(2) Ein E-Geld-Institut muss jederzeit über ein Eigenkapital in Höhe von mindestens 2 v. H. des höheren der beiden folgenden Werte verfügen: aktueller Betrag oder Durchschnitt der für die vorhergehenden sechs Monate ermittelten Summe seiner Verbindlichkeiten aufgrund des noch nicht in Anspruch genommenen elektronischen Geldes.
2. Het eigen vermogen van een instelling voor elektronisch geld is te allen tijde ten minste gelijk aan 2 % van het hoogste van de volgende twee bedragen: het lopende bedrag of het gemiddelde over de laatste zes maanden van haar totale financiële verplichtingen die met uitstaand elektronisch geld verband houden.