Vertaling van "fassung sollte weiterhin " (Duits → Nederlands) :

Wenn der Rat einen von diesen Empfehlungen abweichenden Standpunkt vertritt und sich für delegierte Rechtsakte oder Durchführungsrechtsakte in Fällen ausspricht, in denen die Kriterien dafür nicht erfüllt sind, sollte der Ausschuss den Rat darüber informieren, dass das Dossier dem Plenum in dieser Fassung nicht vorgelegt wird, und wenn der Rat weiterhin darauf besteht, sollte der Ausschuss die Annahme des Standpunkts des Parlaments ohne Einigung in erster Lesung empfehlen.
Als de Raad een standpunt inneemt dat haaks staat op deze aanbevelingen en zijn steun uitspreekt voor gedelegeerde handelingen of uitvoeringshandelingen waar die volgens de criteria niet op hun plaats zijn, moet de commissie de Raad meedelen dat het dossier in deze vorm niet aan de voltallige vergadering zal worden voorgelegd. Als de Raad dan nog volhardt, moet de commissie aandringen op vaststelling van het standpunt van het Parlement zonder akkoord in eerste lezing.

Diese Verordnung sollte nicht verhindern, dass die Mitgliedstaaten, die Vertragsparteien des Übereinkommens vom 19. November 1934 zwischen Dänemark, Finnland, Island, Norwegen und Schweden mit Bestimmungen des Internationalen Privatrechts über Rechtsnachfolge von Todes wegen, Testamente und Nachlassverwaltung sind, weiterhin spezifische Bestimmungen jenes Übereinkommens in der geänderten Fassung der zwischenstaatlichen Vereinbarung zwischen den Staaten, die Vertragsparteien des Übereinkommens sind, anwenden können.
Deze verordening dient niet te beletten dat de lidstaten die partij zijn bij het Verdrag van 19 november 1934 tussen Denemarken, Finland, IJsland, Noorwegen en Zweden, houdende bepalingen van internationaal privaatrecht betreffende erfopvolging, testamenten en beheer van de nalatenschap, specifieke bepalingen van dat verdrag, zoals herzien bij de intergouvernementele overeenkomst tussen de staten die partij zijn bij dat verdrag, kunnen blijven toepassen.

In diesen Fällen sollte Artikel 95 Absatz 4 der Durchführungsverordnung (EU) Nr. 543/2011 weiterhin in der unveränderten Fassung gelten.
In die situaties moet artikel 95, lid 4, van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011 van toepassing blijven als was het niet bij de onderhavige verordening gewijzigd.

Das Europäische Übereinkommen über die Arbeit des im internationalen Straßenverkehr beschäftigten Fahrpersonals (im Folgenden „AETR“ genannt) vom 1. Juli 1970 in seiner geänderten Fassung sollte weiterhin Anwendung finden auf die Beförderung von Gütern und Personen im Straßenverkehr mit Fahrzeugen, die in einem Mitgliedstaat oder einem Staat, der Vertragspartei des AETR ist, zugelassen sind, und zwar für die gesamte Strecke von Fahrten zwischen der Gemeinschaft und einem Drittstaat außer der Schweiz und der Vertragsstaaten des Abkommens über den Europäischen Wirtschaftsraum oder durch einen solchen Staat hindurch.
De Europese Overeenkomst nopens de arbeidsvoorwaarden voor de bemanningen van motorrijtuigen in het internationale vervoer over de weg van 1 juli 1970 (AETR), als gewijzigd, dient van toepassing te blijven op het wegvervoer van goederen en personen door voertuigen die zijn ingeschreven in een lidstaat of een land dat overeenkomstsluitende partij is bij de AETR, en zulks voor de gehele rit wanneer die rit gaat tussen de Gemeenschap en een ander land dan Zwitserland en de landen die overeenkomstsluitende partij zijn bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte of door zo'n land.

Damit nicht zum menschlichen Verzehr bestimmte ausgeschmolzene Fette für bestimmte Zwecke außerhalb der Futtermittelkette gemäß der Verordnung (EU) Nr. 142/2011 in der Fassung vor den mit der vorliegenden Verordnung eingeführten Änderungen weiterhin eingeführt werden können, sollte eine Übergangsfrist nach dem Inkrafttreten der vorliegenden Verordnung eingeräumt werden.
Er moet na de inwerkingtreding van deze verordening een overgangsperiode komen zodat de invoer in de Unie van niet voor menselijke consumptie bestemt gesmolten vet voor bepaalde doeleinden buiten de voederketen overeenkomstig Verordening (EU) nr. 142/2011 voordat die bij deze verordening werden gewijzigd, toegestaan blijft.

(8) Das Europäische Übereinkommen über die Arbeit des im internationalen Straßenverkehr beschäftigten Fahrpersonals (im Folgenden "AETR" genannt) vom 1. Juli 1970 in seiner geänderten Fassung sollte weiterhin Anwendung finden auf die Beförderung von Gütern und Personen im Straßenverkehr mit Fahrzeugen, die in einem Mitgliedstaat oder einem Staat, der Vertragspartei des AETR ist, zugelassen sind, und zwar für die gesamte Strecke von Fahrten zwischen der Gemeinschaft und einem Drittstaat außer der Schweiz und der Vertragsstaaten des Abkommens über den Europäischen Wirtschaftsraum oder durch einen solchen Staat hindurch.
(8) De Europese Overeenkomst nopens de arbeidsvoorwaarden voor de bemanningen van motorrijtuigen in het internationale vervoer over de weg van 1 juli 1970 (AETR), als gewijzigd dienen van toepassing te blijven op het vervoer over de weg van goederen en personen door voertuigen die zijn ingeschreven in een lidstaat of een land dat partij is bij de AETR, en zulks voor de gehele rit wanneer die rit gaat tussen de Gemeenschap en een ander land dan Zwitserland en de landen die partij zijn bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte of door zo'n land.

(8) Das Europäische Übereinkommen über die Arbeit des im internationalen Straßenverkehr beschäftigten Fahrpersonals (im Folgenden "AETR" genannt) vom 1. Juli 1970 in seiner geänderten Fassung sollte weiterhin Anwendung finden auf die Beförderung von Gütern und Personen im Straßen­verkehr mit Fahrzeugen, die in einem Mitgliedstaat oder einem Staat, der Vertragspartei des AETR ist, zugelassen sind, und zwar für die gesamte Strecke von Fahrten zwischen der Gemeinschaft und einem Drittstaat außer der Schweiz und der Vertragsstaaten des Abkommens über den Europäischen Wirtschaftsraum oder durch einen solchen Staat hindurch.
(8) De bepalingen van de Europese Overeenkomst nopens de arbeidsvoorwaarden voor de bemanningen van motorrijtuigen in het internationale vervoer over de weg van 1 juli 1970 (AETR), als gewijzigd dienen van toepassing te blijven op het vervoer over de weg van goederen en personen door voertuigen die zijn ingeschreven in een lidstaat of een land dat partij is bij de AETR, en zulks voor de gehele rit wanneer die rit gaat tussen de Gemeenschap en een land buiten de Gemeenschap, Zwitserland en de landen die partij zijn bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte of door zo'n land.

4. betont, dass die Begrenzung der Zahl der Kommissionsmitglieder ab dem 1. November 2014 (Artikel 17 Absatz 5 des Vertrags über die Europäische Union (in der durch den Vertrag von Lissabon geänderten Fassung)) nicht zur Abschaffung des Ressorts des Kommissionsmitglieds für Entwicklung und humanitäre Hilfe führen sollte, das weiterhin für die Entwicklungspolitik der Union sowie für die Generaldirektion und die Dienst­stellen verantwortlich sein sollte, die im Bereich der EU-Entwicklungs­zusammenarbeit Verantwortung für die Politikgestaltung, die Beratung und das Management tragen; weist darauf hin, dass das betreffende Mitglied der Kommission eng mit dem Hohen Vertreter der Union für die Außen- und Sicherheitspolitik zusammenarbeiten sollte, um für ein konsequentes Handeln im Bereich der Außenpolitik in Übereinstimmung mit Artikel 208 Absatz 1 des VAEU zu sorgen, wo Folgendes verfügt wird: „Bei der Durchführung politischer Maßnahmen, die sich auf die Entwicklungsländer auswirken können, trägt die Union den Zielen der Entwicklungszusammenarbeit Rechnung“;
4. dringt erop aan dat de beperking van het aantal Commissarissen met ingang van 1 november 2014 (artikel 17, lid 5 van het Verdrag betreffende de Europese Unie (zoals gewijzigd door het Verdrag van Lissabon)) niet mag leiden tot de afschaffing van een Commissaris voor ontwikkeling en humanitaire hulp en dat deze Commissaris verantwoordelijk moet blijven voor het ontwikkelingsbeleid van de EU en voor het directoraat-generaal en de diensten die verantwoordelijk zijn voor de beleidsbepaling, de beleidsadviezen en het beleidsbeheer van de ontwikkelingssamenwerking van de EU. Dit in nauwe samenwerking met de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid teneinde de logische structuur van het externe optreden te waarborgen overeenkomstig artikel 208, lid 1 van het VWEU, waarin wordt bepaald dat de EU “bij de uitvoering van beleid dat gevolgen kan hebben voor de ontwikkelingslanden rekening [houdt] met de doelstellingen van de ontwikkelingssamenwerking”;