1. Die Mitgliedstaaten erstellen, führen und verbessern fortlaufend nationale Inventarsysteme, um anthropogene Emissionen der Treibhausgase gemäß Anhang I dieser Verordnung und deren Abbau durch Senken zu schätzen, und gewährleisten die Aktualität, Transparenz, Genauigkeit, Kohärenz, Vergleichbarkeit und Vollständigkeit ihrer Treibhausgasinventare.
1. De lidstaten zorgen in voor het vaststellen, opzetten en voortdurend verbeteren van nationale inventarisatiesystemen om een raming te maken van antropogene emissies per bron en verwijderingen per put van broeikasgassen zoals vermeld in bijlage I bij deze verordening en te zorgen voor de tijdige voltooiing, transparantie, nauwkeurigheid, consistentie, vergelijkbaarheid en volledigheid van hun broeikasgasinventarissen.