Vertaling van "ihre zusage einhalten müssen " (Duits → Nederlands) :

7. betont, dass die EU und weitere Industrieländer, die nicht der EU angehören, ihre Zusage einhalten müssen, umfangreichere, neue und zusätzliche Mittel für die Finanzierung des Klimaschutzes bereitzustellen, damit das Ziel, jährlich gemeinsam 100 Milliarden USD aus einer Vielzahl unterschiedlicher – öffentlicher und privater, bilateraler und multilateraler – Quellen, zu denen auch alternative Quellen gehören, zu mobilisieren, bis 2020 verwirklicht werden kann; bedauert die mangelnden Fortschritte bei der Zusätzlichkeit der Mittel für die Finanzierung des Klimaschutzes zur ODA; fordert gemeinsame internationale Anstrengungen der Industrie- und Schwellenländer, damit für das im Dezember 2015 auf der Konferenz von Paris abzuschließende Übereinkommen über weltweite Klimaschutzmaßnahmen neue und zusätzliche Mittel für die Finanzierung des Klimaschutzes in Entwicklungsländern gefunden werden, die jedoch nicht zu Lasten des Budgets für Entwicklung gehen dürfen; vertritt die Auffassung, dass die EU für den Weg hin zur uneingeschränkten Zusätzlichkeit Zwischenschritte vorschlagen sollte; fordert die Mitgliedstaaten auf, Einnahmen, die auf CO2 ‑Märkten erzielt wurden, für Klimaschutzmaßnahmen in den Entwicklungsländern zu verwenden; fordert darüber hinaus die Schwellenländer auf, für die Entwicklungsländer Mittel für die Finanzierung des Klimaschutzes zu mobilisieren;
7. onderstreept dat de EU en andere ontwikkelde landen hun toezeggingen moeten nakomen om meer, nieuwe en bijkomende middelen voor klimaatmaatregelen beschikbaar te stellen zodat tegen 2020 het doel wordt bereikt om samen jaarlijks 100 miljard US-dollar te mobiliseren uit een brede waaier aan openbare en particuliere, bilaterale en multilaterale bronnen, met inbegrip van alternatieve bronnen; betreurt het gebrek aan vooruitgang wat betreft de additionaliteit van de klimaatfinanciering en de officiële ontwikkelingshulp; dringt aan op een gezamenlijke internationale inspanning van ontwikkelde en opkomende landen om in de overeenkomst over wereldwijde klimaatmaatregelen die tijdens de conferentie van Parijs in december 2015 zal worden afgesloten, nieuwe en aanvullende klimaatfinanciering voor ontwikkelingslanden te vinden, maar niet ten koste van de begroting voor ontwikkelingssamenwerking; is van mening dat de EU tussenliggende stappen zou moeten voorstellen op de weg naar volledige additionaliteit; verzoekt de lidstaten om inkomsten uit koolstofmarkten te gebruiken voor klimaatmaatregelen in ontwikkelingslanden; verzoekt ook de opkomende landen klimaatfinanciering voor ontwikkelingslanden beschikbaar te stellen;

7. betont, dass die EU und weitere Industrieländer, die nicht der EU angehören, ihre Zusage einhalten müssen, umfangreichere, neue und zusätzliche Mittel für die Finanzierung des Klimaschutzes bereitzustellen, damit das Ziel, jährlich gemeinsam 100 Milliarden USD aus einer Vielzahl unterschiedlicher – öffentlicher und privater, bilateraler und multilateraler – Quellen, zu denen auch alternative Quelle gehören, zu mobilisieren, bis 2020 verwirklicht werden kann; bedauert die mangelnden Fortschritte bei der Zusätzlichkeit der Mittel für die Finanzierung des Klimaschutzes zur ODA; fordert gemeinsame internationale Anstrengungen der Industrie- und Schwellenländer, damit für das im Dezember 2015 auf der Konferenz von Paris abzuschließende Übereinkommen über weltweite Klimaschutzmaßnahmen neue und zusätzliche Mittel für die Finanzierung des Klimaschutzes in Entwicklungsländern gefunden werden, die jedoch nicht zu Lasten des Budgets für Entwicklung gehen dürfen; vertritt die Auffassung, dass die EU für den Weg hin zur uneingeschränkten Zusätzlichkeit Zwischenschritte vorschlagen sollte; fordert die Mitgliedstaaten auf, Einnahmen, die auf CO2-Märkten erzielt wurden, für Klimaschutzmaßnahmen in den Entwicklungsländern zu verwenden; fordert darüber hinaus die Schwellenländer auf, für die Entwicklungsländer Mittel für die Finanzierung des Klimaschutzes zu mobilisieren;
7. onderstreept dat de EU en andere ontwikkelde landen hun toezeggingen moeten nakomen om meer, nieuwe en bijkomende middelen voor klimaatmaatregelen beschikbaar te stellen zodat tegen 2020 het doel wordt bereikt om samen jaarlijks 100 miljard US-dollar te mobiliseren uit een brede waaier aan openbare en particuliere, bilaterale en multilaterale bronnen, met inbegrip van alternatieve bronnen; betreurt het gebrek aan vooruitgang wat betreft de additionaliteit van de klimaatfinanciering en de officiële ontwikkelingshulp; dringt aan op een gezamenlijke internationale inspanning van ontwikkelde en opkomende landen om in de overeenkomst over wereldwijde klimaatmaatregelen die tijdens de conferentie van Parijs in december 2015 zal worden afgesloten, nieuwe en aanvullende klimaatfinanciering voor ontwikkelingslanden te vinden, maar niet ten koste van de begroting voor ontwikkelingssamenwerking; is van mening dat de EU tussenliggende stappen zou moeten voorstellen op de weg naar volledige additionaliteit; verzoekt de lidstaten om inkomsten uit koolstofmarkten te gebruiken voor klimaatmaatregelen in ontwikkelingslanden; verzoekt ook de opkomende landen klimaatfinanciering voor ontwikkelingslanden beschikbaar te stellen;

K. in der Erwägung, dass nur sehr wenige Industrieländer ihre Zusage einhalten, 0,7 % des Bruttonationaleinkommens (BNE) als ODA, einschließlich 0,15 bis 0,20 % ihres BNE für die am wenigsten entwickelten Länder (LDC), bereitzustellen; in der Erwägung, dass sich die der EU im Jahr 2004 oder später beigetretenen Mitgliedstaaten verpflichtet haben, das Ziel der 0,33 % des BNE anzustreben, das bislang jedoch von keinem dieser Länder verwirklicht worden ist;
K. overwegende dat maar weinig ontwikkelde landen hun toezegging nakomen om 0,7 % van het bruto nationaal inkomen (bni) aan ontwikkelingshulp te besteden, waarvan 0,15 à 0,20 % van het bni aan de minst ontwikkelde landen (MOL); overwegende dat de lidstaten die in 2004 of later tot de EU zijn toegetreden, hebben toegezegd ernaar te streven 0,33 % van hun bni aan ontwikkelingshulp te besteden, maar dat geen van hen dit streefpercentage tot dusver heeft gehaald;

Die Mitgliedstaaten müssen sich an ihre Zusage halten und bis 2006 Strategien für ein lebenslanges Lernen aufstellen.
De lidstaten moeten hun verbintenis nakomen om tussen nu en 2006 strategieën voor levenslang leren vast te stellen.

Außerdem verhindern und zwingen die angefochtenen Bestimmungen die Gemeinden ebenfalls nicht, sich zu vereinigen, wobei die einzig mögliche Folge darin bestehen kann, dass die Gemeinden, die beschließen, sich zu vereinigen, sowohl die regionalen Rechtsvorschriften über die Bedingungen dieser Vereinigung als auch die föderalen Rechtsvorschriften über ihre steuerliche Regelung einhalten müssen, so wie es immer der Fall war.
Daarenboven beletten de bestreden bepalingen de gemeenten niet, en dwingen zij hen evenmin ertoe, zich te verenigen, waarbij het enige gevolg dat eruit kan voortvloeien is dat de gemeenten die ervoor kiezen zich te verenigen zowel de gewestwetgeving met betrekking tot de voorwaarden voor die vereniging als de federale wetgeving met betrekking tot hun fiscale regeling in acht moeten nemen, zoals dat steeds het geval is geweest.

Die Mitgliedstaaten, die der EU vor 2002 beigetreten sind, haben ihre Zusage bekräftigt, dass sie die ODA/BNE-Zielvorgabe von 0,7 % unter Berücksichtigung der Haushaltslage erreichen wollen, während diejenigen, die diese Zielquote bereits einhalten, sich verpflichtet haben, sie beizubehalten oder sogar zu erhöhen. Die Mitgliedstaaten, die der EU nach 2002 beigetreten sind, werden sich bemühen, eine Quote von 0,33 % des BNE zu erreichen.
De lidstaten die vóór 2002 tot de EU zijn toegetreden, bevestigden opnieuw hun toezegging het streefcijfer van 0,7% ODA/bni te halen, rekening houdend met hun begrotingssituatie, terwijl zij die deze doelstelling al hebben verwezenlijkt, zich ertoe verbinden op of boven die doelstelling te blijven. De lidstaten die na 2002 tot de EU zijn toegetreden, verbonden zich ertoe ernaar te streven hun ODA/bni tot 0,33% te verhogen.

die Verfahren, die die Aufsichtsbehörden einhalten müssen, wenn sie gemäß den Artikeln 237 bis 240 Informationen austauschen, ihre Rechte ausüben und ihre Pflichten erfüllen.“
de procedures die de toezichthoudende autoriteiten moeten volgen bij de uitwisseling van informatie, de uitoefening van hun rechten en de vervulling van hun plichten overeenkomstig de artikelen 237 tot en met 240”.

3. verweist darauf, dass die Einhaltung der kollektiven Zusage, die Millenniums-Entwicklungsziele zu erreichen, eine Verdoppelung der Anstrengungen zur Steigerung des Hilfeumfangs und zur Verbesserung der Wirksamkeit der Hilfe erfordern wird; begrüßt daher die Zusage der internationalen Geber, den Umfang der Hilfe gemäß der Entwicklungsfinanzierungskonferenz von Monterrey aufzustocken, und dringt darauf, dass diese Zusage eingehalten wird; besteht gegenüber den EU-Mitgliedstaaten darauf, dass sie ihre Zusage einhalten, im Jahre 2006 zunächst einen Hilfeumfang von 0,39% ihres BIP und anschließend von 0,7% zu erreichen; ist der Auffassung, dass die Haushaltsbehörde gewährleisten muss, dass die Einbeziehung in den Haushaltsplan eine Aufstockung des für die Hilfe verfügbaren Mittelumfangs während der gesamten Laufzeit der Finanziellen Vorausschau ermöglicht;
3. stelt vast dat de collectief aangegane verplichting om de Millenniumdoelstellingen voor ontwikkeling te bereiken veronderstelt dat de inspanningen om het steunniveau op te trekken worden verdubbeld en dat de efficiency van de steun wordt verbeterd; is dan ook zeer ingenomen met de toezegging van de internationale donoren om het steunniveau op te trekken overeenkomstig het bepaalde op de Ontwikkelingsconferentie van Monterrey en dringt erop aan dat deze toezegging ook wordt nagekomen; dringt er bij de EU-lidstaten op aan dat zij hun toezegging om in 2006 een gemiddeld steunniveau van 0,39% van hun BNP en van 0,7% daarna te willen bereiken, waarmaken; is van mening dat de begrotingsautoriteit dient te waarborgen dat opneming van het EOF in de begroting een verhoging van het totaal aan middelen voor ontwikkelingssteun gedurende de gehele looptijd van de financiële vooruitzichten mogelijk maakt;

3. verweist darauf, dass die Einhaltung der kollektiven Zusage, die Millenniums-Entwicklungsziele zu erreichen, eine Verdoppelung der Anstrengungen zur Steigerung des Hilfeumfangs und zur Verbesserung der Wirksamkeit der Hilfe erfordern wird; begrüßt daher die Zusage der internationalen Geber, den Umfang der Hilfe gemäß der Entwicklungsfinanzierungskonferenz von Monterrey aufzustocken, und dringt darauf, dass diese Zusage eingehalten wird; besteht gegenüber den EU-Mitgliedstaaten darauf, dass sie ihre Zusage einhalten, im Jahre 2006 zunächst einen Hilfeumfang von 0,39% ihres BIP und anschließend von 0,7% zu erreichen; ist der Auffassung, dass die Haushaltsbehörden gewährleisten müssen, dass die Einbeziehung in den Haushaltsplan eine Aufstockung des für die Hilfe verfügbaren Mittelumfangs während der gesamten Laufzeit der Finanziellen Vorausschau ermöglicht;
3. stelt vast dat de collectief aangegane verplichting om de Millenniumdoelstellingen voor ontwikkeling te bereiken veronderstelt dat de inspanningen om het steunniveau op te trekken worden verdubbeld en dat de efficiency van de steun wordt verbeterd; is dan ook zeer ingenomen met de toezegging van de internationale donoren om het steunniveau op te trekken overeenkomstig het bepaalde op de Ontwikkelingsconferentie van Monterrey en dringt erop aan dat deze toezegging ook wordt nagekomen; dringt er bij de EU-lidstaten op aan dat zij hun toezegging om in 2006 een gemiddeld steunniveau van 0,39% van hun BNP en van 0,7% daarna te willen bereiken, waarmaken; is van mening dat de begrotingsautoriteit dient te waarborgen dat opneming van het EOF in de begroting een verhoging van het totaal aan middelen voor ontwikkelingssteun gedurende de gehele looptijd van de financiële vooruitzichten mogelijk maakt;

Im Anschluss an die Beurteilung, ob Lebensmittelunternehmen das EU-Lebensmittelrecht einhalten, müssen die Vollzugsbehörden in einem zweiten Schritt untersuchen, ob ihre Vermarktungspraktiken in Bezug auf ihre Lebensmittelprodukte ebenfalls mit dem EU-Verbraucherschutzrecht übereinstimmen.
Na beoordeling of levensmiddelenbedrijven hebben voldaan aan de EU-levensmiddelenwetgeving, moeten de handhavingsautoriteiten als tweede stap onderzoeken of ook de marketingpraktijken met betrekking tot hun levensmiddelen aan de EU-wetgeving inzake consumentenbescherming voldoen.