Vertaling van "ergibt stellt fest " (Duits → Nederlands) :

7. ist der Ansicht, dass der Ersatzteilmarkt gleichberechtigt neben dem Markt für das fertige Fahrzeugprodukt steht; betont, dass sich daraus auch eine Gleichberechtigung bei der Teilhabe und Verwaltung von Produktinformationen ergibt; stellt fest, dass abweichende nationale Vorschriften die Schaffung eines Binnenmarktes für Kraftfahrzeugeinstellungen und Ersatzteile sehr erschweren; fordert die Kommission daher mit Nachdruck auf, Vorschläge vorzulegen, um diesen Sektor zu harmonisieren und weiterzuentwickeln und die europäischen Standards auf der Grundlage der Herstellung zertifizierter Ersatzteile und Bauteile, die in der EU zugelassen sind, zu erweitern;
7. is van mening dat de markt voor reserveonderdelen evenveel aandacht verdient als de markt voor afgemonteerde voertuigen; onderstreept dat zij gelijk moeten worden behandeld, met name ten aanzien van het bijeenbrengen en beheren van productinformatie; stelt vast dat uiteenlopende nationale regels de verwezenlijking van een interne markt voor tuning en reserveonderdelen zeer sterk bemoeilijken; dringt er daarom bij de Commissie op aan voorstellen voor de harmonisatie en verdere ontwikkeling van deze sector in te dienen en de Europese normen die berusten op de productie van gecertificeerde reserveonderdelen en in de EU goedgekeurde componenten, breder te formuleren;

27. bedauert, dass es keinen Fortschritt auf dem Weg zur Steigerung der Zahl von Frauen in Unternehmensvorständen gibt, wie sich aus dem Bericht der Kommission über Frauen in wirtschaftlichen Entscheidungspositionen aus dem Jahr 2012 ergibt; stellt fest, dass in der EU durchschnittlich nur 13 % der Führungskräfte in den größten börsennotierten Unternehmen Frauen sind und dass nur 3 % von ihnen von einer Frau geleitet werden ;
27. betreurt dat er zo weinig vooruitgang te bespeuren valt met betrekking tot het aantal vrouwen in raden van bestuur, zoals wordt aangetoond in het verslag van de Commissie van 2012 over vrouwen in de economische beleidsvorming; merkt op dat in de EU gemiddeld slechts 13% van het hogere management bij de grootste beursgenoteerde bedrijven vrouw is, en dat slechts 3% een vrouwelijke bestuursvoorzitter heeft;

71. betont, dass die Finanzmärkte bei der Absicherung der Förderer und der Verbraucher von Rohstoffen und Grundstoffen gegen Risiken eine wichtige Rolle spielen können; fordert die Kommission auf, die erforderlichen Maßnahmen zu treffen, um für Transparenz auf den Grundstoffmärkten zu sorgen, und – sofern dies anhand gründlicher empirischer Untersuchungen für notwendig erachtet wird – entschieden gegen ungerechtfertigte Grundstoffspekulationen vorzugehen, durch die sich ein Missbrauch der Grundstoffmärkte ergibt; stellt fest, dass dies auch geeignete Initiativen im Rahmen der G8- und G20-Verhandlungen einschließt;
71. benadrukt dat de financiële markten een belangrijke rol kunnen spelen om zowel producenten als gebruikers van grondstoffen tegen risico's in te dekken; verzoekt de Commissie maatregelen te nemen om transparantie op de grondstoffenmarkten te garanderen en onverantwoorde grondstoffenspeculatie, die leidt tot misbruik van de grondstoffenmarkt, afdoend te voorkomen indien dit na een grondige empirische analyse noodzakelijk wordt geacht; wijst erop dat hiertoe ook desbetreffende initiatieven in het kader van de G8- en de G20-onderhandelingen behoren;

8. betont, dass die Finanzmärkte bei der Absicherung von Produzenten und Verbrauchern von Rohstoffen und Grundstoffen gegen Risiken eine wichtige Rolle spielen können; fordert die Kommission auf, die erforderlichen Maßnahmen zu treffen, um für Transparenz auf den Grundstoffmärkten zu sorgen und – sofern dies anhand gründlicher empirischer Untersuchungen für notwendig erachtet wird – entschieden gegen ungerechtfertigte Grundstoffspekulationen vorzugehen, durch die sich ein Missbrauch der Grundstoffmärkte ergibt; stellt fest, dass dies auch geeignete Initiativen im Rahmen der G8- und G20-Verhandlungen einschließt; vertritt insbesondere die Auffassung, dass zu diesem Zweck die Recyclingmöglichkeiten, die Substituierbarkeit und die effiziente Verwendung von Ressourcen geprüft werden sollten und dass die Kommission FuE-Vorhaben in diesen Bereichen fördern und anregen sollte;
8. benadrukt dat de financiële markten een belangrijke rol kunnen spelen om zowel producenten als gebruikers van grondstoffen tegen risico's in te dekken; verzoekt de Commissie maatregelen te nemen om transparantie op de grondstoffenmarkten te garanderen en onverantwoorde grondstoffenspeculatie, die leidt tot misbruik van de grondstoffenmarkt, afdoend te voorkomen indien dit na een grondige empirische analyse noodzakelijk wordt geacht; wijst erop dat hiertoe ook desbetreffende initiatieven in het kader van de G8- en de G20-onderhandelingen behoren; is met name van oordeel dat recycling, substitueerbaarheid en een efficiënt gebruik van hulpbronnen pistes zijn die moeten worden verkend, en dat de Commissie OO-acties op deze gebieden moet bevorderen en starten;

fordert die ESO auf, ihre bestehenden Einspruchsmechanismen zu verstärken, die zum Einsatz kommen sollen, wenn sich Uneinigkeit über eine Norm ergibt; stellt fest, dass die gegenwärtigen Mechanismen unter Umständen nicht immer effektiv sind, da ihre Zusammensetzung in der Praxis die Position derjenigen widerspiegelt, die eine Norm verabschiedet haben; schlägt deshalb eine Erweiterung der Zusammensetzung vor, um die Teilnahme externer unabhängiger Sachverständiger und/oder europäischer gesellschaftlicher Akteure zu ermöglichen, die gegenwärtig assoziierte Mitglieder oder Kooperationspartner der ESO sind;
vraagt de ENO's hun huidige geschillencommissies waarop bij onenigheid over een norm een beroep kan worden gedaan, te versterken; merkt op dat de huidige commissies wellicht niet altijd effectief zijn omdat hun samenstelling in feite het standpunt weerspiegelt van degenen die de norm hebben goedgekeurd; stelt daarom voor de geschillencommissies uit te breiden met onafhankelijke externe deskundigen en/of Europese maatschappelijke belangengroepen die momenteel geassocieerd lid of samenwerkingspartner van de ENO's zijn;

27. fordert die ESO auf, ihre bestehenden Einspruchsmechanismen zu verstärken, die zum Einsatz kommen sollen, wenn sich Uneinigkeit über eine Norm ergibt; stellt fest, dass die gegenwärtigen Mechanismen unter Umständen nicht immer effektiv sind, da ihre Zusammensetzung in der Praxis die Position derjenigen widerspiegelt, die eine Norm verabschiedet haben; schlägt deshalb eine Erweiterung der Zusammensetzung vor, um die Teilnahme externer unabhängiger Sachverständiger und/oder europäischer gesellschaftlicher Akteure zu ermöglichen, die gegenwärtig assoziierte Mitglieder oder Kooperationspartner der ESO sind;
27. vraagt de ENO's hun huidige geschillencommissies waarop bij onenigheid over een norm een beroep kan worden gedaan, te versterken; merkt op dat de huidige commissies wellicht niet altijd effectief zijn omdat hun samenstelling in feite het standpunt weerspiegelt van degenen die de norm hebben goedgekeurd; stelt daarom voor de geschillencommissies uit te breiden met onafhankelijke externe deskundigen en/of Europese maatschappelijke belangengroepen die momenteel geassocieerd lid of samenwerkingspartner van de ENO's zijn;

Für den Fall, dass die diskriminierende Behandlung direkt auf Bestimmungen des Gesetzes vom 10. April 1971 über die Arbeitsunfälle zurückzuführen sein sollte, stellt der Hof fest, dass der unterbreitete Behandlungsunterschied sich nicht aus den fraglichen Bestimmungen ergibt, da diese Bestimmungen sich nicht auf die Einbehaltung von Sozialversicherungsbeiträgen beziehen.
In zoverre de discriminerende behandeling rechtstreeks aan bepalingen van de arbeidsongevallenwet van 10 april 1971 zou kunnen worden toegeschreven, stelt het Hof vast dat het voorgelegde verschil in behandeling niet uit de in het geding zijnde bepalingen voortvloeit, nu die bepalingen geen betrekking hebben op de inhouding van socialezekerheidsbijdragen.

Der Hof stellt fest, dass die beanstandete Bestimmung, indem sie auf die Artikel 1, 1bis und 2 des königlichen Erlasses Nr. 22 abzielt, auf das Verbot verweist, das sich aufgrund dieser Bestimmungen selbst von Rechts wegen aus den in diesen Bestimmungen festgelegten strafrechtlichen Verurteilungen ergibt und das der Verweisungsrichter automatisch nennt.
Het Hof stelt vast dat de in het geding zijnde bepaling, doordat zij de artikelen 1, 1bis en 2 van het koninklijk besluit nr. 22 beoogt, verwijst naar het verbod dat op grond van die bepalingen zelf van rechtswege voortvloeit uit de strafrechtelijke veroordelingen vastgelegd in die bepalingen en dat de verwijzende rechter automatisch noemt.

Der Friedensrichter des zweiten Kantons Namur stellt fest, dass hinsichtlich des Bewohnens das Dekret als einzigen Beweis die unwiderlegbare Vermutung akzeptiert, die sich aus der Eintragung in das Bevölkerungsregister der Gemeinde des Wohnortes ergibt (Artikel 5 § 2); « dass das Dekret auf diese Weise zwei Begriffe durcheinanderbringt, nämlich das Bewohnen eines Gebäudes oder eines Gebäudeteils als Privatwohnung und den Wohnsitz oder Hauptwohnsitz ».
De vrederechter van het tweede kanton Namen merkt op dat, wat de bewoning betreft, het decreet als enkel en enig bewijs slechts het onweerlegbaar vermoeden aanvaardt dat voortvloeit uit de inschrijving in de gemeentelijke bevolkingsregisters van de woonplaats (artikel 5, § 2); « dat het decreet zodoende twee begrippen met elkaar verwart, namelijk de bewoning van een gebouw of een gedeelte van een gebouw dat als privé-woning wordt gebruikt en de woonplaats of hoofdverblijfplaats ».

Hinsichtlich der diskriminierenden Beschaffenheit, die sich aus den angefochtenen Dekretsartikeln ergeben würde, weil nur die vom Dekretgeber zur Erteilung von Hochschulunterricht mit langer Studiendauer ermächtigten Hochschulen den Grad eines « Lizentiaten » verleihen könnten, stellt der Hof fest, dass dieser Behandlungsunterschied sich nicht aus den angefochtenen Artikeln des Dekrets der Französischen Gemeinschaft vom 30. Juni 1998 ergibt, sondern vielmehr aus Artikel 5 desselben Dekrets, der die Höchstzahl von der Französischen Gemeinschaft subventionierter oder organisierter Hochschulen festlegt, die Hochschulunterricht mit langer Studiendauer erteilen können.
Ten aanzien van het discriminerende karakter dat zou voortvloeien uit de bestreden decreetsartikelen om reden dat enkel de hogescholen die door de decreetgever gemachtigd zijn om hoger onderwijs van het lange type te verstrekken, de graad van « licentiaat » kunnen verlenen, stelt het Hof vast dat dit verschil in behandeling niet voortvloeit uit de bestreden artikelen van het decreet van de Franse Gemeenschap van 30 juni 1998 maar uit artikel 5 van hetzelfde decreet, dat het maximumaantal door de Franse Gemeenschap gesubsidieerde of georganiseerde hogescholen vaststelt die hoger onderwijs van het lange type kunnen verstrekken.