Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com
Bezweckt

Vertaling van "entscheiden nrn 166 2005 " (Duits → Nederlands) :

Der Gerichtshof hat auf ähnliche Weise in dem Entscheid Nr. 170/2003 vom 17. Dezember 2003 (in Bezug auf die Artikel 32 Nr. 2 und 46 § 2 in Verbindung mit Artikel 792 Absatz 2 des Gerichtsgesetzbuches), den Entscheiden Nrn. 166/2005 vom 16. November 2005, 34/2006 vom 1. März 2006 und 43/2006 vom 15. März 2006 (alle drei in Bezug auf Artikel 71 des Grundlagengesetzes vom 8. Juli 1976 über die öffentlichen Sozialhilfezentren), dem Entscheid Nr. 85/2007 vom 7. Juni 2007 (in Bezug auf Artikel ...[+++]

Het Hof heeft op vergelijkbare wijze, bij het arrest nr. 170/2003 van 17 december 2003 (met betrekking tot de artikelen 32, 2°, en 46, § 2, in samenhang gelezen met artikel 792, tweede lid, van het Gerechtelijk Wetboek), de arresten nrs. 166/2005 van 16 november 2005, 34/2006 van 1 maart 2006 en 43/2006 van 15 maart 2006 (alle drie met betrekking tot artikel 71 van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn), het arrest nr. 85/2007 van 7 juni 2007 (met betrekking tot artikel 39 van het ...[+++]


Wie der Gerichtshof bereits in seinen Entscheiden Nrn. 170/2003, 166/2005, 34/2006, 43/2006, 85/2007, 123/2007, 162/2007 und 178/2009 geurteilt hat, ist es vernünftig gerechtfertigt, dass der Gesetzgeber zur Vermeidung der Rechtsunsicherheit die Verfahrensfristen ab einem Datum laufen lässt, das nicht von der Handelsweise der Parteien abhängt.

Zoals het Hof reeds bij zijn arresten nrs. 170/2003, 166/2005, 34/2006, 43/2006, 85/2007, 123/2007, 162/2007 en 178/2009, heeft geoordeeld, is het redelijk verantwoord dat de wetgever, om rechtsonzekerheid te vermijden, de termijnen van rechtspleging laat lopen vanaf een datum die niet afhankelijk is van de handelwijze van de partijen.


Aus den gleichen Gründen wie denjenigen, die in den vorerwähnten Entscheiden Nrn. 36/2005 und 7/2015 dargelegt worden sind, ist die nunmehr in Rede stehende Bestimmung unvereinbar mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung.

Om dezelfde redenen als die welke in de voormelde arresten nrs. 36/2005 en 7/2015 zijn uiteengezet, is de thans in het geding zijnde bepaling niet bestaanbaar met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet.


Der Gerichtshof hat schon mehrmals erkannt, dass eine Bestimmung, kraft deren die Frist, über die eine Person verfügt, um eine gerichtliche Beschwerde (Entscheide Nrn. 170/2003, 166/2005, 34/2006, 43/2006 und 48/2006) oder eine administrative Beschwerde (Entscheide Nrn. 85/2007, 123/2007, 162/2007, 178/2009 und 41/2017) gegen eine Entscheidung einzulegen, zum Zeitpunkt des Versands dieser Entscheidung anfängt, mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung unvereinbar ist, insofern das Recht der Verteidigung des Adressaten auf unverhältnis ...[+++]

Het Hof heeft reeds herhaalde malen geoordeeld dat een bepaling krachtens welke de termijn waarover een persoon beschikt om een jurisdictioneel (arresten nrs. 170/2003, 166/2005, 34/2006, 43/2006 en 48/2006) of een administratief beroep (arresten nrs. 85/2007, 123/2007, 162/2007, 178/2009 en 41/2017) in te stellen tegen een beslissing aanvangt op het ogenblik van de verzending van die beslissing, niet bestaanbaar is met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet in zoverre het recht van verdediging van de geadresseerde op onevenredige wijze wordt beperkt doordat die termijn begint te lopen op een ogenblik dat de geadresseerde nog geen kennis ...[+++]


Wie der Gerichtshof in seinen Entscheiden Nrn. 8/2004, 14/2004, 166/2004 und 173/2005 bereits erkannt hat, kann daraus geschlussfolgert werden, dass der Gesetzgeber immer bezweckte, die Interkommunalen, die in gewisser Hinsicht die Verlängerung der Gemeinden sind, von Steuern zu befreien, insofern die Gemeinden selbst der Steuer nicht unterlagen.

Zoals het Hof in zijn arresten nrs. 8/2004, 14/2004, 166/2004 en 173/2005 reeds heeft gesteld, kan daaruit worden opgemaakt dat de wetgever steeds de bedoeling heeft gehad om de intercommunales, die in een bepaald opzicht het verlengstuk vormen van de gemeenten, vrij te stellen van belastingen in zoverre de gemeenten zelf niet daaraan waren onderworpen.


In seinen Entscheiden Nrn. 188/2004, 26/2005 und 60/2005 hat der Gerichtshof festgestellt, dass Artikel 344 § 1 des EStGB 1992 in seiner damaligen Fassung « die Einführung einer allgemeinen Maßnahme gegen Rechtsmissbrauch [bezweckt], wenn die Verwaltung feststellt, dass der Vorgang eindeutig durch Rechtshandlungen zustande gekommen ist, die es dem Steuerpflichtigen ermöglichen sollen, die Steuer zu umgehen » (Parl. Dok., Senat, 1992-1993, Nr. 762-1, S. 2).

Bij zijn arresten nrs. 188/2004, 26/2005 en 60/2005 heeft het Hof vastgesteld dat artikel 344, § 1, van het WIB 1992, in zijn toenmalige redactie, ertoe strekt « een algemene anti-rechtsmisbruikmaatregel in te voeren wanneer de administratie vaststelt dat de verrichting duidelijk tot stand is gebracht via juridische akten die tot doel hebben de belastingplichtige in staat te stellen de belasting te omzeilen » (Parl. St., Senaat, 1992-1993, nr. 762-1, p. 2).


Wie der Gerichtshof in seinen Entscheiden Nrn. 8/2004, 14/2004, 166/2004 und 173/2005 bereits erkannt hat, kann daraus geschlussfolgert werden, dass der Gesetzgeber immer bezweckte, die Interkommunalen, die in gewisser Hinsicht die Verlängerung der Gemeinden sind, von Steuern zu befreien, insofern die Gemeinden selbst der Steuer nicht unterlagen.

Zoals het Hof in zijn arresten nrs. 8/2004, 14/2004, 166/2004 en 173/2005 reeds heeft gesteld, kan daaruit worden opgemaakt dat de wetgever steeds de bedoeling heeft gehad om de intercommunales, die in een bepaald opzicht het verlengstuk vormen van de gemeenten, vrij te stellen van belastingen in zoverre de gemeenten zelf niet daaraan waren onderworpen.


In Bezug auf den ursprünglichen Artikel 324ter § 1 des Strafgesetzbuches hat der Gerichtshof in seinen Entscheiden Nrn. 92/2005 vom 11. Mai 2005 und 116/2005 vom 30. Juni 2005 geurteilt, « dass die Straftat der Zugehörigkeit zu einer kriminellen Organisation ausreichend präzise ist, damit jeder deren materielles Element und moralisches Element kennen kann » und dass diese Bestimmung demzufolge nicht gegen das durch die Artikel 12 und 14 der Verfassung gewährleistete Legalitätsprinzip in Strafsachen verstieß.

Over het oorspronkelijke artikel 324ter, § 1, van het Strafwetboek heeft het Hof bij zijn arresten nrs. 92/2005 van 11 mei 2005 en 116/2005 van 30 juni 2005 geoordeeld « dat het misdrijf van 'deel uitmaken' van een criminele organisatie voldoende precies is om eenieder in staat te stellen het materiële en het morele bestanddeel ervan te kennen » en dat die bepaling derhalve het wettigheidsbeginsel in strafzaken gewaarborgd bij de artikelen 12 en 14 van de Grondwet niet schond.




datacenter (6): www.wordscope.be (v4.0.br)

'entscheiden nrn 166 2005' ->

Date index: 2021-09-13
w