Die Klägerinnen in den Rechtssachen Nrn. 1992 und 1998 erheben den Vorwurf, dass Artikel 27 Absatz 1 des angefochtenen Gesetzes die Kumulierung einer B-Lizenz (Betreibung von Automatenspielhallen) mit einer E-Lizenz (Verkauf, Einfuhr, Vermietung, Ausfuhr, und Ausrüstung von Glücksspielen) verbiete und somit auf diskriminierende Weise gegen Artikel 23 der Verfassung, gegen Artikel 43 des EG-Vertrags und gegen die Gewerbe- und Handelsfreiheit sowie gegen das Eigentumsrecht verstosse.
De verzoeksters in de zaken nrs. 1992 en 1998 verwijten artikel 27, eerste lid, van de aangevochten wet dat het verbiedt een vergunning van klasse B (exploitatie van speelautomatenhallen) te cumuleren met een vergunning van klasse E (verkoop, invoer, verhuur, uitvoer en uitrusting van kansspelen) en aldus op discriminerende wijze afbreuk doet aan artikel 23 van de Grondwet, aan artikel 43 van het E.G.-Verdrag en aan de vrijheid van handel en nijverheid alsmede aan het eigendomsrecht.