Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com
Zu lesen ist Absatz 2
Zu lesen ist Absatz 2
« Verstösst Artikel 62 Absatz 1

Vertaling van "keine sanktion auferlegt " (Duits → Nederlands) :

Wenn er diese Entscheidung für nichtig erklärt, muss die Behörde sich an das Urteil des Staatsrates halten - wenn die Behörde eine neue Entscheidung trifft, darf sie die Begründung des Urteils, mit dem die erste Entscheidung für nichtig erklärt wurde, nicht missachten; wenn sie der Nichtigerklärung zustimmt, wird davon ausgegangen, dass dem Betroffenen keine Sanktion auferlegt wurde.

Wanneer hij die beslissing vernietigt, dient de overheid zich te schikken naar het arrest van de Raad van State : indien de overheid een nieuwe beslissing neemt, mag zij de motieven van het arrest dat de eerste beslissing heeft vernietigd, niet negeren; indien zij in de vernietiging berust, wordt de betrokkene geacht niet gestraft te zijn geweest.


« Verstösst Artikel 62 Absatz 1 [zu lesen ist: Absatz 2] des Strafprozessgesetzbuches, dahingehend ausgelegt, dass er unmittelbar auf das laufende Verfahren Anwendung findet und im Falle der Nichteinhaltung des Inhalts dieser Bestimmung keine Sanktion auferlegt werden kann, gegen die Artikel 10, 11, 12 Absatz 2 und 13 der Verfassung in Verbindung mit den Artikeln 6 und 7 der Europäischen Menschenrechtskonvention und Artikel 15 des Internationalen Paktes über bürgerliche und politische Rechte?

« Schendt artikel 62, eerste [lees : tweede] lid, van het Wetboek van strafvordering, in die zin geïnterpreteerd dat het onmiddellijk van toepassing is op het hangende rechtsgeding en in die zin dat er geen sanctie kan worden opgelegd in geval van niet-naleving van de inhoud ervan, de artikelen 10, 11, 12, tweede lid, en 13 van de Grondwet, in samenhang gelezen met de artikelen 6 en 7 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens en artikel 15 van het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten ?


« Verstösst Artikel 62 Absatz 1 [zu lesen ist : Absatz 2] des Strafprozessgesetzbuches, dahingehend ausgelegt, dass er unmittelbar auf das laufende Verfahren Anwendung findet und im Falle der Nichteinhaltung des Inhalts dieser Bestimmung keine Sanktion auferlegt werden kann, gegen die Artikel 10, 11, 12 Absatz 2 und 13 der Verfassung in Verbindung mit den Artikeln 6 und 7 der Europäischen Menschenrechtskonvention und Artikel 15 des Internationalen Paktes über bürgerliche und politische Rechte?

« Schendt artikel 62, eerste [lees : tweede] lid, van het Wetboek van strafvordering, in die zin geïnterpreteerd dat het onmiddellijk van toepassing is op het hangende rechtsgeding en in die zin dat er geen sanctie kan worden opgelegd in geval van niet-naleving van de inhoud ervan, de artikelen 10, 11, 12, tweede lid, en 13 van de Grondwet, in samenhang gelezen met de artikelen 6 en 7 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens en artikel 15 van het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten ?


Moerman, E. Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, F. Daoût, T. Giet und R. Leysen, unter Assistenz des Kanzlers F. Meersschaut, unter dem Vorsitz des Präsidenten E. De Groot, erlässt nach Beratung folgenden Entscheid: I. Gegenstand der Vorabentscheidungsfrage und Verfahren In seinem Urteil vom 27. Mai 2015 in Sachen Eduard Gaj gegen die Gemeinde Opglabbeek, dessen Ausfertigung am 28. Mai 2015 in der Kanzlei des Gerichtshofes eingegangen ist, hat das Arbeitsgericht Antwerpen, Abteilung Tongern, folgende Vorabentscheidungsfrage gestellt: « Verstoßen Artikel 63 des Gesetzes vom 3. Juli 1978 über die Arbeitsverträge und Artikel 38 des Gesetzes vom 26. Dezember 2013 über die Einführung eines Einheitsstatuts für Arbeiter und Angestellte ge ...[+++]

Moerman, E. Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, F. Daoût, T. Giet en R. Leysen, bijgestaan door de griffier F. Meersschaut, onder voorzitterschap van voorzitter E. De Groot, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging Bij vonnis van 27 mei 2015 in zake Eduard Gaj tegen de gemeente Opglabbeek, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 28 mei 2015, heeft de Arbeidsrechtbank te Antwerpen, afdeling Tongeren, de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schenden artikel 63 van de Arbeidsovereenkomstenwet van 3 juli 1978 en artikel 38 van de Wet Eenheidsstatuut van 26 december 2013 de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, inzoverre het enerzijds, aan een arbeider in dienst van ...[+++]


Gegebenenfalls wird für das betreffende Tier zwar keine Prämie gewährt, jedoch wird auch keine in Artikel 38 der Verordnung (EG) Nr. 2419/2001 vorgesehene Sanktion auferlegt.

In voorkomend geval wordt er geen enkele premie toegekend voor het betrokken rund, maar er wordt eveneens geen enkele sanctie getroffen op grond van artikel 38 van de verordening (EG) nr. 2419/2001.


Der Staatsrat bittet den Hof, über die Frage zu befinden, ob Artikel 21 Absatz 2 der koordinierten Gesetze über den Staatsrat die Artikel 10 und 11 der Verfassung verletzt oder nicht, insoweit dieser Artikel der klagenden Partei die Sanktion der Unzulässigkeit der Klage auferlegt, wenn die Fristen für das Einreichen der Erwiderungsschriftsätze und der Erläuterungsschriftsätze nicht eingehalten werden, während bei Missachtung der dem Staatsrat und dem Auditorat durch Artikel 14bis des Erlasses des Regenten auferlegten Fristen keine ...[+++]

De Raad van State verzoekt het Hof uitspraak te doen over de vraag of artikel 21, tweede lid, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State de artikelen 10 en 11 van de Grondwet al dan niet schendt in zoverre dat artikel aan de verzoekende partij de sanctie van de onontvankelijkheid van het beroep oplegt bij het niet respecteren van de termijnen voor het indienen van de memories van antwoord en de aanvullende memories, terwijl bij het miskennen van de termijnen opgelegd aan de Raad van State en aan het auditoraat in artikel 14bis van het besluit van de Regent in geen sanctie is voorzien.


« Verstösst Artikel 21 Absatz 2 der koordinierten Gesetze über den Staatsrat gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, indem dieser Bestimmung zufolge, wenn die klagende Partei in einem Rechtsstreit vor dem Staatsrat die für die Einreichung eines Gegenerwiderungsschriftsatzes oder eines Erläuterungsschriftsatzes vorgesehene Frist nicht einhält, das Fehlen des Interesses festzustellen ist, während der beklagten Partei, die die für die Einreichung eines Erwiderungsschriftsatzes vorgesehene Frist nicht einhält, keine ähnliche Sanktion auferlegt wird?

« Schendt artikel 21, tweede lid, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State de artikelen 10 en 11 van de Grondwet doordat volgens die bepaling, wanneer de verzoekende partij in een geschil voor de Raad van State de termijn voor het indienen van een memorie van wederantwoord of een aanvullende memorie niet eerbiedigt, het ontbreken van het belang moet worden vastgesteld, terwijl aan de verwerende partij die de termijn voor het indienen van een memorie van antwoord niet eerbiedigt geen gelijke sanctie wordt opgelegd ?




datacenter (6): www.wordscope.be (v4.0.br)

'keine sanktion auferlegt' ->

Date index: 2024-02-12
w