Die nationalen Praktiken oder Mängel, die die Interoperabilität behindern, beziehen sich grundsätzlich auf die Umwandlung vom alten System, das von den nationalen Eisenbahnmonopolen beherrscht wurde, zum neuen System, das durch die Direktiven zur Interoperabilität und Eisenbahnsicherheit eingebracht wurde.
De nationale praktijken of tekortkomingen die de interoperabiliteit belemmeren, houden vooral verband met de overgang van het oude, door nationale spoorwegmonopolies beheerste systeem naar het nieuwe, door de richtlijnen inzake interoperabiliteit en spoorwegveiligheid geïntroduceerde systeem.