Der Mitgliedstaat, in dessen Hoheitsgebiet der Gewerbetreibende eine Verkaufstätigkeit ausübt, kann vorschreiben, dass der Vertrag dem Verbraucher in jedem Fall in der Sprache oder in einer der Sprachen dieses Mitgliedstaats ausgehändigt wird, sofern es sich dabei um eine Amtssprache der Gemeinschaft handelt.
De lidstaat op het grondgebied waarvan de handelaar zijn verkoopactiviteiten uitoefent, kan eisen dat de overeenkomst in alle gevallen in de taal of een van de talen van die lidstaat aan de consument wordt verstrekt, mits deze taal een van de officiële talen van de Gemeenschap is.