Vertaling van "grads an gegenseitigem vertrauen möglicherweise nicht ausreichen " (Duits → Nederlands) :

Es herrschen gewisse Bedenken, dass die Mitgliedschaft solcher Agenturen im ENQA und sogar ihre Aufnahme in das EQAR zum Aufbau des erforderlichen Grads an gegenseitigem Vertrauen möglicherweise nicht ausreichen.
Niet iedereen is ervan overtuigd dat het ENQA-lidmaatschap van organisaties, of zelfs hun opname in het EQAR-register, voldoende wederzijds vertrouwen oplevert.

34. stellt fest, dass in hochgradig integrierten Finanzmärkten eine Krise, die auf mehrere nationale Rechtsordnungen übergreift, nicht einzeln von den nationalen Behörden bewältigt werden kann; vertritt in diesem Zusammenhang die Auffassung, dass die bestehenden Netze von nationalen Aufsichtsbehörden, aufsichtsrechtlichen Vereinbarungen und rechtlich nicht verbindlichen Absichtserklärungen möglicherweise nicht ausreichen, um größere Krisen, die durch Marktversagen oder Zusammenbrüche bedeutender grenzüberschreitender Finanzkonzerne verursacht werden, zu bewältigen; vertritt die Auffassung, dass im Falle einer Krise die Zusammenarbeit und das gegenseitige Vertrauen zwischen Aufsichtsbehörden von entscheidender Bedeutung ist, und fordert die Kommission und die zuständigen nationalen Behörden auf, gemeinsam geeignete Vorschläge für ein wirksames Krisenmanagement auszuarbeiten und diese dem Parlament zur weiteren Prüfung zu unterbreiten;
34. merkt op dat een in sterk geïntegreerde financiële markten optredende crisis die zich uitbreidt over de nationale rechtsgrenzen heen, niet door individuele nationale autoriteiten kan worden opgelost; is in dat verband van mening dat de bestaande netwerken van nationale toezichthouders, controleregelingen en niet wettelijk bindende memoranda van overeenstemming onvoldoende zijn om het hoofd te kunnen bieden aan een grote crisis die veroorzaakt wordt doordat markten of belangrijke grensoverschrijdende financiële concerns het laten afweten; is van mening dat in tijden van crisis samenwerking en wederzijds vertrouwen tussen toezichthoudende instanties van cruciaal belang zijn en dringt er bij de Commissie en de verantwoordelijke nationale autoriteiten op aan samen passende voorstellen voor effectief crisisbeheer uit te werken en deze ter nadere beoordeling aan het Parlement voor te leggen;

34. stellt fest, dass in hochgradig integrierten Finanzmärkten eine Krise, die die einzelstaatlichen gerichtlichen Zuständigkeiten betrifft, nicht einzeln von den nationalen Behörden bewältigt werden kann; vertritt in diesem Zusammenhang die Auffassung, dass die bestehenden Netze von nationalen Aufsichtsbehörden, aufsichtsrechtlichen Vereinbarungen und unverbindlichen Absichtserklärungen möglicherweise nicht ausreichen, um größere Krisen, die durch Marktschwächen oder bedeutende grenzüberschreitende Finanzkonzerne verursacht werden, zu bewältigen; vertritt die Auffassung, dass im Falle einer Krise die Zusammenarbeit und das gegenseitige Vertrauen zwischen Aufsichtsbehörden von entscheidender Bedeutung ist, und fordert die Kommission und die zuständigen nationalen Behörden auf, gemeinsam geeignete Vorschläge für ein wirksames Krisenmanagement auszuarbeiten und diese dem Parlament zur weiteren Prüfung zu unterbreiten;
34. merkt op dat een in sterk geïntegreerde financiële markten optredende crisis die zich uitbreidt over de nationale rechtsgrenzen heen, niet door individuele nationale autoriteiten kan worden opgelost; is in dat verband van mening dat de bestaande netwerken van nationale toezichthouders, controleregelingen en niet wettelijk bindende memoranda van overeenstemming onvoldoende zijn om het hoofd te kunnen bieden aan een grote crisis die veroorzaakt wordt doordat markten of belangrijke grensoverschrijdende financiële concerns het laten afweten; is van mening dat in tijden van crisis samenwerking en wederzijds vertrouwen tussen toezichthoudende instanties van cruciaal belang zijn en dringt er bij de Commissie en de verantwoordelijke nationale autoriteiten op aan samen passende voorstellen voor effectief crisisbeheer uit te werken en deze ter nadere beoordeling aan het Parlement voor te leggen;