16. geht davon aus, daß neben den regionalen Projekten für jedes Land besondere nationale Programme aufgestellt werden müssen, die auf die speziellen Bedürfnisse und Bedingungen eines jeden Landes zugeschnitten sind und deren Umsetzung von den jeweiligen EU-Delegationen vor Ort verwaltet werden sollten;
16. gaat ervan uit dat naast de regionale projecten voor elk land specifieke nationale programma's moeten worden ontwikkeld die toegespitst zijn op de specifieke behoeften en omstandigheden van elk land en die worden uitgevoerd onder auspiciën van de desbetreffende, ter plaatse aanwezige EU-delegaties;