Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com
Den

Traduction de «erwähnten tat schuldig machen würde » (Allemand → Néerlandais) :

« Verstößt Artikel 1253ter/5 in fine des Gerichtsgesetzbuches, der die faktisch Zusammenwohnenden eindeutig von seinem Anwendungsbereich ausschließt, insbesondere gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, an sich oder in Verbindung mit anderen, überstaatlichen Gesetzesbestimmungen wie der Europäischen Menschenrechtskonvention, indem er in dem Fall, dass ein faktisch zusammenwohnender Partner sich seinem Lebenspartner gegenüber einer in Artikel 375, 398 bis 400, 402, 403 oder 405 des Strafgesetzbuches erwähnten Tat schuldig machen würde oder versucht hat, eine in Artikel 375, 393, 394 oder 397 desselben Gesetzbuches erwähnte Tat zu bege ...[+++]

« Schendt artikel 1253ter/5, in fine, van het Gerechtelijk Wetboek, dat de feitelijk samenwonenden duidelijk van het toepassingsgebied ervan uitsluit, niet met name de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met andere, supranationale wetsbepalingen zoals het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, in zoverre het, in het geval dat een feitelijk samenwonende zich tegenover de andere schuldig zou hebben gemaakt aan een feit als bedoeld in de artikelen 375, 398 tot 400, 402, 403 of 405 van het Strafwetb ...[+++]


Bekanntmachung vorgeschrieben durch Artikel 74 des Sondergesetzes vom 6. Januar 1989 In seinem Urteil vom 13. Januar 2016 in Sachen F.D. gegen M.V., dessen Ausfertigung am 3. Februar 2016 in der Kanzlei des Gerichtshofes eingegangen ist, hat der Gerichts erster Instanz Namur, Abteilung Namur, folgende Vorabentscheidungsfrage gestellt: « Verstößt Artikel 1253ter/5 in fine des Gerichtsgesetzbuches, der die faktisch Zusammenwohnenden eindeutig von seinem Anwendungsbereich ausschließt, insbesondere gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, an sich oder in Verbindung mit anderen, überstaatlichen Gesetzesbestimmungen wie der Europäischen Menschenrechtskonvention, indem er in dem Fall, dass ein faktisch zusammenwohnender Partner sich seinem L ...[+++]

Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij vonnis van 13 januari 2016 in zake F.D. tegen M.V., waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 3 februari 2016, heeft de Rechtbank van eerste aanleg Namen, afdeling Namen, de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 1253ter/5, in fine, van het Gerechtelijk Wetboek, dat de feitelijk samenwonenden duidelijk van het toepassingsgebied ervan uitsluit, niet met name de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met andere, supranationale wetsbepalingen zoals het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, in zov ...[+++]


Was die in Absatz 1 Nr. 3 erwähnte Festlegung von getrennten Wohnorten betrifft, wird, wenn ein Ehepartner oder gesetzlich Zusammenwohnender sich dem Partner gegenüber einer in den Artikeln 375, 398 bis 400, 402, 403 oder 405 des Strafgesetzbuches erwähnten Tat schuldig gemacht hat oder versucht hat, eine in den Artikeln 375, 393, 394 oder 397 desselben Gesetzbuches erwähnte Tat zu begehen, oder wenn es ernsthafte Indizien für solche Verhaltensweisen gibt, dem anderen Ehepartner oder gesetzlich Zusammenwohnenden, wenn er dies beantragt und vorbehaltlich außergewöhnlicher Umstände, die Nutzung des ehelichen oder gemeinsamen Wohnorts zugew ...[+++]

Wat betreft de in het eerste lid, 3°, bedoelde vaststelling van de afzonderlijke verblijfplaats, indien een echtgenoot of een wettelijk samenwonende zich tegenover de andere schuldig gemaakt heeft aan een feit als bedoeld in de artikelen 375, 398 tot 400, 402, 403 of 405 van het Strafwetboek, of heeft gepoogd een feit te plegen als bedoeld in de artikelen 375, 393, 394 of 397 van hetzelfde Wetboek, of indien er ernstige aanwijzingen voor dergelijke gedragingen bestaan, krijgt de andere echtgenoot of wettelijk samenwonende behalve bij uitzonderlijke omstandigheden, het genot van de echtelijke of de gemeenschappelijke verblijfplaats toegew ...[+++]


« Außer in dem in Artikel 37/1 Absatz 1 erwähnten Fall, muss der Richter die Entziehung der Erlaubnis zum Führen eines Motorfahrzeugs für einen Zeitraum von mindestens 3 Monaten aussprechen und die Wiedererlangung der Fahrerlaubnis vom Bestehen der vier in § 3 Absatz 1 erwähnten Prüfungen abhängig machen, wenn der Schuldige binnen 3 Jahren ab dem Tag der Verkündung eines früheren auf Verurteilung lautenden formell rechtskräftig gewordenen Urteils wegen eines der in den Artikeln 29 § 1 Absatz 1 ...[+++]

« Behoudens in geval van artikel 37/1, eerste lid, moet de rechter het verval van het recht tot het besturen van een motorvoertuig van ten minste 3 maanden uitspreken, en het herstel van het recht tot sturen afhankelijk maken van het slagen voor de vier examens en onderzoeken bedoeld in § 3, eerste lid, wanneer de schuldige, in de periode van 3 jaar te rekenen van de dag van de uitspraak van een vorig veroordelend vonnis dat in kracht van gewijsde is gegaan voor één van de overtredingen bedoeld in de artikelen 29, § 1, eerste lid, 29, ...[+++]


Bei der Kodifizierung des Registrierungs-, Hypotheken- und Kanzleigebührengesetzes durch den königlichen Erlass Nr. 64 vom 30. November 1939 wurde die Formulierung dieser Bestimmung, die sich nunmehr auf « jede der Vertragsparteien » bezieht, ohne danach zu unterscheiden, ob sie sich der Verheimlichung schuldig machen oder nicht, in keiner Weise begründet.

Bij de codificatie van het Wetboek der registratie-, hypotheek- en griffierechten, bij het koninklijk besluit nr. 64 van 30 november 1939, is de formulering van die bepaling, die voortaan « elk der contracterende partijen » beoogt, zonder onderscheid naargelang zij al dan niet schuldig zijn aan de bewimpeling, op geen enkele wijze verantwoord.


Außerdem treten die weiter oben erwähnten juristischen Personen oder Einrichtungen, die die Entlohnung tragen, von Rechts wegen in alle Rechte, Ansprüche und Rechtsmittel ein, die das Opfer gemäß § 1 gegen die Person, die für den Arbeitsunfall oder die Berufskrankheit haftet, geltend machen darf, dies bis zur Höhe der Entlohnung, die während des Zeitraums zeitweiliger Unfähigkeit gezahlt wurde.

Bovendien treden de hierboven bedoelde rechtspersonen of instellingen die de last van de bezoldiging dragen van rechtswege in alle rechten, vorderingen en rechtsmiddelen die het slachtoffer overeenkomstig § 1 mocht kunnen doen gelden tegen de persoon die verantwoordelijk is voor het arbeidsongeval of de beroepsziekte tot het bedrag van de bezoldiging uitgekeerd gedurende de periode van tijdelijke ongeschiktheid.


1. « Verstößt Artikel 301 § 2 Absätze 2 und 3 des Zivilgesetzbuches gegen die Verfassungsvorschriften über Gleichheit und Nichtdiskriminierung im Sinne der Artikel 10 und 11 der Verfassung, indem er einen Unterschied zwischen dem Unterhaltsgläubiger, der ' einen schweren Fehler begangen hat, durch den die Fortsetzung des Zusammenlebens unmöglich gemacht wurde ' (Artikel 301 § 2 Absatz 2 des Zivilgesetzbuches), einerseits und dem Unterhaltsgläubiger, der einer in den Artikeln 375, 398 bis 400, 402, 403 oder 405 des Strafges ...[+++]

1. « Schendt artikel 301, § 2, tweede en derde lid, van het Burgerlijk Wetboek de grondwettelijke bepalingen van gelijkheid en niet-discriminatie bedoeld in de artikelen 10 en 11 van de Grondwet in zoverre het een onderscheid maakt tussen, enerzijds, de onderhoudsschuldeiser die een ' fout heeft begaan die de voortzetting van de samenleving onmogelijk heeft gemaakt ' (artikel 301, § 2, tweede lid, van het Burgerlijk Wetboek) en, anderzijds, de onderhoudsschuldeiser die schuldig werd bevonden aan een in de artikelen 375, 398 tot 400, 402, 403 of 405 van het Strafwetboek bedoeld feit dat is gepleegd tegen de verweerder of aan een poging to ...[+++]


2. « Verstößt Artikel 301 § 2 Absatz 3 des Zivilgesetzbuches in Verbindung mit den Artikeln 1447 Absatz 2 und 223 Absatz 3 des Zivilgesetzbuches gegen die Verfassungsvorschriften über Gleichheit und Nichtdiskriminierung im Sinne der Artikel 10 und 11 der Verfassung, und ist insbesondere die Unterscheidung zwischen Artikel 301 § 2 Absatz 3 des Zivilgesetzbuches, der das Recht auf Unterhalt ausschließt für den Unterhaltsgläubiger, ' der einer in den Artikeln 375, 398 bis 400, 402, 403 oder 405 des Strafgesetzbuches erwähnten Tat, die gegen [den ...[+++]

2. « Schendt artikel 301, § 2, derde lid, van het Burgerlijk Wetboek, in samenhang gelezen met de artikelen 1447, tweede lid, en 223, derde lid, van het Burgerlijk Wetboek, de grondwettelijke bepalingen van gelijkheid en niet-discriminatie bedoeld in de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, en is, meer bepaald, het onderscheid gemaakt tussen, enerzijds, artikel 301, § 2, derde lid, van het Burgerlijk Wetboek, dat van het recht op de uitkering tot levensonderhoud de onderhoudsschuldeiser uitsluit die ' schuldig werd bevonden aan een in de artikelen 375, 398 tot 400, 402, 403 of 405 van het Strafwetboek bedoeld feit dat is gepleegd tegen [.] ...[+++]


In keinem Fall wird der Unterhalt dem Ehegatten zuerkannt, der einer in den Artikeln 375, 398 bis 400, 402, 403 oder 405 des Strafgesetzbuches erwähnten Tat, die gegen die Person des Beklagten begangen wurde, oder des Versuchs, eine in den Artikeln 375, 393, 394 oder 397 desselben Gesetzbuches erwähnte Tat gegen dieselbe Person zu begehen, für schuldig befunden wurde.

In geen geval wordt de uitkering tot levensonderhoud toegekend aan de echtgenoot die schuldig werd bevonden aan een in de artikelen 375, 398 tot 400, 402, 403 of 405 van het Strafwetboek bedoeld feit dat is gepleegd tegen de persoon van de verweerder of aan een poging tot het plegen van een in de artikelen 375, 393, 394 of 397 van hetzelfde Wetboek bedoeld feit tegen diezelfde persoon.


In keinem Fall wird der Unterhalt dem Ehegatten zuerkannt, der einer in den Artikeln 375, 398 bis 400, 402, 403 oder 405 des Strafgesetzbuches erwähnten Tat, die gegen die Person des Beklagten begangen wurde, oder des Versuchs, eine in den Artikeln 375, 393, 394 oder 397 desselben Gesetzbuches erwähnte Tat gegen dieselbe Person zu begehen, für schuldig befunden wurde.

In geen geval wordt de uitkering tot levensonderhoud toegekend aan de echtgenoot die schuldig werd bevonden aan een in de artikelen 375, 398 tot 400, 402, 403 of 405 van het Strafwetboek bedoeld feit dat is gepleegd tegen de persoon van de verweerder of aan een poging tot het plegen van een in de artikelen 375, 393, 394 of 397 van hetzelfde Wetboek bedoeld feit tegen diezelfde persoon.


w