Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com

Traduction de «gesetz bereits insofern » (Allemand → Néerlandais) :

in der Erwägung, dass trotz breit gefächerter Kritik der Zivilgesellschaft und der internationalen Gemeinschaft das Gesetz über Vereinigungen und nichtstaatliche Organisationen in Kraft getreten ist, auf dessen Grundlage die Staatsorgane befugt sind, nach eigenem Ermessen Menschenrechtsorganisationen zu schließen und deren Gründung zu verhindern, und dass dieses Gesetz bereits insofern abschreckende Wirkung gezeitigt hat, als Menschenrechtsverfechter in Kambodscha nicht tätig werden und die Tätigkeit der Zivilgesellschaft behindert wird.

overwegende dat de afkondiging van de wet inzake verenigingen en niet-gouvernementele organisaties (LANGO) ondanks algemene kritiek vanuit het maatschappelijk middenveld en de internationale gemeenschap, ertoe heeft geleid dat overheidsorganen de bevoegdheid hebben naar eigen inzicht bestaande mensenrechtenorganisaties en de oprichting van nieuwe mensenrechtenorganisaties te verbieden, en er nu reeds voor zorgt dat activiteiten op het gebied van de mensenrechten in Cambodja en acties van maatschappelijke organisaties onmogelijk worden gemaakt.


I. in der Erwägung, dass unlängst trotz breit gefächerter Kritik der Zivilgesellschaft und der internationalen Gemeinschaft das Gesetz über Vereinigungen und nichtstaatliche Organisationen in Kraft getreten ist, auf dessen Grundlage die Staatsorgane befugt sind, nach eigenem Ermessen Menschenrechtsorganisationen zu schließen und deren Gründung zu verhindern, und dass dieses Gesetz bereits insofern abschreckende Wirkung gezeitigt hat, als Menschenrechtsverfechter in Kambodscha nicht tätig werden und die Tätigkeit der Zivilgesellschaft behindert wird;

I. overwegende dat de vaststelling van de wet inzake verenigingen en niet-gouvernementele organisaties (LANGO) ondanks algemene kritiek vanuit het maatschappelijk middenveld en de internationale gemeenschap, ertoe heeft geleid dat overheidsorganen de bevoegdheid hebben naar eigen inzicht bestaande mensenrechtenorganisaties en de oprichting van nieuwe menenrechtenorganisaties te verbieden, en er nu reeds voor zorgt dat activiteiten op het gebied van de mensenrechten in Cambodja en acties van maatschappelijke organisaties onmogelijk worden gemaakt;


I. in der Erwägung, dass unlängst trotz breit gefächerter Kritik der Zivilgesellschaft und der internationalen Gemeinschaft das Gesetz über Vereinigungen und nichtstaatliche Organisationen in Kraft getreten ist, auf dessen Grundlage die Staatsorgane befugt sind, nach eigenem Ermessen Menschenrechtsorganisationen zu schließen und deren Gründung zu verhindern, und dass dieses Gesetz bereits insofern abschreckende Wirkung gezeitigt hat, als Menschenrechtsverfechter in Kambodscha nicht tätig werden und die Tätigkeit der Zivilgesellschaft behindert wird;

I. overwegende dat de vaststelling van de wet inzake verenigingen en niet-gouvernementele organisaties (LANGO) ondanks algemene kritiek vanuit het maatschappelijk middenveld en de internationale gemeenschap, ertoe heeft geleid dat overheidsorganen de bevoegdheid hebben naar eigen inzicht bestaande mensenrechtenorganisaties en de oprichting van nieuwe menenrechtenorganisaties te verbieden, en er nu reeds voor zorgt dat activiteiten op het gebied van de mensenrechten in Cambodja en acties van maatschappelijke organisaties onmogelijk worden gemaakt;


Diese Situation war bereits zum Teil im früheren Artikel 188 des Strafprozessgesetzbuches ins Auge gefasst worden, nämlich insofern es sich um eine Abwesenheit auf der ersten sachdienlichen Sitzung nach der Einlegung des Einspruchs handelte, und sie wurde durch Artikel 83 des Gesetzes vom 5. Februar 2016 auf alle Abwesenheiten des Einspruchsklägers im Einspruchsverfahren ausgedehnt.

Die situatie werd reeds gedeeltelijk geviseerd bij het vroegere artikel 188 van het Wetboek van strafvordering, namelijk in zoverre het een afwezigheid op de eerste nuttige terechtzitting na het aantekenen van het verzet betrof, en werd bij artikel 83 van de wet van 5 februari 2016 uitgebreid tot alle afwezigheden van de verzetdoende partij in de verzetsprocedure.


Artikel 10 § 3 des Gesetzes vom 20. Juli 1971 zur Einführung garantierter Familienleistungen verstößt gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, insofern er die Gewährung der Sonderpauschale von dem Erfordernis abhängig macht, dass die betreffende Person unmittelbar vor der Unterbringung des Kindes in einer Einrichtung bereits die aufgrund dieses Gesetzes garantierten Familienleistungen für dieses Kind erhalten hat.

Artikel 10, § 3, van de wet van 20 juli 1971 tot instelling van gewaarborgde gezinsbijslag schendt de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre het de bijzondere forfaitaire bijslag afhankelijk maakt van de vereiste dat de beoogde persoon onmiddellijk voorafgaand aan de plaatsing van het kind in een instelling reeds de krachtens die wet gewaarborgde gezinsbijslag voor dat kind heeft genoten.


« Verstößt Artikel 14 § 2 des Gesetzes vom 29. Juni 1964 über die Aussetzung, den Aufschub und die Bewährung, insofern er nicht die Möglichkeit für den Richter vorsieht, den Zeitraum zu berücksichtigen, in dem die auferlegten Auflagen eingehalten wurden, damit die mit dem widerrufenen Aufschub verbundene Gefängnisstrafe nur teilweise wieder vollstreckt wird, gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, indem Artikel 37undecies Absatz 4 des Strafgesetzbuches im Falle der Verurteilung zu einer autonomen Bewährungsstrafe die Verpflichtun ...[+++]

« Schendt artikel 14, § 2, van de wet van 29 juni 1964 betreffende de opschorting, het uitstel en de probatie, in zoverre het niet voorziet in de mogelijkheid voor de rechter om rekening te houden met de periode tijdens welke de opgelegde voorwaarden werden nageleefd teneinde de gevangenisstraf die met het herroepen uitstel gepaard gaat, maar gedeeltelijk opnieuw ten uitvoer te leggen, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, aangezien artikel 37undecies, vierde lid, van het Strafwetboek, bij een veroordeling tot een autonome probatiestraf, voorziet in de verplichting voor het openbaar ministerie dat de vervangende gevangenisstraf ten uitv ...[+++]


Der Staatsrat befragt den Gerichtshof zur Vereinbarkeit von Artikel 7 des vorerwähnten Gesetzes vom 16. März 2000, ersetzt durch Artikel 13 des vorerwähnten Gesetzes vom 10. Januar 2010, mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung, gegebenenfalls in Verbindung mit dem Grundsatz der Rechtssicherheit, insofern diese Bestimmung auf die gleiche Weise gelte für einerseits die Militäranwärter des aktiven Kaders, die sich unter dem früheren Gesetz in der Armee verpflichtet hätten und die zum Zeitpunkt des Inkrafttretens der fraglichen B ...[+++]

De Raad van State stelt aan het Hof vragen over de bestaanbaarheid van artikel 7 van de voormelde wet van 16 maart 2000, zoals het is vervangen bij artikel 13 van de voormelde wet van 10 januari 2010, met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met het beginsel van rechtszekerheid, in zoverre die bepaling op dezelfde manier geldt, enerzijds, voor de kandidaat-militairen van het actief kader die in het leger dienst hadden genomen onder de gelding van de vroegere wet en die, op het ogenblik van de inwerkingtreding van de in het geding zijnde bepaling, al (eerste prejudiciële vraag) dan niet (tweede prejudici ...[+++]


Moerman, E. Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, F. Daoût, T. Giet und R. Leysen, unter Assistenz des Kanzlers F. Meersschaut, unter dem Vorsitz des Präsidenten E. De Groot, erlässt nach Beratung folgenden Entscheid: I. Gegenstand der Vorabentscheidungsfrage und Verfahren In seinem Entscheid vom 12. Mai 2015 in Sachen S. V. D. und E.P. gegen A. L., G.G. und D.V., dessen Ausfertigung am 5. Juni 2015 in der Kanzlei des Gerichtshofes eingegangen ist, hat der Kassationshof folgende Vorabentscheidungsfrage gestellt: « Verstößt Artikel 235bis § 6 des Strafprozessgesetzbuches gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung in Verbindung mit de ...[+++]

Moerman, E. Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, F. Daoût, T. Giet en R. Leysen, bijgestaan door de griffier F. Meersschaut, onder voorzitterschap van voorzitter E. De Groot, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging Bij arrest van 12 mei 2015 in zake S. V. D. en E.P. tegen A.L., G.G. en D.V., waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 5 juni 2015, heeft het Hof van Cassatie de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt het artikel 235bis, § 6, Wetboek van Strafvordering de artikelen 10 en 11 Grondwet, in samenhang gelezen met het recht op een eerlijk proces u ...[+++]


Der Verfassungsgerichtshof, zusammengesetzt aus den Präsidenten E. De Groot und J. Spreutels, und den Richtern A. Alen, T. MerckxVan Goey, P. Nihoul, T. Giet und R. Leysen, unter Assistenz des Kanzlers F. Meersschaut, unter dem Vorsitz des Präsidenten E. De Groot, erlässt nach Beratung folgenden Entscheid: I. Gegenstand der Vorabentscheidungsfrage und Verfahren In seinem Entscheid vom 4. Februar 2015 in Sachen Marianne Paelinck gegen das Amt für die Sonderregelungen der sozialen Sicherheit, dessen Ausfertigung am 12. Februar 2015 in der Kanzlei des Gerichtshofes eingegangen ist, hat der Arbeitsgerichtshof Antwerpen folgende Vorabentscheidungsfrage gestellt: « Verstößt Artikel 22sexies des Gesetzes ...[+++]

Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters E. De Groot en J. Spreutels, en de rechters A. Alen, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, T. Giet en R. Leysen, bijgestaan door de griffier F. Meersschaut, onder voorzitterschap van voorzitter E. De Groot, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging Bij arrest van 4 februari 2015 in zake Marianne Paelinck tegen de Dienst voor de bijzondere socialezekerheidsstelsels, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 12 februari 2015, heeft het Arbeidshof te Antwerpen de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 22s ...[+++]


Moerman, E. Derycke und F. Daoût, unter Assistenz des Kanzlers F. Meersschaut, unter dem Vorsitz des Präsidenten Richters A. Alen, erlässt nach Beratung folgenden Entscheid: I. Gegenstand der Vorabentscheidungsfrage und Verfahren In seinem Entscheid vom 9. Februar 2015 in Sachen der « NMBS Logistics » AG gegen Tom Proost, dessen Ausfertigung am 11. Februar 2015 in der Kanzlei des Gerichtshofes eingegangen ist, hat der Arbeitsgerichtshof Antwerpen folgende Vorabentscheidungsfrage gestellt: « Verstößt Artikel 82 § 3 des Gesetzes vom 3. Juli 1978 über die Arbeitsverträge in der am 27. Dezember 2012 anwendbaren Fassung, dahin ausgelegt, ...[+++]

Moerman, E. Derycke en F. Daoût, bijgestaan door de griffier F. Meersschaut, onder voorzitterschap van rechter A. Alen, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging Bij arrest van 9 februari 2015 in zake de nv « NMBS Logistics » tegen Tom Proost, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 11 februari 2015, heeft het Arbeidshof te Antwerpen de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 82 § 3 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten, in de versie zoals van toepassing op 27 december 2012, en aldus geïnterpreteerd dat de opzeggingstermijn ...[+++]




datacenter (6): www.wordscope.be (v4.0.br)

'gesetz bereits insofern' ->

Date index: 2022-08-03
w