(4) Für Gebäude, bei denen der Zugang zu einem bestehenden Netz, dessen Abschlusspunkt sich am Standort des Endnutzers befindet und das sich für die Bereitstellung elektronischer Hochgeschwindigkeits-Kommunikationsdienste eignet, zu objektiven, transparenten, verhältnismäßigen und nichtdiskriminierenden Bedingungen sichergestellt ist, können die Mitgliedstaaten Ausnahmen von den Absätzen 1 bis 3 gewähren.
4. De lidstaten kunnen vrijstelling van de bepalingen van de leden 1 tot en met 3 verlenen voor gebouwen waar onder objectieve, transparante, evenredige en niet-discriminerende voorwaarden toegang wordt geboden tot een bestaand netwerk met een netwerkaansluitpunt op de locatie van de eindgebruiker dat geschikt is voor het aanbieden van elektronische communicatiediensten met hoge snelheid.