Als fünften Klagegrund machen die klagenden Parteien geltend, dass das angefochtene Dekret, insbesondere seine Artikel 3, 5, 6 und 8, unvereinbar sei mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung, in Verbindung mit dem Verbot des Ermessensmissbrauchs und mit den Grundsätzen einer guten Gesetzgebung, insbesondere mit dem Vertrauensgrundsatz und dem objektiven Rechtssicherheitsgrundsatz.
Als vijfde middel voeren de verzoekende partijen een schending aan door het bestreden decreet, in het bijzonder de artikelen 3, 5, 6 en 8 ervan, van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in samenhang gelezen met het verbod op machtsafwending en met de beginselen van behoorlijke wetgeving, meer bepaald het vertrouwensbeginsel en het objectief rechtszekerheidsbeginsel.