(4) Bei A
nlagenteilen, deren Kapazität zwischen dem 1. Januar 2005 und dem 30. Juni 2011
wesentlich geändert wurde, verpflichten die Mitgliedstaaten den Anlagenbetreiber, bis Aufnahme des geänderten Betriebs zusätzlich zu der gemäß Absatz 3 bestimmten installiert
en Anfangskapazität dieses Anlagenteils die zusätzliche bzw. die sti
llgelegte Kapazität sowie ...[+++] die installierte Kapazität des Anlagenteils nach einer wesentlichen Kapazitätsänderung mitzuteilen, die auf der Grundlage des Durchschnitts der zwei höchsten Monatsproduktionsmengen innerhalb der ersten sechs Monate nach Aufnahme des geänderten Betriebs bestimmt wird.4. Wanneer een subinstallatie tussen 1 januari 2005 en 30 juni 20
11 een aanzienlijke capaciteitswijziging heeft ondergaan, verlangen de lidstaten van de exploitant dat hij naast de overeenkomstig lid 3 bepaalde aanvankelijk geïnstalleerde capaciteit van die subinstallatie die gold tot de aanvang van de veranderde werk
ing, ook mededeling doet van de toegevoegde of in voorkomend geval de ingeboete capaciteit, alsmede van de geïnstalleerde capaciteit van de subinstallatie na de aanzienlijke capaciteitswijziging, bepaald op basis van het
...[+++]gemiddelde van de twee hoogste maandproductievolumen in de eerste zes maanden na de aanvang van de veranderde werking.