Vertaling van "haftstrafe bedroht sind " (Duits → Nederlands) :

Bei strafbaren Handlungen, die mit einer Haftstrafe von mindestens drei Jahren bedroht sind, können die Parteien eine Erklärung abgeben, nach der sie auf die beiderseitige Strafbarkeit* verzichten.
Voor strafbare feiten waarop een gevangenisstraf van ten minste drie jaar staat, kunnen partijen een verklaring afleggen dat zij de voorwaarde van dubbele strafbaarheid niet vereisen*.

E. in der Erwägung, dass die Verurteilung von Nasrin Sotoudeh Bestandteil eines systematischen Vorgehens gegen Menschenrechtsanwälte und –aktivisten in Iran ist, wozu auch die Verurteilung von Shiva Nazar Ahari, der Mitbegründerin der Menschenrechtsorganisation „Committee of Human Rights Reporters“ und bekannten Menschenrechtsaktivistin, am 7. Januar 2011 zu vier Jahren Haft und 74 Peitschenhieben und die Verurteilung von Mohammad Seifzadeh, eines bekannten Rechtsanwalts, am 30. Oktober 2010 zu neun Jahren Haft und einem zehnjährigen Berufsverbot als Anwalt gehören, in der Erwägung, dass der Menschenrechtsanwalt Mohammad Oliyifard eine einjährige Haftstrafe dafür verbüßt, dass er sich für seine Klienten eingesetzt hat, sowie in der Erwägung, dass mit Mohammad Ali Dadkhah, Abdolfattah Soltani und Houtan Kian weitere Menschenrechtsaktivisten in Iran akut von Verfolgung bedroht sind,
E. overwegende dat de veroordeling van Sotoudeh deel uitmaakt van een systematische campagne tegen mensenrechtenadvocaten en -activisten in Iran, in het kader waarvan ook de veroordeling op 7 januari 2011 van Shiva Nazarahari, medeoprichter van het Comité van mensenrechtenverslaggevers en een prominente activist, tot vier jaar gevangenis en 74 zweepslagen moet worden gezien, alsmede de veroordeling op 30 oktober 2010 van Mohammed Seifzadeh, een prominente advocaat, tot negen jaar gevangenis en een tienjarig verbod op de uitoefening van zijn beroep als jurist; overwegende dat de mensenrechtenadvocaat Mohammad Oliyafar een eenjarige gevangenisstraf moet uitzitten voor de verdediging van zijn cliënten; overwegende dat daarnaast ook andere verdedigers van de mensenrechten in Iran, namelijk Mohammad Ali Dadkhah, Abdolfattah Soltani en Houtan Kian, rechtsvervolging boven het hoofd hangt,

E. in der Erwägung, dass die Verurteilung von Nasrin Sotoudeh Bestandteil eines systematischen Vorgehens gegen Menschenrechtsanwälte und –aktivisten in Iran ist, wozu auch die Verurteilung von Shiva Nazar Ahari, der Mitbegründerin der Menschenrechtsorganisation „Committee of Human Rights Reporters“ und bekannten Menschenrechtsaktivistin, am 7. Januar 2011 zu vier Jahren Haft und 74 Peitschenhieben und die Verurteilung von Mohammad Seifzadeh, eines bekannten Rechtsanwalts, am 30. Oktober 2010 zu neun Jahren Haft und einem zehnjährigen Berufsverbot als Anwalt gehören, in der Erwägung, dass der Menschenrechtsanwalt Mohammad Oliyifard eine einjährige Haftstrafe dafür verbüßt, dass er sich für seine Klienten eingesetzt hat, sowie in der Erwägung, dass mit Mohammad Ali Dadkhah, Abdolfattah Soltani und Houtan Kian weitere Menschenrechtsaktivisten in Iran akut von Verfolgung bedroht sind,
E. overwegende dat de veroordeling van Sotoudeh deel uitmaakt van een systematische campagne tegen mensenrechtenadvocaten en -activisten in Iran, in het kader waarvan ook de veroordeling op 7 januari 2011 van Shiva Nazarahari, mede-oprichter van het Comité van mensenrechtenverslaggevers en een prominente activist, tot vier jaar gevangenis en 74 zweepslagen moet worden gezien, alsmede de veroordeling op 30 oktober 2010 van Mohammed Seifzadeh, een prominente advocaat, tot negen jaar gevangenis en een tienjarig verbod op de uitoefening van zijn beroep als jurist; overwegende dat de mensenrechtenadvocaat Mohammad Oliyafar een eenjarige gevangenisstraf moet uitzitten voor de verdediging van zijn cliënten; overwegende dat daarnaast ook andere verdedigers van de mensenrechten in Iran, namelijk Mohammad Ali Dadkhah, Abdolfattah Soltani en Houtan Kian, rechtsvervolging boven het hoofd hangt,

G. in der Erwägung, dass auch die Mitarbeiter eines weiteren bekannten Menschenrechtszentrums im Iran, der Menschenrechtsorganisation Kurdistans, massiv von Übergriffen der Behörden betroffen und von der ständigen Gefahr einer Inhaftierung bedroht sind; in der Erwägung, dass insbesondere der Gründer dieser Organisation, Mohammad Sadiq Kaboudvand, aufgrund des Vorwurfs, der Aufbau seiner Organisation stelle eine "Handlung gegen die nationale Sicherheit" dar, zu einer zehnjährigen Haftstrafe verurteilt wurde,
G. overwegende dat leden van een ander bekend mensenrechtencentrum in Iran, de mensenrechtenorganisatie van Koerdistan (HROK) even ernstig worden geïntimideerd door de autoriteiten en voortdurend met aanhouding worden bedreigd; met name overwegende dat de stichter, Mohammad Sadiq Kaboudvand, veroordeeld is tot tien jaar gevangenisstraf op de beschuldiging tegen de nationale veiligheid te hebben gehandeld door de oprichting van de HROK,

G. in der Erwägung, dass auch die Mitarbeiter eines weiteren bekannten Menschenrechtszentrums im Iran, der Menschenrechtsorganisation Kurdistans, massiv von Übergriffen der Behörden betroffen und von der ständigen Gefahr einer Inhaftierung bedroht sind; in der Erwägung, dass insbesondere der Gründer dieser Organisation, Mohammad Sadiq Kaboudvand, aufgrund des Vorwurfs, der Aufbau seiner Organisation stelle eine „Handlung gegen die nationale Sicherheit“ dar, zu einer zehnjährigen Haftstrafe verurteilt wurde,
G. overwegende dat leden van een ander bekend mensenrechtencentrum in Iran, de mensenrechtenorganisatie van Koerdistan (HROK) even ernstig worden geïntimideerd door de autoriteiten en voortdurend met de dood worden bedreigd; met name overwegende dat de stichter, Mohammad Sadiq Kaboudvand, veroordeeld is tot tien jaar gevangenisstraf op de beschuldiging tegen de nationale veiligheid te hebben gehandeld door de oprichting van de HROK;

Der zweite Strafrahmen, der von 10 % bis 20% des Umsatzes reicht, gilt für besonders schwerwiegende Rechtsverletzungen, die nach Maßgabe der Richtlinie mit einer Haftstrafe bedroht sind.
Het tweede niveau, van 10 tot 20% van de omzet, betreft de ernstigste gevallen, waarvoor overeenkomstig de richtlijn gevangenisstraffen kunnen worden opgelegd.