Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com

Traduction de «gewöhnlich nicht einschränkend dahingehend ausgelegt » (Allemand → Néerlandais) :

« Verstößt Artikel 2277 des Zivilgesetzbuches, dahingehend ausgelegt, dass ' alles, was jährlich oder in kürzeren, periodisch wiederkehrenden Fristen zahlbar ist ' mit den Schulden in Bezug auf Rückstände von Renten, Mieten und Zinsen von geliehenem Geld gleichzustellen ist, ohne dass aus diesem Grund die Anwendung dieser Bestimmung auf eine Forderung bezüglich anderer Elemente als Zinsen oder Einkünfte ausgeschlossen wäre, gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, insofern er einen nicht ...[+++]

« Schendt artikel 2277 van het Burgerlijk Wetboek, in die zin geïnterpreteerd dat ' al hetgeen betaalbaar is bij het jaar of bij kortere termijnen ' moet worden gelijkgesteld met de schulden van termijnen van renten, huren en interesten van geleende sommen, zonder dat daarom de toepassing van die bepaling op een vordering die andere elementen dan interesten of inkomsten omvat, zou zijn uitgesloten, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre het een niet redelijk verantwoord onderscheid invoert onder de schuldenaars van periodieke schulden, meer specifiek die met betrekking tot de maandelijkse afbetalingen van een lening op afbetal ...[+++]


Der Verfassungsgerichtshof, zusammengesetzt aus den Präsidenten J. Spreutels und E. De Groot, und den Richtern A. Alen, T. MerckxVan Goey, P. Nihoul, T. Giet und R. Leysen, unter Assistenz des Kanzlers P.-Y. Dutilleux, unter dem Vorsitz des Präsidenten J. Spreutels, erlässt nach Beratung folgenden Entscheid: I. Gegenstand der Vorabentscheidungsfragen und Verfahren In drei Entscheiden vom 7. April 2015 in Sachen des belgischen Staates gegen die « La Centrale » PGmbH, die « Genius Vision » PGmbH und die « L'Etal » AG, deren Ausfertigungen am 21. April 2015 in der Kanzlei des Gerichtshofes eingegangen sind, hat der Appellationshof Mons folgende Vorabentscheidungsfrage gestellt: « Verstößt Artikel 49/1 Absatz 4 des Gesetzes vom 31. Januar 2 ...[+++]

Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters J. Spreutels en E. De Groot, en de rechters A. Alen, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, T. Giet en R. Leysen, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter J. Spreutels, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vragen en rechtspleging Bij drie arresten van 7 april 2015 in zake de Belgische Staat tegen respectievelijk de bvba « La Centrale », de bvba « Genius Vision » en de nv « L'Etal », waarvan de expedities ter griffie van het Hof zijn ingekomen op 21 april 2015, heeft het Hof van Beroep te Bergen de volgende prejudici ...[+++]


Moerman, E. Derycke und F. Daoût, unter Assistenz des Kanzlers P.-Y. Dutilleux, unter dem Vorsitz des Präsidenten E. De Groot, erlässt nach Beratung folgenden Entscheid: I. Gegenstand der Vorabentscheidungsfrage und Verfahren In seinem Urteil vom 17. April 2015 in Sachen der Staatsanwaltschaft und A.D. und E.D. - Zivilparteien - gegen A.V. und die « VDA Co » PGmbH, dessen Ausfertigung am 22. Mai 2015 in der Kanzlei des Gerichtshofes eingegangen ist, hat das Gericht erster Instanz Ostflandern, Abteilung Dendermonde, folgende Vorabentscheidungsfrage gestellt: « Verstoßen die Artikel 1, 2 und 41 [zu lesen ist: 46] des Gesetzes über die Arbeitsunfälle gegen den in den Artikeln 10 und 11 der koordinierten Verfassung verankerten Grundsatz der Gleic ...[+++]

Moerman, E. Derycke en F. Daoût, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter E. De Groot, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging Bij vonnis van 17 april 2015 in zake het openbaar ministerie en A.D. en E.D., burgerlijke partijen, tegen A.V. en de bvba « VDA Co », waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 22 mei 2015, heeft de Rechtbank van eerste aanleg Oost-Vlaanderen, afdeling Dendermonde, de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schenden de artikelen 1, 2 en 41 [lees : 46] van de arbeidsongevallenwet het door de gecoördineerde Grondwet in de artikelen 10 en 11 gewaarborgde gelijkheids- en niet-discriminatiebeginsel, wanneer ze ald ...[+++]


Snappe, T. MerckxVan Goey, P. Nihoul, T. Giet und R. Leysen, unter Assistenz des Kanzlers P.-Y. Dutilleux, unter dem Vorsitz des Präsidenten J. Spreutels, erlässt nach Beratung folgenden Entscheid: I. Gegenstand der Vorabentscheidungsfrage und Verfahren In seinem Urteil vom 16. September 2013 in Sachen der Staatsanwaltschaft gegen Christophe Briand, dessen Ausfertigung am 30. Oktober 2015 in der Kanzlei des Gerichtshofes eingegangen ist, hat das Polizeigericht Brüssel folgende Vorabentscheidungsfrage gestellt: « Verstößt Artikel 62 § 8 [zu lesen ist: Absatz 8] des Gesetzes vom 16. März 1968 über die Straßenverkehrspolizei dadurch, dass er bestimmt, dass die Abschrift der Protokolle den ' Zuwiderhandelnden ' und ...[+++]

Snappe, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, T. Giet en R. Leysen, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter J. Spreutels, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging Bij vonnis van 16 september 2013 in zake het openbaar ministerie tegen Christophe Briand, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 30 oktober 2015, heeft de Politierechtbank te Brussel de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 62, § 8 [lees : achtste lid], van de wet van 16 maart 1968 betreffende de politie over het wegverkeer, in zoverre het bepaalt dat het afschrift van de processen-verbaal binnen een termijn van veertien dagen ' aan de overtre ...[+++]


Moerman, E. Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, F. Daoût, T. Giet und R. Leysen, unter Assistenz des Kanzlers P.-Y. Dutilleux, unter dem Vorsitz des Richters A. Alen, erlässt nach Beratung folgenden Entscheid: I. Gegenstand der Vorabentscheidungsfrage und Verfahren In seinem Urteil vom 23. Oktober 2014 in Sachen der « Herman Verboven » AG und anderer gegen die « Honda Motor Europe Logistics » AG, dessen Ausfertigung am 4. November 2014 in der Kanzlei des Gerichtshofes eingegangen ist, hat das Handelsgericht Gent, Abteilung Dendermonde, folgende Vorabentscheidungsfrage gestellt: « Verstößt Artikel 2262bis § 1 Absatz 2 des Zivilgesetzbuches, dahingehend ausgelegt ...[+++], dass die Schadenersatzklage, die aus einem Verstoß gegen die Artikel 101 und 102 des Vertrags über die Arbeitsweise der Europäischen Union und die Artikel 1 und 2 von Buch VI des Wirtschaftsgesetzbuches hervorgeht, verjähren kann, ehe eine formell rechtskräftig gewordene Entscheidung über das Vorhandensein eines Wettbewerbsverstoßes vorliegt, gegen den in den Artikeln 10 und 11 der Verfassung verankerten Gleichheitsgrundsatz, insofern die Klage von Geschädigten eines Wettbewerbsverstoßes in fünf Jahren nach der Kenntnisnahme der Identität der haftenden Person und des Schadens verjährt, während die Zivilklage von Geschädigten einer Straftat nicht verjähren kann, solange die Strafverfolgung nicht verjährt ist, wie in Artikel 26 Absatz 1 des einleitenden Titels des Strafprozessgesetzbuches vorgesehen?

Moerman, E. Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, F. Daoût, T. Giet en R. Leysen, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van rechter A. Alen, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging Bij vonnis van 23 oktober 2014 in zake de nv « Herman Verboven » en anderen tegen de nv « Honda Motor Europe Logistics », waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 4 november 2014, heeft de Rechtbank van Koophandel te Gent, afdeling Dendermonde, de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 2262bis, § 1, tweede lid, van het Burgerlijk Wetboek, ...[+++]


- Dahingehend ausgelegt, dass sie die NGBE in Bezug auf ihre Leistungen des öffentlichen Dienstes nicht aus dem Anwendungsbereich des Gesetzes ausschließen, verstoßen die kombinierten Artikel 1 Nr. 6 Buchstabe b), 31, 32 und 33 des Gesetzes vom 14. Juli 1991 über die Handelspraktiken sowie die Aufklärung und den Schutz der Verbraucher nicht gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung ».

- Zo geïnterpreteerd dat ze de NMBS, wat haar openbare dienstverlening betreft, niet uitsluiten van de toepassingssfeer van de wet, schenden de artikelen 1.6.b), 31, 32 en 33 van de wet van 14 juli 1991 betreffende de handelspraktijken en de voorlichting en bescherming van de consument, in samenhang gelezen, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet niet ».


« Verstösst Artikel 2277 des Zivilgesetzbuches, dahingehend ausgelegt, dass ' alles, was jährlich oder in kürzeren, periodisch wiederkehrenden Fristen zahlbar ist ' mit den Schulden in Bezug auf Rückstände von Renten, Mieten und Zinsen von geliehenem Geld gleichzustellen ist, ohne dass aus diesem Grund die Anwendung dieser Bestimmung auf eine Forderung bezüglich anderer Elemente als Zinsen oder Einkünfte ausgeschlossen wäre, gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, insofern er einen nicht ...[+++]

« Schendt artikel 2277 van het Burgerlijk Wetboek, in die zin geïnterpreteerd dat ' al hetgeen betaalbaar is bij het jaar of bij kortere termijnen ' moet worden gelijkgesteld met de schulden van termijnen van renten, huren en interesten van geleende sommen, zonder dat daarom de toepassing van die bepaling op een vordering die andere elementen dan interesten of inkomsten omvat, zou zijn uitgesloten, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre het een niet redelijk verantwoord onderscheid invoert onder de schuldenaars van periodieke schulden, meer specifiek die met betrekking tot de maandelijkse afbetalingen van een lening op afbetal ...[+++]


« Verstößt Artikel 19bis-11 § 2 des Gesetzes vom 21. November 1989, dahingehend ausgelegt, dass er den Sachschaden (nicht Körperschaden) des Opfers eines Verkehrsunfalls, bei dem die Haftung der Fahrer der am Unfall beteiligten Fahrzeuge nicht festgestellt werden kann, nicht von der Entschädigungsregelung ausschließt, gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, während das Opfer eines Verkehrsunfalls, der von einem nicht identifizierten Fahrzeug verursacht wurde, gemäß Artikel 19bis-11 § 1 Nr. 7 des Gesetzes vom 21. November 1989 in Verbindung mit Artik ...[+++]

« Schendt artikel 19bis-11, § 2, van de wet van 21 november 1989, geïnterpreteerd in die zin dat het de materiële (niet-lichamelijke) schade van het slachtoffer van een verkeersongeval waarvoor de aansprakelijkheid van de bestuurders van de betrokken voertuigen niet kan worden vastgesteld niet uitsluit van de vergoedingsregeling, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, terwijl het slachtoffer van een verkeersongeval dat is veroorzaakt door een niet-geïdentificeerd voertuig enkel de vergoeding van zijn lichamelijke schade kan verkrijgen krachtens artikel 19bis-11, § 1, 7°, van de wet van 21 november 1989, in samenhang gelezen met artikel 2 ...[+++]


Entsprechend wird das Kriterium des Einflusses auf den Handel gewöhnlich nicht einschränkend dahingehend ausgelegt, dass eine Maßnahme im Allgemeinen dann als staatliche Beihilfe betrachtet wird, wenn sie geeignet ist, den Handel zwischen den EWR-Staaten zu beeinträchtigen (59).

Derhalve is het criterium van de beïnvloeding van het handelsverkeer niet-beperkend uitgelegd, waarbij in het algemeen een maatregel als staatssteun wordt beschouwd indien deze het handelsverkeer tussen EVA-Staten ongunstig kan beïnvloeden (59).


Die Gerichte der Gemeinschaft haben jedoch bisher die Verordnung (EWG) Nr. 4064/89 nicht ausdrücklich dahingehend ausgelegt, dass Zusammenschlüsse, die solche nicht koordinierten Auswirkungen haben, für mit dem Gemeinsamen Markt unvereinbar zu erklären sind.

Tot dusverre hebben de communautaire rechtscolleges Verordening (EEG) nr. 4064/89 echter niet uitdrukkelijk uitgelegd in die zin dat concentraties die dergelijke niet aan coördinatie toe te schrijven gevolgen teweegbrengen, onverenigbaar dienen te worden verklaard met de gemeenschappelijke markt.


w