Traduction de «fügt man dann » (Allemand → Néerlandais) :

Fügt man dann noch die demographische Krise und ihre Auswirkungen in einigen Ländern hinzu, dann haben wir ein Rezept für den garantierten wirtschaftlichen Abschwung.
Tel hier bij op de demografische krimp die in sommige landen heerst, en we hebben een kant-en-klaar recept voor het gegarandeerd instorten van de economie.

Fügt man dazu die gemischten Bilanzen der europäischen Imperien hinzu, dann ist etwas Demut angebracht, auch wenn wir feststellen, dass die Demokratie die notwendige Grundlage des menschlichen Fortschritts ist.
Laten we daarbij ook bedenken, gezien de niet altijd even fraaie rol die de Europese wereldrijken hebben gespeeld, dat enige nederigheid wel op zijn plaats is, zelfs als we aannemen dat democratie het noodzakelijke fundament is onder de vooruitgang van de mens.

Dann fügt man 120 ml Wasser und 15 ml 6 mol/l Salzsäure (3.2) zu.
Voeg 15 ml 6 mol/l-zoutzuuroplossing (3.2.) en 120 ml water toe.

Danach fügt man 400 ml Wasser zu, schüttelt eine halbe Stunde lang im Rotationsschüttelapparat (5.4) und fuellt dann mit Wasser zur Marke auf.
Voeg 400 ml water toe en laat gedurende 1/2 uur roteren in het roteerapparaat (5.4).

Dann fügt man 5 g Seignettesalz (Natrium-Kaliumtartrat) und so lange Natriumhydrogencarbonat hinzu, bis die Lösung gegen Lackmuspapier alkalisch reagiert.
Voeg vervolgens 5 g Seignette-zout p.a (natriumkaliumtartraat) en zoveel natriumwaterstofcarbonaat p.a. toe totdat de oplossing alkalisch reageert ten opzichte van lakmoespapier.

Dann fügt man 120 ml Wasser und 15 ml 6 mol/l Salzsäure (3.2) zu.
Voeg 15 ml 6 mol/l-zoutzuuroplossing (3.2) en 120 ml water toe.

6.1. Man pipettiert 50 ml der Probe - oder 200 ml bei einem zu erwartenden Stickstoffgehalt von weniger als 0,2 g per hl der Probe - in eine Glasschale und fügt 1 ml einer 1 mol/l Schwefelsäure (4.1) hinzu; die Schale (5.1) wird dann auf ein Wasserbad (5.2) gesetzt und der Inhalt bis auf etwa 1 ml eingedampft.
6.1. Pipetteer 50 ml van het monster (of 200 ml bij een verwacht stikstofgehalte van minder dan 0,2 g per hl van het monster) in een glazen schaal, voeg 1 ml zwavelzuur van 1 mol/l (4.1) toe, zet de schaal (5.1) op een waterbad (5.2) en verdamp totdat er ongeveer 1 ml overblijft.

Man pipettiert 50 ml der Probe — oder 200 ml bei einem zu erwartenden Stickstoffgehalt von weniger als 0,2 g per hl der Probe — in eine Glasschale und fügt 1 ml einer 1 mol/l Schwefelsäure (4.1) hinzu; die Schale (5.1) wird dann auf ein Wasserbad (5.2) gesetzt und der Inhalt bis auf etwa 1 ml eingedampft.
Pipetteer 50 ml van het monster (of 200 ml bij een verwacht stikstofgehalte van minder dan 0,2 g per hl van het monster) in een glazen schaal, voeg 1 ml zwavelzuur van 1 mol/l (4.1) toe, zet de schaal (5.1) op een waterbad (5.2) en verdamp totdat er ongeveer 1 ml overblijft.

Dann fügt man, wie bei der Bestimmung der Milchsäure, 5 ml Nitroprussid-Natriumlösung (3.1.2.5) und 5 ml 10%ige Piperidinlösung (3.1.2.6) zu; nach dem Durchmischen misst man die entstandene Färbung unter den oben angegebenen Bedingungen und berechnet aus der erhaltenen Extinktion den durch acetaldehydschweflige Säure vorgetäuschten Milchsäuregehalt B in g/l.
Voeg vervolgens, zoals bij de bepaling van melkzuur, 5 ml natriumnitroprussideoplossing 2 % (3.1.2.5) en 5 ml piperidineoplossing 10 % (3.1.2.6) toe.