(3) In dem in Absatz 2 genannten Fall muss der Importeur die in Artikel 248 Absatz 1 der Verordnung (EWG) Nr. 2454/93 genannte Sicherheit hinterlegen, die der Dif
ferenz zwischen der Höhe des auf der Grundlage des für das betreffende Erzeugnis geltenden repr
äsentativen Preises berechneten zusätzlichen Einfuhrzolls und der Höhe des auf der Grundlage des cif-Einfuhr
preises der betreffenden Sendung berechneten zusätz
lichen Einfuhrzolls entspricht ...[+++].
3. In het in lid 2 bedoelde geval moet de importeur de in artikel 248, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 2454/93 bedoelde zekerheid stellen ten belope van het verschil tussen het bedrag van het aanvullend invoerrecht, berekend op basis van de representatieve prijs van het betrokken product, en het bedrag van het aanvullend invoerrecht, berekend op basis van de cif-invoerprijs van de betrokken zending.