(3) Unbeschadet des Artikels 4 Absatz 2 dieser Verordnung erstrecken sich die finanziellen Vor-Ort-Kontrollen auf mindestens 10 % des kumulierten Beitrags der Union zu den Projekten, die in der jährlichen Rechnungslegung nach Artikel 39 der Verordnung (EU) Nr. 514/2014 für abgeschlossen erklärt wurden.
3. Onverminderd artikel 4, lid 2, van deze verordening, bestrijken de financiële controles ter plaatse ten minste 10 % van de gecumuleerde bijdrage van de Unie aan de projecten waarvoor in de in artikel 39 van Verordening (EU) nr. 514/2014 bedoelde jaarrekening is verklaard dat deze afgerond zijn.