Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com
1. « Verstösst Artikel 77bis § 1bis
« Verstösst Artikel 77bis § 1bis

Vertaling van "einer ermessen des gerichts gehörenden beurteilung " (Duits → Nederlands) :

Es gibt aber auch Rechtssysteme, die die Beurteilung der Zulässigkeit in das Ermessen der Gerichte stellen.

Er zijn ook systemen waarin de beoordeling van de ontvankelijkheid aan het oordeel van de rechter wordt overgelaten.


In den Vorarbeiten zu Artikel 330 (alt) des Zivilgesetzbuches heißt es diesbezüglich: « Mehrere Mitglieder hatten ernsthafte Bedenken dagegen, dass das Anfechtungsrecht auf absolute Weise gewährt würde. Der Grundsatz der so genannten biologischen Wahrheit kann in bestimmten Fällen nämlich für das Kind störend sein und im Widerspruch zu dessen Interessen stehen. Diese Mitglieder waren daher der Auffassung, dass der Besitz des Standes in das Ermessen des Geric ...[+++]

In de parlementaire voorbereiding van artikel 330 (oud) van het Burgerlijk Wetboek wordt daaromtrent vermeld : « Meerdere leden hadden ernstig bezwaar tegen het feit dat het betwistingsrecht op een absolute wijze zou worden toegestaan. Het principe van de zogenaamde biologische waarheid kan in bepaalde gevallen immers storend zijn voor het kind en indruisen tegen diens belangen. Deze leden waren dan ook van mening dat het bezit van staat moet worden ingeschakeld in de appreciatie van de rechtbank die zich over de betwisting van een erkenning uitspreekt. Er werd zelfs gepleit om de verwijzing naar het bezit van staat uitdrukkelijk in de t ...[+++]


« Verstösst Artikel 77bis § 1bis [des Gesetzes vom 15. Dezember 1980 über die Einreise ins Staatsgebiet, den Aufenthalt, die Niederlassung und das Entfernen von Ausländern] nicht gegen das in Artikel 14 der Verfassung verankerte Legalitätsprinzip, insofern er vorsieht, dass jeder, der entweder unmittelbar oder über eine Mittelsperson die besonders anfällige Lage missbraucht, in der sich Ausländer aufgrund ihrer illegalen oder unsicheren Verwaltungslage befinden, indem er Zimmer oder andere Räumlichkeiten verkauft, vermietet oder zur Verfügung stellt mit der Absicht, anormalen Profit zu erzielen, mit ...[+++]

« Schendt artikel 77bis, § 1bis, [van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen] het legaliteitsbeginsel zoals verankerd in artikel 14 van de Grondwet, in zoverre het bepaalt dat met gevangenisstraf van een jaar tot vijf jaar en met een geldboete van vijfhonderd Belgische frank tot vijfentwintigduizend Belgische frank wordt gestraft hij die rechtstreeks of via een tussenpersoon misbruik maakt van de bijzonder kwetsbare positie van een vreemdeling ten gevolge van zijn onwettige of precaire administratieve toestand door de verkoop, verhuur of terbeschikkingstelling van kamers of enige andere ruimte met de bedoeling ...[+++]


1. « Verstösst Artikel 77bis § 1bis [des Gesetzes vom 15. Dezember 1980 über die Einreise ins Staatsgebiet, den Aufenthalt, die Niederlassung und das Entfernen von Ausländern] nicht gegen das in Artikel 14 der Verfassung verankerte Legalitätsprinzip, insofern er vorsieht, dass jeder, der entweder unmittelbar oder über eine Mittelsperson die besonders anfällige Lage missbraucht, in der sich Ausländer aufgrund ihrer illegalen oder unsicheren Verwaltungslage befinden, indem er Zimmer oder andere Räumlichkeiten verkauft, vermietet oder zur Verfügung stellt mit der Absicht, anormalen Profit zu erzielen, mit ...[+++]

1. « Schendt artikel 77bis, § 1bis, [van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen] het legaliteitsbeginsel zoals verankerd in artikel 14 van de Grondwet, in zoverre het bepaalt dat met gevangenisstraf van een jaar tot vijf jaar en met een geldboete van vijfhonderd Belgische frank tot vijfentwintigduizend Belgische frank wordt gestraft hij die rechtstreeks of via een tussenpersoon misbruik maakt van de bijzonder kwetsbare positie van een vreemdeling ten gevolge van zijn onwettige of precaire administratieve toestand door de verkoop, verhuur of terbeschikkingstelling van kamers of enige andere ruimte met de bedoeling ...[+++]


3. « Verstösst Artikel 380 § 1 Nr. 3 des Strafgesetzbuches nicht gegen das in Artikel 14 der Verfassung verankerte Legalitätsprinzip, insofern er vorsieht, dass jeder, der zum Zwecke der Prostitution Zimmer oder andere Räumlichkeiten verkauft, vermietet oder zur Verfügung gestellt hat, um anormalen Profit zu erzielen, mit einer Gefängnisstrafe von einem Jahr bis fünf Jahren und einer Geldstrafe von fünfhundert Franken bis fünfundzwanzigtausend Franken bestraft wird, und die Bestimmung dieses Begriffs einer zum ...[+++]

3. « Schendt artikel 380, § 1, 3°, van het Strafwetboek het legaliteitsbeginsel verankerd in artikel 14 van de Grondwet, in zoverre het bepaalt dat met gevangenisstraf van een jaar tot vijf jaar en met geldboete van vijfhonderd frank tot vijfentwintigduizend frank wordt gestraft hij die kamers of enige andere ruimte voorkoopt, verhuurt of ter beschikking stelt met het oog op prostitutie met de bedoeling een abnormaal profijt te realiseren, en het de definitie van dat begrip overlaat aan de discretionaire beoordeling van de rechtbank ?


2. Bei der Beurteilung der Frage, ob eine Marke Unterscheidungskraft im Sinne von Artikel 7 Absatz 1 Buchstabe b der Verordnung Nr. 40/94 über die Gemeinschaftsmarke hat, berücksichtigen das Harmonisierungsamt für den Binnenmarkt (Marken, Muster und Modelle) und im Fall einer Klage das Gericht alle relevanten Tatsachen und Umstände.

Bij de beoordeling of een merk onderscheidend vermogen heeft in de zin van artikel 7, lid 1, sub b, van verordening nr. 40/94 inzake het gemeenschapsmerk, houdt het Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen) of, na beroep, het Gerecht rekening met alle relevante feiten en omstandigheden.


Auch wenn diese Beurteilung im Hinblick auf die mutmaßliche Wahrnehmung eines durchschnittlich informierten, aufmerksamen und verständigen Durchschnittsverbrauchers der Waren oder Dienstleistungen, für die die Marke angemeldet wird, vorzunehmen ist, lässt sich dabei nicht ausschließen, dass Beweismittel über die tatsächliche Wahrnehmung der Marke durch die Verbraucher in bestimmten Fällen dem Amt und im Fall einer Klage dem Gericht Klarheit geben können.

Hoewel bij deze beoordeling moet worden uitgegaan van de vermoedelijke verwachting van de normaal geïnformeerde, redelijk omzichtige en oplettende, gemiddelde consument van de waren of diensten waarvoor de inschrijving wordt gevraagd, neemt dit niet weg dat in sommige gevallen bewijselementen in verband met de daadwerkelijke perceptie van het merk door de consument het Bureau of, na beroep, het Gerecht uitsluitsel kunnen geven.


Auch wenn diese Beurteilung, wie in Randnummer 19 dieses Urteils ausgeführt, im Hinblick auf die mutmaßliche Wahrnehmung eines durchschnittlich informierten, aufmerksamen und verständigen Durchschnittsverbrauchers der Waren oder Dienstleistungen, für die die Marke angemeldet wird, vorzunehmen ist, lässt sich dabei nicht ausschließen, dass Beweismittel über die tatsächliche Wahrnehmung der Marke durch die Verbraucher in bestimmten Fällen dem Amt und im Fall einer Klage dem Gericht Klarheit geben können.

Hoewel bij deze beoordeling, zoals in punt 19 van dit arrest in herinnering is gebracht, moet worden uitgegaan van de vermoedelijke verwachting van de normaal geïnformeerde, redelijk omzichtige en oplettende, gemiddelde consument van de betrokken waren of diensten, neemt dit niet weg dat in sommige gevallen bewijselementen in verband met de effectieve perceptie van het merk door de consument het BHIM of, in beroep, het Gerecht uitsluitsel kunnen geven.


Bei der Beurteilung der Frage, ob eine Marke Unterscheidungskraft im Sinne von Artikel 7 Absatz 1 Buchstabe b der Verordnung Nr. 40/94 hat, berücksichtigen das Amt und im Fall einer Klage das Gericht alle relevanten Tatsachen und Umstände (vgl. zu Artikel 3 Absatz 1 Buchstabe b der Richtlinie 89/104 Urteil vom 12. Februar 2004 in der Rechtssache C‑363/99, Koninklijke KPN Nederland, Slg. 2004, I-0000, Randnr. 35).

Bij de beoordeling of een merk onderscheidend vermogen heeft in de zin van artikel 7, lid 1, sub b, van verordening nr. 40/94, houdt het BHIM of, in beroep, het Gerecht rekening met alle relevante feiten en omstandigheden [zie met betrekking tot artikel 3, lid 1, sub b, van richtlijn 89/104, arrest van 12 februari 2004, Koninklijke KPN Nederland, C‑363/99, Jurispr. blz. I‑0000, punt 35].


Diese Mitglieder waren daher der Auffassung, dass der Besitz des Standes in das Ermessen des Gerichtes, das über die Anfechtung einer Anerkennung urteilt, eingeordnet werden muss. Man sprach sich sogar dafür aus, die Bezugnahme auf den Besitz des Standes ausdrücklich in den Text aufzunehmen. Falls der Besitz des Standes vorliegt, muss die Anfechtung der Anerkennung ausgeschlossen werden, da andernfalls den Interessen des Kindes ern ...[+++]

Deze leden waren dan ook van mening dat het bezit van staat moet worden ingeschakeld in de appreciatie van de rechtbank die zich over de betwisting van een erkenning uitspreekt. Er werd zelfs gepleit om de verwijzing naar het bezit van staat uitdrukkelijk in de tekst op te nemen. Zo er bezit van staat is, moet de betwisting van de erkenning worden uitgesloten, zo niet kunnen de belangen van het kind ernstig worden geschaad.




datacenter (6): www.wordscope.be (v4.0.br)

'einer ermessen des gerichts gehörenden beurteilung' ->

Date index: 2021-02-20
w