Der Hof wird gebeten, sich zur Verfassungsmässigkeit von Absatz 14 erster Satz, Absatz 15 und Absatz 16 - insofern darin auf Absatz 14 Bezug genommen wird - von Artikel 12 § 2 des Gesetzes vom 29. Mai 1959, die durch Artikel 1 des Dekrets vom 20. Juli 2006 eingefügt wurden, zu äussern.
Het Hof wordt verzocht uitspraak te doen over de grondwettigheid van het veertiende lid, eerste zin, het vijftiende en het zestiende lid - in zoverre het laatstvermelde verwijst naar het veertiende lid - van artikel 12, § 2, van de wet van 29 mei 1959, die werden ingevoegd bij artikel 1 van het decreet van 20 juli 2006.