7. bekräftigt erneut seine Forderung, dass die Beitrittsländer die Maßnahmen zum Verbot der Verwendung, Ausfuhr und Wiederausfuhr nachgeahmter Waren und unerlaubt hergestellter Vervielfältigungsstücke intensivieren; vertritt die Auffassung, dass die Wahrung der Rechte auf geistiges und gewerbliches Eigentum erheblich gestärkt und die Zusammenarbeit zwischen den zuständigen Behörden zwecks Gewährleistung dieser Rechte intensiviert werden muss;
7. dringt nogmaals aan op krachtiger maatregelen door de kandidaatlanden om de aanmaak, uitvoer, heruitvoer en verkoop van namaak- en piraterijproducten tegen te gaan; meent dat de intellectuele en industriële eigendomsrechten strenger moeten worden geëerbiedigd en de samenwerking tussen de instanties die de eerbiediging van die rechten moeten afdwingen, moet worden versterkt.
