Die Regierung der Französischen Gemeinschaft ficht das Interesse der klagenden Parteien an der Anfechtung sowohl von Artikel 4 als auch von Artikel 12 an und macht geltend, dass die These der klagenden Parteien dazu führe, im Namen der Unterrichtsfreiheit eine vollständige pädagogische Autonomie zu fordern, die nicht mit Artikel 24 § 1 und der diesbezüglichen Rechtsprechung des Hofes vereinbar sei.
De Franse Gemeenschapsregering betwist het belang van de verzoekende partijen om zowel artikel 4 als artikel 12 te betwisten en zet uiteen dat de stelling van de verzoeksters ertoe leidt dat in naam van de vrijheid van onderwijs een volledige pedagogische autonomie wordt geëist, die niet verenigbaar is met artikel 24, § 1, en met de rechtspraak van het Hof dienaangaande.