Vertaling van "klagegründe vorgebracht würden " (Duits → Nederlands) :

Die auf die Verwirklichung eines Angebots an bescheidenen Wohnungen sich beziehenden Bestimmungen sind jedoch nicht für nichtig zu erklären, da gegen Titel 2 (« Verwirklichung eines Angebots an bescheidenen Wohnungen ») von Buch 4 (« Maßnahmen in Bezug auf bezahlbare Wohnungen ») des Grundstücks- und Immobiliendekrets keine Klagegründe vorgebracht wurden.]
De bepalingen die betrekking hebben op de verwezenlijking van een bescheiden woonaanbod dienen evenwel niet te worden vernietigd, aangezien tegen titel 2 (« Verwezenlijking van een bescheiden woonaanbod ») van boek 4 (« Maatregelen betreffende betaalbaar wonen ») van het Grond- en pandendecreet geen middelen werden ontwikkeld.]

Da einerseits die vorerwähnte Vorabentscheidungsfrage sich auf die Vereinbarkeit der von den klagenden Parteien in der Rechtssache Nr. 5425 angefochtenen Artikel 62 und 63 des Gesetzes vom 28. Dezember 2011 mit dem Unionsrecht bezieht und andererseits die gegen die in dieser Rechtssache angefochtenen Bestimmungen gerichteten Beschwerdegründe weitgehend denjenigen entsprechen, die in dem zweiten und dritten Klagegrund in der Rechtssache Nr. 5451 vorgebracht wurden, kann die Untersuchung des in B.8 erwähnten Klagegrunds erst dann fortgesetzt werden, wenn der Gerichtshof der Europäischen Union auf die vom Verfassungsgerichtshof in dessen vorerwähntem Entscheid Nr. 68/2013 gestellte Vorabentscheidungsfrage geantwortet hat.
Vermits, enerzijds, de voormelde prejudiciële vraag de bestaanbaarheid van de door de verzoekende partijen in de zaak nr. 5425 bestreden artikelen 62 en 63 van de wet van 28 december 2011 met het Unierecht betreft, en, anderzijds, de grieven die tegen de in deze zaak bestreden bepalingen zijn gericht, in grote mate overeenkomen met die welke in het tweede en het derde middel in de zaak nr. 5451 zijn aangevoerd, kan het onderzoek van het in B.8 vermelde middel pas worden voortgezet wanneer het Hof van Justitie van de Europese Unie zal hebben geantwoord op de prejudiciële vraag die door het Hof is gesteld bij zijn voormelde arrest nr. 68/2013.

Die Flämische Regierung bestreitet die Zulässigkeit der Nichtigkeitsklage, soweit gegen die Artikel 168 und 177 des Dekrets vom 25. Februar 1997 keine Klagegründe vorgebracht würden und soweit ein Verstoss gegen Artikel 24 § 1 der Verfassung durch die Artikel 163 bis 165 ohne Anführung von Beschwerdegründen geltend gemacht werde.
De Vlaamse Regering betwist de ontvankelijkheid van het beroep tot vernietiging in zoverre tegen de artikelen 168 en 177 van het decreet van 25 februari 1997 geen middelen zouden worden aangevoerd, en in zoverre een schending, door de artikelen 163 tot 165, van artikel 24, § 1, van de Grondwet wordt aangevoerd, zonder dat grieven worden geformuleerd.

Aus den gleichen Gründen und insofern, als keine gesonderten Beschwerden vorgebracht würden, sei der Klagegrund, soweit er sich gegen die Artikel 20 Absatz 3 (Absatz 2 in der deutschen Übersetzung), 28 Absatz 3 und 36 § 2 des Dekrets richte, entweder als unzulässig, oder als unbegründet zu bewerten.
Om dezelfde redenen en in zoverre geen onderscheiden grieven worden aangevoerd, moet het middel, in zoverre het is gericht tegen de artikelen 20, derde lid (tweede lid in de Nederlandse vertaling), 28, derde lid, en 36, § 2, van het decreet, ofwel onontvankelijk, ofwel ongegrond worden bevonden.

Dem sechsten Klagegrund, der von der klagenden Parteien in der Rechtssache mit Geschäftsverzeichnisnummer 1171 vorgebracht wird, zufolge würden die Artikel 113, 114, 115, 120 und 121 des Dekrets gegen Artikel 24 § 5 der Verfassung verstossen, weil sie der Flämischen Regierung die Zuständigkeit einräumen würden, die Normen in bezug auf die Umstrukturierung, Programmgestaltung, Aufrechterhaltung im Sonderunterricht, Rationalisierung und Abweichung zu regeln.
Volgens het zesde middel aangevoerd door de verzoekende partijen in de zaak met rolnummer 1171 schenden de artikelen 113, 114, 115, 120 en 121 van het decreet artikel 24, § 5, van de Grondwet omdat zij de Vlaamse Regering de bevoegdheid toekennen om de normen in verband met herstructurering, programmatie, behoud in het buitengewoon onderwijs, rationalisatie en afwijking te regelen.