3. brengt in herinnering dat het Parlement op grond van het Verdrag geraadpleegd dient te worden in aangelegenheden die het GBVB en het gemeenschappelijk veiligheids- en defensiebeleid (G
VDB) betreffen, dat zijn opvattingen naar behoren in aanmerking dienen te worden genomen en dat het aanbevelingen kan doen; erkent in dit verband dat het Parlement bij de VV/HV terecht kan; is evenwel van mening dat door de inwerkingtreding van het V
erdrag van Lissabon verbetering mogelijk is bij het informeren van de bevoegde commissie over de uitk
...[+++]omsten van de vergaderingen van de Raad Buitenlandse Zaken en bij de raadpleging van het Parlement, om er zeker van te zijn dat zijn opvattingen naar behoren in aanmerking worden genomen voordat er mandaten en strategieën op GVDB-gebied worden goedgekeurd; kijkt uit naar de beoordeling van de instrumenten voor externe bijstand en naar een resultaat waarin de rechten van het Parlement ten aanzien van strategiedocumenten en meerjarige actieplannen, zoals vastgelegd in artikel 290 van het VWEU, erkend worden; verzoekt voorts om een verbetering van de informatieverschaffing en het overleg met het Parlement in alle fases van de procedure met het oog op besluiten van de GBVB-Raad over overeenkomsten met derde landen, met name voorafgaand aan een besluit de Commissie of de VV/HV een mandaat te verlenen om namens de Unie over overeenkomsten te onderhandelen en deze te ondertekenen, en als het gaat om de kaders voor de deelname van derde landen aan crisisbeheersingsoperaties van de EU;