A. in der Erwägung, dass das Hauptziel der Tätigkeit des Nichtständigen Ausschusses darin besteht, festzustellen, ob im Rahmen der bekannt gewordenen Fakten die Handlungen der Europäischen Union (EU) und ihrer Mitgliedstaaten die in Artikel 6 des Vertrags über die Europäische Union (EUV) genannten Gründungsprinzipien respektieren und insbesondere den Schutz der Grundrechte sicherstellen, wie sie u.a in der vom Europarat am 4. November 1950 angenommenen Konvention zum Schutz der Menschenrechte und Grundfreiheiten (nachstehend „EMRK“) definiert sind,
A. overwegende dat de taak van de Tijdelijke Commissie er voornamelijk in bestaat na te gaan of in het kader van de aan de kaak gestelde feiten de Europese Unie (EU) en haar lidstaten in hun optreden de grondbeginselen van artikel 6 van het Verdrag betreffende de Europese Unie (VEU) hebben nageleefd en met name de bescherming van de grondrechten hebben gegarandeerd zoals die onder andere zijn vastgelegd in het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden, dat door de Europese Raad op 4 november 1950 is goedgekeurd (hierna het “EVRM” genoemd),