Der vorlegende Richter fragt den Gerichtshof, ob Artikel 1022 des Gerichtsgesetzbuches mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung vereinbar sei, insofern eine Verfahrensentschädigung der Staatsanwaltschaft zur Last gelegt werden könne, wenn diese in ihrer Disziplinarklage gegen einen Gerichtsvollzieher in Anwendung von Artikel 545 des Gerichtsgesetzbuches unterliege, während aufgrund von Artikel 162bis des Strafprozessgesetzbuches keine Verfahrensentschädigung vom Staat gefordert werden könne, wenn die Staatsanwaltschaft eine Strafverfolgung einleite, die mit einer Verfahrenseinstellung oder einem Freispruch ende.
De verwijzende rechter vraagt aan het Hof of artikel 1022 van het Gerechtelijk Wetboek bestaanbaar is met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre een rechtsplegingsvergoeding ten laste kan worden gelegd van het openbaar ministerie wanneer
het in het ongelijk wordt gesteld in zijn tuchtvordering gericht tegen een gerechtsdeurwaarder met toepassing van artikel 545 van het Gerechtelijk Wetboek, terwijl op grond van artikel 162bis van het Wetboek van strafvordering geen enkele rechtsplegingsvergoeding kan worden gevorderd van de Staat wanneer het openbaar ministerie een strafvordering instelt die eindigt met een buitenvervolgingste
...[+++]lling of een vrijspraak.