Vertaling van "isolierten netze " (Duits → Nederlands) :

TERMINOLOGIE

Anpassungsblock zum Netz | Anpassungsschaltung zum Netz | Netz-Interface
netwerk interface eenheid

Netz der europäischen Verbraucherzentren [ EEJ-Net | Europäisches Netz für die außergerichtliche Streitbeilegung | Europäische Verbraucherinformationsstelle | EVZ-Netz ]
Netwerk van Europese centra voor de consument [ EBG-netwerk | ECC-netwerk | Europa-infocentrum | Europees buitengerechtelijk netwerk | Europees Bureau voor consumentenvoorlichting ]

erdfreies Netz | nicht geerdetes Netz | potentialfreies Netz
zwevend netwerk

einheitliches Netz | firmeneigenes Netz | homogenes Netz | homogenes Verbundsystem
homogeen computernet

Übertragungsnetz [ Breitbandnetz | Datenübertragungsnetz | Datex-L | Datex-P | diensteintegrierendes digitales Netz | Euronet-DIANE | Fernmeldenetz | ISDN ]
transmissienet [ Euronet | net voor datatransmissie | telecommunicatienet | Transpac ]

Informationssicherheit [ Cybersicherheit | digitale Sicherheit | Informationssicherung | Internetsicherheit | IT-Sicherheit | Netz- und Informationssicherheit ]
informatiebeveiliging [ cyberbeveiliging | cyberveiligheid | digitale beveiliging | digitale veiligheid | inbreuk op de informatiebeveiliging | informatiebeveiligingsincident | informatieborging | Infosec | internetbeveiliging | internetveiligheid | IT-beveiliging | netwerk- en internetbeveiliging ]

öffentliches Netz
openbaar net

zentrales nationales Netz
gecentraliseerde nationale net

Netz
netwerk

SIRENE-Netz
SIRENE-netwerk

IN-CONTEXT TRANSLATIONS

bei Eisenbahn- und Straßenverkehrsnetzen in denjenigen Mitgliedstaaten, die in ihrem Gebiet nicht über ein Eisenbahnnetz verfügen, oder in Mitgliedstaaten – oder in Teilen davon – mit einem isolierten Netz ohne Schienen-Ferngüterverkehr: 20 % der förderfähigen Kosten, wobei der Finanzierungssatz für Maßnahmen zur Beseitigung von Engpässen auf maximal 30 % und für Maßnahmen bezüglich grenzübergreifender Abschnitte und für Maßnahmen zur Verstärkung der Interoperabilität im Eisenbahnverkehr auf 40 % erhöht werden kann.
voor spoorwegennetten en voor wegennetten in het geval van lidstaten die niet over een spoorwegnet op hun grondgebied beschikken, of in het geval van een lidstaat die beschikt over een geïsoleerd net zonder goederenvervoer per spoor over lange afstand: 20 % van de in aanmerking komende kosten; dit percentage kan worden verhoogd tot maximum 30 % voor werken die leiden tot het wegwerken van knelpunten en kan worden verhoogd tot 40 % voor acties die betrekking hebben op grensoverschrijdende tracés en voor acties ter verbetering van de interoperabiliteit van het spoorwegnet.

i)bei Eisenbahn- und Straßenverkehrsnetzen in denjenigen Mitgliedstaaten, die in ihrem Gebiet nicht über ein Eisenbahnnetz verfügen, oder in Mitgliedstaaten – oder in Teilen davon – mit einem isolierten Netz ohne Schienen-Ferngüterverkehr: 20 % der förderfähigen Kosten, wobei der Finanzierungssatz für Maßnahmen zur Beseitigung von Engpässen auf maximal 30 % und für Maßnahmen bezüglich grenzübergreifender Abschnitte und für Maßnahmen zur Verstärkung der Interoperabilität im Eisenbahnverkehr auf 40 % erhöht werden kann.
i)voor spoorwegennetten en voor wegennetten in het geval van lidstaten die niet over een spoorwegnet op hun grondgebied beschikken, of in het geval van een lidstaat die beschikt over een geïsoleerd net zonder goederenvervoer per spoor over lange afstand: 20 % van de in aanmerking komende kosten; dit percentage kan worden verhoogd tot maximum 30 % voor werken die leiden tot het wegwerken van knelpunten en kan worden verhoogd tot 40 % voor acties die betrekking hebben op grensoverschrijdende tracés en voor acties ter verbetering van de interoperabiliteit van het spoorwegnet.

(i) bei Eisenbahn- und bei Straßenverkehrsnetzen in denjenigen Mitgliedstaaten, die auf ihrem Gebiet nicht über ein Eisenbahnnetz verfügen, oder in Mitgliedstaaten mit einem isolierten Netz gemäß der Begriffsbestimmung in Artikel 3 Buchstabe qq der Verordnung (EU) Nr. XXXX/2012 [TEN-V-Leitlinien] ohne Schienen-Ferngüterverkehr: die finanzielle Unterstützung der Europäischen Union beträgt höchstens 20 % der förderfähigen Kosten; der Finanzierungssatz kann für Aktionen zur Beseitigung von Engpässen auf 30 % erhöht werden; der Finanzierungssatz kann für Aktionen bezüglich grenzübergreifender Abschnitte und der Verbesserung der Interoperabilität des Schienenverkehrs auf 40 % erhöht werden;
(i) voor spoorwegen en voor wegennetten ingeval een lidstaat niet over een spoorwegnet op zijn grondgebied beschikt, of ingeval een lidstaat beschikt over een geïsoleerd net als gedefinieerd in artikel 3, punt (qq), van Verordening (EU) nr. XXXX/2012 [TEN-T-richtsnoeren] zonder goederenvervoer per spoor over lange afstand: de financiële steun van de Unie bedraagt hoogstens 20% van de in aanmerking komende uitgaven; dit percentage kan worden opgetrokken tot 30% voor werken die leiden tot het wegwerken van knelpunten; dit percentage kan worden opgetrokken tot 40% voor werken die betrekking hebben op grensoverschrijdende gedeelten en voor werken ter verbetering van de interoperabiliteit van het spoorwegnet;

(3) Bei Feuerungsanlagen, die am .* Teil eines kleinen isolierten Netzes sind und auf die zu diesem Zeitpunkt mindestens 35 % der Elektrizitätsversorgung innerhalb dieses Netzes entfallen, beträgt für den Fall, dass sie die in Artikel 33 Absatz 2 genannten Emissionsgrenzwerte aufgrund ihrer technischen Merkmale nicht einhalten können, die in Absatz 1 Buchstabe a des vorliegenden Artikels genannte Höchstzahl der ab 1. Januar 2020 und längstens bis zum 31. Dezember 2023 zulässigen Betriebsstunden 18 000; ferner gilt als der in Absatz 1 Buchstabe b und in Absatz 2 des vorliegenden Artikels genannte Zeitpunkt der 1. Januar 2020.
3. In het geval van stookinstallaties die op .* deel uitmaken van een klein geïsoleerd systeem en op die datum ten minste 35% van de elektriciteitsvoorziening in dat systeem vertegenwoordigen en, in verband met de technische kenmerken van de installatie, niet aan de in artikel 30, lid 2, genoemde emissiegrenswaarden kunnen voldoen, bedraagt het in lid 1, onder a), van dit artikel bedoelde aantal bedrijfsuren 18 000, gerekend vanaf 1 januari 2020 en eindigend uiterlijk 31 december 2023, en is de in lid 1, onder b), en in lid 2 van dit artikel bedoelde datum 1 januari 2020.

(1) Die Mitgliedstaaten, die nach Inkrafttreten dieser Richtlinie nachweisen können, dass sich für den Betrieb ihrer kleinen, isolierten Netze erhebliche Probleme ergeben, können Ausnahmeregelungen zu den einschlägigen Bestimmungen der Kapitel IV, VI, VII und VIII sowie des Kapitels III im Falle von isolierten Kleinstnetzen, soweit die Umrüstung, Modernisierung und Erweiterung bestehender Kapazität betroffen ist, beantragen, die ihnen von der Kommission gewährt werden können.
1. De lidstaten die na de inwerkingtreding van deze richtlijn kunnen aantonen dat zich wezenlijke beheersproblemen voordoen voor hun kleine geïsoleerde systemen, kunnen om ontheffingen vragen van de desbetreffende bepalingen van de hoofdstukken IV, VI, VII en VIII, en hoofdstuk III voor geïsoleerde microsystemen, met het oog op het opknappen, verbeteren en vergroten van de bestaande capaciteit. De Commissie kan hun die ontheffingen verlenen.

1. Die Mitgliedstaaten, die nach Inkrafttreten dieser Richtlinie nachweisen können, dass sich für den Betrieb ihrer kleinen, isolierten Netze erhebliche Probleme ergeben, können Ausnahmeregelungen zu den einschlägigen Bestimmungen der Kapitel IV, VI, VII und VIII sowie des Kapitels III im Falle von isolierten Kleinstnetzen, soweit die Umrüstung, Modernisierung und Erweiterung bestehender Kapazität betroffen ist, beantragen, die ihnen von der Kommission gewährt werden können.
1. De lidstaten die na de inwerkingtreding van deze richtlijn kunnen aantonen dat zich wezenlijke beheersproblemen voordoen voor hun kleine geïsoleerde systemen, kunnen om ontheffingen vragen van de desbetreffende bepalingen van de hoofdstukken IV, VI, VII en VIII, en hoofdstuk III voor geïsoleerde microsystemen, met het oog op het opknappen, verbeteren en vergroten van de bestaande capaciteit. De Commissie kan hun die ontheffingen verlenen.

In Artikel 26 Absatz 1 der Richtlinie 2003/54/EG ist festgelegt, dass die Mitgliedstaaten, die nach Inkrafttreten dieser Richtlinie nachweisen können, dass sich für den Betrieb ihrer kleinen, isolierten Netze erhebliche Probleme ergeben, Ausnahmeregelungen zu den einschlägigen Bestimmungen der Kapitel IV, V, VI und VII sowie des Kapitels III im Falle von isolierten Kleinstnetzen, soweit die Umrüstung, Modernisierung und Erweiterung bestehender Kapazität betroffen ist, beantragen können, die ihnen von der Kommission gewährt werden können.
Artikel 26, lid 1, van Richtlijn 2003/54/EG bepaalt dat lidstaten die na de inwerkingtreding van deze richtlijn kunnen aantonen dat zich wezenlijke beheersproblemen voordoen voor hun kleine geïsoleerde netten, om afwijkingen kunnen vragen van de desbetreffende bepalingen van de hoofdstukken IV, V, VI en VII, alsmede, voor geïsoleerde microsystemen, hoofdstuk III met het oog op het aanpassen, verbeteren en vergroten van de bestaande capaciteit. De Commissie kan hun die afwijkingen toestaan.

(1) Die Mitgliedstaaten, die nach Inkrafttreten dieser Richtlinie nachweisen können, dass sich für den Betrieb ihrer kleinen, isolierten Netze erhebliche Probleme ergeben, können Ausnahmeregelungen zu den einschlägigen Bestimmungen der Kapitel IV, V, VI und VII sowie des Kapitels III im Falle von isolierten Kleinstnetzen, soweit die Umrüstung, Modernisierung und Erweiterung bestehender Kapazität betroffen ist, beantragen, die ihnen von der Kommission gewährt werden können.
1. De lidstaten die na de inwerkingtreding van deze richtlijn kunnen aantonen dat zich wezenlijke beheersproblemen voordoen voor hun kleine geïsoleerde netten, kunnen om afwijkingen vragen van de desbetreffende bepalingen van de hoofdstukken IV, V, VI en VII, alsmede, voor geïsoleerde microsystemen, hoofstuk III met het oog op het opknappen, verbeteren en vergroten van de bestaande capaciteit. De Commissie kan hun die afwijkingen verlenen.

(1) Die Mitgliedstaaten, die nach Inkrafttreten dieser Richtlinie nachweisen können, dass sich für den Betrieb ihrer kleinen, isolierten Netze oder für die Stromversorgung in den Gebieten in äußerster Randlage erhebliche Probleme ergeben, können Ausnahmeregelungen zu den einschlägigen Bestimmungen der Kapitel IV, V, VI und VII sowie des Kapitels III im Falle von isolierten Kleinstnetzen, soweit die Umrüstung, Modernisierung und Erweiterung bestehender Kapazität betroffen ist, beantragen, die ihnen von der Kommission gewährt werden können.
1. De lidstaten die na de inwerkingtreding van deze richtlijn kunnen aantonen dat zich wezenlijke beheersproblemen voordoen voor hun kleine geïsoleerde netten of de levering van elektriciteit in ultraperifere regio's, kunnen om ontheffingen vragen van de desbetreffende bepalingen van de hoofdstukken IV, V, VI en VII, alsmede, voor geïsoleerde microsystemen, hoofstuk III met het oog op het opknappen, verbeteren en vergroten van de bestaande capaciteit. De Commissie kan hun die ontheffingen verlenen.