Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com

Vertaling van "festgelegte frist ebenfalls nicht kürzer " (Duits → Nederlands) :

In Abweichung von Absatz 1 darf die in Artikel 359 festgelegte Frist ebenfalls nicht kürzer sein als sechs Monate ab dem Datum, an dem der in Artikel 306 erwähnte Veranlagungsvorschlag dem Steuerpflichtigen zugesandt wurde ».

In afwijking van het eerste lid mag de in artikel 359 gestelde termijn evenwel niet korter zijn dan zes maanden te rekenen vanaf de datum waarop het in artikel 306 bedoelde voorstel van aanslag aan de belastingplichtige is toegestuurd ».


Diese Frist scheint nicht ausreichend zu sein. - In Artikel 12bis § 5 Nr. 3 des Elektrizitätsgesetzes ist jedoch der Beginn des regulierten Zeitraums auf den 1. Januar festgelegt.

Die termijn lijkt niet toereikend; - bij artikel 12bis, § 5, 3°, van de Elektriciteitswet wordt de aanvang van de gereguleerde periode evenwel op 1 januari vastgesteld.


Für einen Plan oder ein Programm, der beziehungsweise das gemäß Artikel 4.2.1 Absatz 1 des Dekrets vom 5. April 1995 zum Anwendungsbereich des vorerwähnten Kapitels gehört und in dem nicht die Nutzung eines kleinen Gebiets auf lokaler Ebene festgelegt wird und der oder das ebenfalls nicht eine geringfügige Abänderung beinhaltet, muss ein Umweltverträglichkeitsbericht in den in Artikel 4.2.3 § 2 desselben Dekrets festgelegten Fällen erstellt wer ...[+++]

Voor een plan of programma dat overeenkomstig artikel 4.2.1, eerste lid, van het decreet van 5 april 1995 onder het toepassingsgebied van het voormelde hoofdstuk valt, en dat niet het gebruik bepaalt van een klein gebied op lokaal niveau, noch een kleine wijziging inhoudt, moet een plan-MER worden opgemaakt in de gevallen bepaald in artikel 4.2.3, § 2, van hetzelfde decreet.


Moerman, E. Derycke und F. Daoût, unter Assistenz des Kanzlers F. Meersschaut, unter dem Vorsitz des Richters A. Alen, erlässt nach Beratung folgenden Entscheid: I. Gegenstand der Vorabentscheidungsfrage und Verfahren In seinem Urteil vom 23. Dezember 2014 in Sachen Tonia Tollenaere gegen die « AXA Belgium » AG und die « Generali Belgium » AG, dessen Ausfertigung am 13. Januar 2015 in der Kanzlei des Gerichtshofes eingegangen ist, hat das Gericht erster Instanz Ostflandern, Abteilung Gent, folgende Vorabentscheidungsfrage gestellt: « Verstößt Artikel 3 Absatz 3 des Gesetzes vom 13. Januar 2012 zur Einfügung eines Artikels 110/1 in das Gesetz vom 25. Juni 1992 über den Landv ...[+++]

Moerman, E. Derycke en F. Daoût, bijgestaan door de griffier F. Meersschaut, onder voorzitterschap van rechter A. Alen, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging Bij vonnis van 23 december 2014 in zake Tonia Tollenaere tegen de nv « AXA Belgium » en de nv « Generali Belgium », waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 13 januari 2015, heeft de Rechtbank van eerste aanleg Oost-Vlaanderen, afdeling Gent, de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 3, derde lid, van de wet van 13 januari 2012 tot invoeging van artikel 110/1 in de wet van 25 juni 1992 op d ...[+++]


Die durch den Gesetzgeber festgelegte Frist von drei Jahren kann ebenfalls als vernünftig gelten, zumal in Anwendung von Artikel 60 Absatz 3 des Registrierungs-, Hypotheken- und Kanzleigebührengesetzbuches höhere Gewalt angeführt werden kann, um den Vorteil der gewährten Ermäßigung zu behalten.

De door de wetgever vastgestelde termijn van drie jaar kan tevens als redelijk worden beschouwd temeer omdat met toepassing van artikel 60, derde lid, van het Wetboek der registratie-, hypotheek- en griffierechten overmacht kan worden aangevoerd om het voordeel van de verkregen verlaging te behouden.


In dieser Auslegung sind die fraglichen Bestimmungen nicht mit Artikel 16 der Verfassung vereinbar und angesichts der Tragweite der präjudiziellen Frage, wie sie in B.20 festgelegt wurde, ebenfalls nicht mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung.

In die interpretatie zijn de in het geding zijnde bepalingen niet bestaanbaar met artikel 16 van de Grondwet, en, gelet op de draagwijdte van de prejudiciële vraag zoals vastgesteld in B.20, evenmin met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet.


Bekanntmachung vorgeschrieben durch Artikel 74 des Sondergesetzes vom 6. Januar 1989 In seinem Entscheid vom 20. April 2016 in Sachen des belgischen Staates gegen die « Etablissements Jean Wust » AG, in Anwesenheit der « CBC Banque » AG, und in Sachen der « Etablissements Jean Wust » AG gegen die « CBC Banque » AG, in Anwesenheit des belgischen Staates, dessen Ausfertigung am 4. Mai 2016 in der Kanzlei des Gerichtshofes eingegangen ist, hat der Appellationshof Lüttich folgende Vorabentscheidungsfrage gestellt: « Verstößt Artikel 251 des Einkommensteuergesetzbuches 1964 (jetzt Artikel 346 des Einkommensteuergesetzbuches 1992) in der auf die Streitsache anwendbaren Fassung gegen Artikel 170 der Verfassung, dahin ausgelegt, dass er es der Verwaltung ...[+++]

Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij arrest van 20 april 2016 in zake de Belgische Staat tegen de nv « Etablissements Jean Wust », in aanwezigheid van de nv « CBC Banque », en in zake de nv « Etablissements Jean Wust » tegen de nv « CBC Banque », in aanwezigheid van de Belgische Staat, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 4 mei 2016, heeft het Hof van Beroep te Luik de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 251 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1964 (thans artikel 346 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992), zoals van toepassing op het geding, artikel 170 van de Grondwet in de interpretatie volgens welke het de administratie zou toesta ...[+++]


In Abweichung des vorerwähnten Gesetzes vom 14. Juli 1994 und des Gesetzes vom 25. April 1963 über die Verwaltung der Einrichtungen öffentlichen Interesses für soziale Sicherheit und Sozialfürsorge müssen für den Zeitraum vom 1. April 2005 bis zum 31. Dezember 2005 die Stellungnahmen und Vorschläge, die verpflichtend eingeholt oder ausgearbeitet werden müssen, innerhalb der vom Minister festgelegten Frist, die nichtrzer als ein Zeitraum von acht Tagen sein darf, abgegeben werden.

In afwijking van voornoemde wet van 14 juli 1994 en van de wet van 25 april 1963 betreffende het beheer van de instellingen van openbaar nut voor sociale zekerheid en sociale voorzorg dienen voor de periode van 1 april 2005 tot 31 december 2005 de adviezen en voorstellen die verplichtend moeten worden ingewonnen of moeten worden geformuleerd uitgebracht [te] worden binnen de door de minister vastgestelde termijn, die niet korter mag zijn dan een periode van acht dagen.


« Die Dauer des Pachtvertrags wird von den Parteien festgelegt; sie darf nichtrzer als neun Jahre sein.

« De pachttijd wordt vastgesteld door de partijen : hij mag niet korter zijn dan negen jaar.


Eine Verordnung gemäß Artikel 1 kann die Bedingungen festlegen, die zum Ausschluß bestimmter Netze gleichartiger Vereinbarungen oder abgestimmter Verhaltensweisen auf einem bestimmten Markt von ihrer Anwendung führen; wenn diese Bedingungen erfuellt sind, kann die Kommission eine Verordnung erlassen, die dies feststellt und die eine Frist festsetzt, nach deren Ablauf die Verordnung gemäß Artikel 1 auf diese Vereinbarungen oder abgestimmte Verhaltensweisen auf diesem Markt nicht ...[+++]

Een krachtens artikel 1 vastgestelde verordening kan de voorwaarden bepalen die kunnen leiden tot uitsluiting van de toepassing van die verordening van bepaalde parallelle netwerken van gelijksoortige overeenkomsten of van gelijksoortige onderling afgestemde feitelijke gedragingen die op een welbepaalde markt gelden; wanneer deze voorwaarden vervuld zijn, kan de Commissie een verordening vaststellen waarbij dat wordt geconstateerd en een aanpassingsperiode vaststellen na afloop waarvan de krachtens artikel 1 vastgestelde verordening op die markt niet langer op ...[+++]


w