, welches das Wassergesetzbuch bildet, des Gesetzes vom 28. Dezember 1967 über die nichtschiffbaren Wasserläufe und des Dekrets vom 12. Juli 2001 über die berufliche Ausbildung in der Landwirtschaft sowie durch Erlass der Wallonischen Regierung vom 17. Oktober 2013 zur Regelung der Verpflichtung, die beweideten Ländereien, die sich entlang der Wasserläufe befinden, einzufrieden; dass im Erlass der Wallonischen Regierung vom 17. Oktober 2013 über die Einführung einer Subventionsregelung zugunsten der Züchter für die Ausrüstung der Weiden entlang der Wasserläufe und im Erlass der Wallonischen Regierung vom 8. November 2012 über die Entschädigungen und Zuschüsse in den Natura-2000-Gebieten und in um die Bezeichnung Natura 2000 kandidierenden Gebieten sowie in der ökologischen Hauptstruktur Finanzierungsmöglichkeiten für die Errichtung von Zäunen vorgesehen sind;
Overwegende dat de verbodsmaatregelen van de toegang van vee tot de waterlopen niet specifiek zijn voor Natura 2000; dat die maatregelen reeds zonder financiële compensatie van toepassing waren op bijna de helft van het Waals grondgebied krachtens de wet van 28 december 1967 betreffende de onbevaarbare waterlopen, evenals krachtens het koninklijk besluit van 5 augustus 1970 houdende algemeen politiereglement van de onbevaarbare waterlopen; dat de verplichtingen uit die wetgeving onlangs gewijzigd en verstrengd werden bij het decreet van 10 juli 2013 tot vaststelling van een kader ter verwezenlijking van een duurzaam gebruik van pesticiden en tot wijziging van Boek I van het Milieuwetboek, Boek II van het Milieuwetboek, dat het Waterwetboek inhoudt, de wet van 28 december 1967 betreffende de onbevaarbare waterlopen en het decreet van 12 juli 2001 betreffende de beroepsopleiding in de landbouw en bij het besluit van de Waalse Regering van 17 oktober 2013 houdende verplichting om de weidegronden gelegen langs de waterlopen te omheinen en houdende wijziging van verscheidene bepalingen; dat het besluit van de Waalse Regering van 17 oktober 2013 ter invoering van een subsidieregeling ten gunste van veehouders voor het uitrusten van weiden gelegen langs waterlopen en het besluit van 8 november 2012 betreffende de vergoedingen en subsidies toegekend in de Natura 2000-locaties en in de locaties die in aanmerking komen voor het Natura 2000-netwerk en in de ecologische hoofdstructuur financieringsmogelijkheden voorzien voor de omheiningen;

In der Erwägung, dass die Maßnahmen zum Verbot des Zugangs von Vieh zu Wasserläufen der Natura 2000-Regelung nicht eigentümlich sind; dass sie bereits kraft des Gesetzes vom 28. Dezember 1967 über die nichtschiffbaren Wasserläufe und des Königlichen Erlasses vom 5. August 1970 zur allgemeinen Polizeiverordnung für nicht schiffbare Wasserläufe ohne finanziellen Ausgleich auf ungefähr die Hälfte des wallonischen Gebiets anwendbar waren; dass die Auflagen dieser Rechtsvorschriften neulich abgeändert und verschärft worden sind durch Dekret vom 10. Juli 2013 über einen Rahmen für die nachhaltige Verwendung von Pestiziden und zur Abänderung des Buches I des Umweltgesetzbuches, des Buches II des Umweltgesetzbuches, welches das Wassergesetzbuch bildet, des Gesetzes vom 28. Dezember 1967 über die nichtschiffbaren Wasserläufe und des Dekrets vom 12. Juli 2001 über die berufliche Ausbildung in der Landwirtschaft sowie durch Erlass der Wallonischen Regierung vom 17. Oktober 2013 zur Regelung der Verpflichtung, die beweideten Ländereien, die sich entlang der Wasserläufe befinden, einzufrieden; dass im Erlass der Wallonischen Regierung vom 17. Oktober 2013 über die Einführung einer Subventionsregelung zugunsten der Züchter für die Ausrüstung der Weiden entlang der Wasserläufe und im Erlass der Wallonischen Regierung vom 8. November 2012 über die Entschädigungen und Zuschüsse in den Natura 2000-Gebieten und in um die Bezeichnung Natura 2000 kandidierenden Gebieten sowie in der ökologischen Hauptstruktur Finanzierungsmöglichkeiten für die Errichtung von Zäunen vorgesehen sind;
Overwegende dat de verbodsmaatregelen van de toegang van vee tot de waterlopen niet specifiek zijn voor Natura 2000; dat die maatregelen reeds zonder financiële compensatie van toepassing waren op bijna de helft van het Waals grondgebied krachtens de wet van 28 december 1967 betreffende de onbevaarbare waterlopen, evenals krachtens het koninklijk besluit van 5 augustus 1970 houdende algemeen politiereglement van de onbevaarbare waterlopen; dat de verplichtingen uit die wetgeving onlangs gewijzigd en verstrengd werden bij het decreet van 10 juli 2013 tot vaststelling van een kader ter verwezenlijking van een duurzaam gebruik van pesticiden en tot wijziging van Boek I van het Milieuwetboek, Boek II van het Milieuwetboek, dat het Waterwetboek inhoudt, de wet van 28 december 1967 betreffende de onbevaarbare waterlopen en het decreet van 12 juli 2001 betreffende de beroepsopleiding in de landbouw en bij het besluit van de Waalse Regering van 17 oktober 2013 houdende verplichting om de weidegronden gelegen langs de waterlopen te omheinen en houdende wijziging van verscheidene bepalingen; dat het besluit van de Waalse Regering van 17 oktober 2013 ter invoering van een subsidieregeling ten gunste van veehouders voor het uitrusten van weiden gelegen langs waterlopen en het besluit van 8 november 2012 betreffende de vergoedingen en subsidies toegekend in de Natura 2000-locaties en in de locaties die in aanmerking komen voor het Natura 2000-netwerk en in de ecologische hoofdstructuur financieringsmogelijkheden voorzien voor de omheiningen;

Selbstbehalt in Höhe von 30 % kraft des Königlichen Erlasses vom 8. November 2007 zur Änderung des Königlichen Erlasses vom 7. April 1978 zur Festsetzung variabler, nach Tranchen gestaffelter Sätze für den Nettogesamtbetrag der erlittenen Schäden sowie zur Festsetzung des Selbstbehalts bei der Berechnung der Entschädigung für die Behebung bestimmter, durch Naturkatastrophen verursachter Schäden an privaten Gütern
Vrijstelling van 30 % krachtens het Koninklijk besluit van 8 november 2007 tot wijziging van het koninklijk besluit van 7 april 1978 tot vaststelling van de percentages, veranderlijk per gedeelten van het netto totaal bedrag van de geleden schade, evenals van het bedrag van de vrijstelling en van het abattement voor de berekening van de herstelvergoeding van zekere schade veroorzaakt aan private goederen door landbouwrampen

Art. 18 - Die Artikel 3, 4, 84 bis 112 der durch den Königlichen Erlass vom 15. September 1919 koordinierten Gesetze über die Gruben, Erztagebaue und Steinbrüche, die Artikel 8 bis 12 des Königlichen Erlasses vom 5. Mai 1919 zur allgemeinen Polizeiordnung über die Gruben, Erztagebaue und unterirdischen Steinbrüche, abgeändert durch das Gesetz vom 19. August 1948 und durch den Königlichen Erlass vom 20. September 1950, was die Erztagebaue und die unterirdischen Steinbrüche betrifft, der Königliche Erlass vom 14. August 1933 über die Polizei und die Aufsicht der Steinbrüche unter freiem Himmel, der Königliche Erlass vom 15. April 1959 über die Berechtigung zum Betrieb eines Erztagebaus, abgeändert durch den Königlichen Erlass vom 11. September 1962, die Titel I und II des Königlichen Erlasses vom 2. April 1935 zur Regelung der Polizei und Aufsicht der unterirdischen Steinbrüche, abgeändert durch den Königlichen Erlass vom 4. August 1959, werden ausser Kraft gesetzt.
Art. 18. De artikelen 3, 4, 84 tot 112 van de wetten op de mijnen, groeven en graverijen, gecoördineerd bij het koninklijk besluit van 15 september 1919, de artikelen 8 to 12 van het koninklijk besluit van 5 mei 1919 houdende algemene politieverordening op de mijnen, graverijen en ondergrondse groeven, gewijzigd bij de wet van 19 augustus 1948 en bij het koninklijk besluit van 20 september 1950, wat betreft de ondergrondse graverijen en groeven, het koninklijk besluit van 14 augustus 1933 betreffende de politie en het toezicht op de openluchtgroeven, het koninklijk besluit van 15 april 1959 betreffende de toelating om graverijen te ontginnen, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 11 september 1962, Titel I en II van het koninklijk besluit van 2 april 1935 houdende politiereglement en toezicht op de ondergrondse groeven, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 4 augustus 1959, worden opgeheven.