Im ersten Klagegrund führen die klagenden Parteien an, dass die angefochtene Bestimmung nicht vereinbar sei mit den Artikeln 10, 11, 13 und 23 der Verfassung, gegebenenfalls in Verbindung mit den Artikeln 6, 13 und 14 der Europäischen Menschenrechtskonvention, mit Artikel 47 der Charta der Grundrechte der Europäischen Union,
mit dem allgemeinen Grundsatz des Zugangs zu den Gerichten und mit dem Grundsatz der Angemessenheit, da die Gebühr für die Eintragung in die List
e für ein Verfahren beim Rat für Genehmigungsstreitsachen pro Antrag
...[+++]steller geschuldet sei, während die Aktengebühr im Sinne von Artikel 4.7.21 des Flämischen Raumordnungskodex und die Kosten im Sinne von Artikel 1018 des Gerichtsgesetzbuches pro Rechtssache zu zahlen seien.In het eerste middel voeren de verzoekende partijen aan dat de bestreden bepaling niet bestaanbaar is met de artikelen 10, 11, 13 en 23 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met de artikelen 6, 13 en 14 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, met artikel 47 van het Handvest van de grondrechten
van de Europese Unie, met het algemeen beginsel van toegang tot de rechter en met het redelijkheidsbeginsel, doordat het rolrecht voor een procedure bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen per verzoeker verschuldigd is, terwijl de dossiervergoeding bedoeld in artikel 4.7.21 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de
...[+++]kosten bedoeld in artikel 1018 van het Gerechtelijk Wetboek per zaak verschuldigd zijn.