F. in Anbetracht der Tatsache, dass eine Unterwanderung der Gesellschaft durch das organisierte Verbrechen eine konkrete Gefahr für grundlegende rechtsstaatliche Prinzipien wie die Unabhängigkeit der Justiz oder die Gesetzmäßigkeit der Verwaltung darstellt, die Europäische Union sich aber gemäß Artikel 6 Absatz 1 EUV den Grundsätzen "der Freiheit, der Demokratie, der Achtung der Menschenrechte und Grundfreiheiten sowie der Rechtsstaatlichkeit” verschrieben hat und somit eine rechtliche und moralische Verpflichtung für die Europäische Union besteht, zur Bekämpfung der organisierten Kriminalität beizutragen,
F. overwegende dat ondergraving van de samenleving door de georganiseerde criminaliteit een concreet gevaar is voor fundamentele beginselen van de rechtsstaat, zoals een onafhankelijke rechterlijke macht of de rechtmatigheid van bestuur; dat de Europese Unie overeenkomstig artikel 6, lid 1 van het EU-Verdrag is gegrondvest op de beginselen van "vrijheid, democratie, eerbiediging van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden, en van de rechtsstaat” en daardoor juridisch en moreel verplicht is bij te dragen aan de bestrijding van de georganiseerde criminaliteit,