Vertaling van "jährlich vorgesehenen haushaltsmittel in beiden regionen mindestens " (Duits → Nederlands) :

11. wiederholt hinsichtlich des gesetzlichen Rahmens der EU-Entwicklungszusammenarbeit mit Asien und Südamerika seine Forderung, dass die Haushaltsordnung, die sowohl für Asien als auch für Südamerika gilt, in zwei getrennte Haushaltsordnungen aufgeteilt wird, so wie das Parlament dies in seiner Entschließung vom 15. November 2001 angenommen hat; betrachtet den für beide Regionen im Vorschlag der Kommission für 2003-2006 (KOM(2002)340) vorgeschlagenen Gesamtbetrag als ausreichend; ist allerdings der Auffassung, dass bei der Aufteilung nach Regionen berücksichtigt werden sollte, dass die jährlich vorgesehenen Haushaltsmittel in beiden Regionen mindestens das Ausgabenniveau auf dem Niveau der jährlichen Mittelbindungen für 2002 beibehalten müssen und dass das Verhältnis von annähernd 60:40 zwischen Asien und Südamerika auch im künftigen Finanzrahmen beibehalten werden muss; empfiehlt gemäß seinem in der genannten Entschließung vorgelegten Vorschlag den Aufbau eines „bi-regionalen Solidaritätsfonds“ auf der Grundlage der Neutralität des Haushaltsplans und ohne Anhebung der Gesamtmittelausstattung;
11. herhaalt met betrekking tot het wetgevingskader voor de ontwikkelingssamenwerking van de EU met Azië en Zuid-Amerika zijn verzoek dat de financiële regeling die zowel van toepassing is op Azië als op Zuid-Amerika, wordt gesplitst in twee afzonderlijke financiële regelingen, zoals door het Europees Parlement gevraagd in zijn resolutie van 15 november 2001; acht het totale bedrag dat in het Commissievoorstel voor 2003-2006 (COM(2002) 340) voor de twee gebieden wordt voorgesteld adequaat; is evenwel van mening dat bij de verdeling tussen de twee gebieden rekening moet worden gehouden met het feit dat de jaarlijkse kredieten die als resultaat van de verdeling worden toegekend, het op zijn minst mogelijk moeten maken de uitgaven in de beide gebieden te handhaven op het peil van de vastleggingen voor 2002 en dat de 60-40-verhouding die grosso modo tussen Azië en Zuid-Amerika bestaat, in het toekomstige financiële kader moet worden gehandhaafd; beveelt aan dat het door het Europees Parlement in de hierboven genoemde resolutie voorgestelde biregionale solidariteitsfonds wordt opgericht, zonder dat de totale financiering toeneemt en op basis van budgettaire neutraliteit;

So belaufen sich diesen Angaben zufolge die jährlichen Haushaltsmittel der EU (1998-2000) für die internationalen Fischereiabkommen im Schnitt auf 270 Mio. €. Von diesen Haushaltsmitteln werden im Rahmen der Abkommen mit den AKP-Staaten zwischen 30% und 60% des für die einzelnen Abkommen jeweils vorgesehenen Gesamtbetrags für die Entwicklungszusammenarbeit bereitgestellt (in einigen Fällen sogar 70% laut der Antwort auf die Anfrage E0675/01), was bedeutet, dass durch die GFP für die Entwicklungszusammenarbeit im Rahmen der einschlägigen internationalen Abkommen mindestens 81 Mio. € jährlich (30% von 270 Mio. € = 81 Mio. €) bereitgestellt werden.
Volgens deze gegevens bedraagt de gemiddelde jaarlijkse begroting van de EU (1998-2000) voor internationale visserijovereenkomsten 270 miljoen euro. In de overeenkomsten met de ACS-landen wordt 30 tot 60% (in sommige gevallen zelfs 70%; antwoord op vraag E-0675/01) van het totale bedrag van elke overeenkomst bestemd voor ontwikkelingssamenwerking, hetgeen betekent dat in het kader van het GVB en de internationale visserijovereenkomsten minimaal 81 miljoen euro per jaar (30% van 270 miljoen euro is 81 miljoen euro) aan ontwikkelingssamenwerking wordt besteed.

Der Rat hat sich diese Ansicht zu eigen gemacht, und die gestern anläßlich der Zusammenkunft der drei Institutionen vereinbarte Erklärung stellt jetzt klar, daß in der Zeit von 1994 bis 1999 jährlich mindestens 80 % der für die beiden Ziele vorgesehenen Mittel für Ziel 3 aufgewendet werden sollen.
De Raad was het daarmee eens, en in een verklaring waarover gisteren in de vergadering van de drie Instellingen overeenkomst is bereikt staat nu dat in de jaren 1994 tot en met 1999 telkens ten minste 80 % van de voor bijstand uit hoofde van de twee doelstellingen beschikbare middelen naar doelstelling 3 moet gaan.