Traduction de « jahr 2000 in nizza proklamierte charta » (Allemand → Néerlandais) :

Die Kraft und Inspiration für dieses internationale Handeln leitet sich aus der im Jahre 2000 in Nizza verabschiedeten Charta der Grundrechte der EU ab, deren Werte und Prinzipien nach unserer Auffassung universelle Geltung haben.
De EU moet zich bij deze internationale actie inspireren op het in 2000 in Nice goedgekeurde Handvest van de grondrechten van de EU, dat volgens ons normen en beginselen bevat die een universele waarde hebben.

Der Schutz der Grundrechte, der ein Schlüsselelement des europäischen Einigungswerks war, und die im Jahr 2000 in Nizza proklamierte Charta der Grundrechte bestätigen die Bedeutung wie auch die Notwendigkeit einer kohärenten Integrationspolitik, die, insbesondere im Lichte der jüngsten EU-Erweiterung, auf den Minderheitenschutz und auf die Förderung der Integration von Drittstaatsangehörigen gerichtet ist.
De bescherming van de grondrechten, die een van de grondslagen vormt van het Europese bouwwerk, en het Handvest van de grondrechten, dat in 2000 in Nice is afgekondigd, bevestigen het belang, zo niet de noodzaak van een samenhangend integratiebeleid, dat erop gericht is minderheden te beschermen en de integratie van burgers uit derde landen te bevorderen, vooral in het licht van de recente uitbreiding.

Die Mitgliedstaaten sind also verpflichtet, diese Befugnis unter Beachtung des Gemeinschaftsrechts und seiner allgemeinen Grundsätze und somit unter Wahrung des Verhältnismässigkeitsgrundsatzes auszuüben, der insbesondere in Artikel 49 Absatz 3 der am 7. Dezember 2000 in Nizza proklamierten Charta der Grundrechte der Europäischen Union erwähnt ist und wonach « das Strafmass [.] gegenüber der Straftat nicht unverhältnismässig sein [darf] ».
De lidstaten moeten die bevoegdheid dus uitoefenen met inachtneming van het gemeenschapsrecht en de algemene beginselen daarvan en, bijgevolg, met inachtneming van het evenredigheidsbeginsel dat inzonderheid wordt vermeld in artikel 49, lid 3, van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, afgekondigd te Nice op 7 december 2000, volgens hetwelk « de zwaarte van de straf [.] niet onevenredig [mag] zijn aan het strafbare feit ».

46. Es steht fest, dass zu diesen Grundsätzen der Grundsatz der Gesetzmässigkeit im Zusammenhang mit Straftaten und Strafen sowie der Grundsatz der Gleichheit und Nichtdiskriminierung, die auch durch die Art. 49, 20 und 21 der am 7. Dezember 2000 in Nizza proklamierten Charta der Grundrechte der Europäischen Union (ABl. C 364, S. 1) bestätigt worden sind, gehören.
46. Vaststaat dat zowel het legaliteitsbeginsel ter zake van strafbare feiten en straffen als het gelijkheids- en non-discriminatiebeginsel tot deze beginselen behoort; deze beginselen zijn opnieuw bevestigd in de artikelen 49, respectievelijk 20 en 21 van het op 7 december 2000 te Nice afgekondigde Handvest van de grondrechten van de Europese Unie (PB C 346, blz. 1).

Die Mitgliedstaaten sind also verpflichtet, diese Befugnis unter Beachtung des Gemeinschaftsrechts und seiner allgemeinen Grundsätze und somit unter Wahrung des Verhältnismässigkeitsgrundsatzes auszuüben, der insbesondere in Artikel 49 Absatz 3 der am 7. Dezember 2000 in Nizza proklamierten Charta der Grundrechte der Europäischen Union (Amtsblatt C 364, S. 1) erwähnt ist und wonach « das Strafmass [.] gegenüber der Straftat nicht unverhältnismässig sein [darf] ».
De lidstaten moeten die bevoegdheid dus uitoefenen met inachtneming van het gemeenschapsrecht en de algemene beginselen daarvan en, bijgevolg, met inachtneming van het evenredigheidsbeginsel dat inzonderheid wordt vermeld in artikel 49, lid 3, van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, afgekondigd te Nice op 7 december 2000 (Publicatieblad C 364, p. 1), volgens hetwelk « de zwaarte van de straf [.] niet onevenredig [mag] zijn aan het strafbare feit ».

B. in der Erwägung, dass die Charta der Grundrechte der Europäischen Union , die vom Europäischen Parlament, vom Rat und von der Kommission anlässlich der Tagung des Europäischen Rates vom 7. Dezember 2000 in Nizza proklamiert und in Teil II des Vertrags über eine Verfassung für Europa aufgenommen wurde, einer der Bezugstexte nicht nur für den Gerichtshof der Europäischen Gemeinschaften, sondern auch für die Verfassungsgerichte und sonstigen Gerichte in den Mitgliedstaaten ist,
B. overwegende dat het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie , dat door het Parlement, de Raad en de Commissie tijdens de Europese Raad van Nice op 7 december 2000 is afgekondigd en in deel II van het Verdrag tot vaststelling van een Grondwet voor Europa is opgenomen, in Europa een van de referentieteksten vormt, niet alleen voor het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen maar ook voor de constitutionele en andere rechtscolleges van de lidstaten,

B. in der Erwägung, dass die Charta der Grundrechte der Europäischen Union, die vom Europäischen Parlament, vom Rat und von der Kommission anlässlich der Tagung des Europäischen Rates vom 7. Dezember 2000 in Nizza proklamiert und in Teil II des Vertrags über eine Verfassung für Europa aufgenommen wurde, einer der Bezugstexte nicht nur für den Gerichtshof der Europäischen Gemeinschaften, sondern auch für die Verfassungsgerichte und sonstigen Gerichte in den Mitgliedstaaten ist,
B. overwegende dat het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, dat door het Parlement, de Raad en de Commissie tijdens de Europese Raad van Nice op 7 december 2000 is afgekondigd en in deel II van het Verdrag tot vaststelling van een Grondwet voor Europa is opgenomen, in Europa een van de referentieteksten vormt, niet alleen voor het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen maar ook voor de constitutionele hoven en de andere nationale rechtscolleges van de lidstaten,

Sowohl die Konvention zum Schutze der Menschenrechte und Grundfreiheiten (EMRK) von 1950 als auch die im Dezember 2000 in Nizza proklamierte Charta der Grundrechte der Europäischen Union [10] enthält Bestimmungen, die auf eine Politik zur Rückkehr illegal aufhältiger Personen anwendbar sind (Artikel 3, 5, 6, 8 und 13 der EMRK sowie Artikel 3, 4, 19, 24 und 47 der Charta der Grundrechte).
Zowel het Europees Verdrag van 1950 tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM) als het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie dat in december 2000 in Nice werd afgekondigd [10], bevat bepalingen die van toepassing zijn op een terugkeerbeleid ten aanzien van illegaal in de Unie verblijvende personen (artikelen 3, 5, 6, 8 en 13 van het EVRM en artikelen 3, 4, 19, 24 en 27 van het Handvest van de grondrechten).

Die im Dezember 2000 in Nizza proklamierte Charta der Grundrechte der Europäischen Union [12] bestätigt das Ziel der EU, die Grundrechte - einschließlich der grundlegenden Arbeitsnormen - zu fördern und vollständig in alle ihre Politiken und Aktionen zu integrieren.
Het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie [12] , dat in december 2000 in Nice is geproclameerd, bevestigt het streven van de EU om de grondrechten - met inbegrip van de fundamentele arbeidsnormen - te bevorderen en volledig te integreren in alle beleidsvormen en -maatregelen.