Im fünften und letzten Klagegrund wird angeführt, dass die Artikel 10, 11 und 24 4 der Verfassung dadurch verletzt würden, dass die angefochtene Bestimmung
zur Aufteilung der einen Kategorie der definitiv ernannten autonomen Kunstlehrer, so wie sie vor dem Inkrafttreten des angefochtene
n Dekrets bestanden habe, in zwei Kategorien führe, nämlich einerseits Dozenten und andererseits Assistenten, und zwar aufgrund d
es weder relevanten noch ...[+++] objektiven Kriteriums des « grossen künstlerischen Rufs ».
In het vijfde en laatste middel wordt een schending aangevoerd van de artikelen 10, 11 en 24, 4, van de Grondwet, doordat de bestreden bepaling ertoe leidt dat de ene categorie van de vastbenoemde autonome leraars artistieke vakken, zoals die bestond vóór de inwerkingtreding van het bestreden decreet, wordt opgesplitst in twee categorieën, namelijk, enerzijds, docenten en, anderzijds, assistenten, op grond van het niet-pertinente of objectieve criterium van de « ruime artistieke faam ».