Vertaling van "eigenproduktionen in dänemark sehr hoch " (Duits → Nederlands) :

Hingegen ist in Dänemark die Betreuungsquote bei den Haushalten des unteren Einkommensquintils sehr hoch, während in Schweden, Slowenien und Deutschland die Betreuungsangebote von allen Haushalten gleichermaßen genutzt werden[26].
In Denemarken ligt het percentage kinderopvang daarentegen erg hoog voor gezinnen in het laagste kwintiel gezinsinkomen, terwijl het gebruik van kinderopvang in Zweden, Slovenië en Duitsland gelijk is voor alle inkomenscategorieën[26].

[24] Bemerkenswert ist, dass die dänischen Fernsehanstalten sowohl 2003 als auch 2004 die höchsten durchschnittlichen Anteile europäischer Werke aufwiesen (vgl. Ziffer 2.2 oben), aber gleichzeitig sehr wenig unabhängige Produktionen sendeten, was darauf hindeutet, dass der Anteil der Eigenproduktionen in Dänemark sehr hoch ist.
[24] Het is opmerkelijk dat de Deense kanalen in zowel 2003 als 2004 de hoogste gemiddelde percentages Europese producties hadden (zie punt 2.2) maar ook heel lage percentages onafhankelijke producties, hetgeen erop wijst dat het percentage interne omroepproducties in Denemarken erg hoog is.

In den skandinavischen Ländern und im Vereinigten Königreich ist der Anteil der Bahnreisenden, die mit der persönlichen Sicherheit sehr zufrieden sind, hoch: 44 % in Finnland, 41 % im VK und 40 % in Schweden und Dänemark.
In de noordelijke landen en het VK ligt het aandeel reizigers dat zich persoonlijk onveilig voelt zeer hoog: 44% in Finland, 41% in het VK en 40% in Zweden en Denemarken.

C. unter Hinweis darauf, daß zwar derzeit alle Mitgliedstaaten ein Haushaltsdefizit unter drei Prozent des BIP aufweisen, daß aber nur sieben Mitgliedstaaten (Dänemark, Finnland, Irland, Luxemburg, Niederlande, Schweden und das Vereinigte Königreich) dem Erfordernis eines fast ausgeglichenen oder positiven Haushalts gerecht werden und daß die Staatsverschuldung in vielen Mitgliedstaaten weiterhin hoch ist und ihr Abbau nur sehr langsam vorangeht,
C. overwegende dat weliswaar alle lidstaten nu een begrotingstekort hebben dat lager ligt dan 3% van het BNP, maar dat slechts zeven lidstaten (Denemarken, Finland, Ierland, Luxemburg, Nederland, Zweden en het Verenigd Koninkrijk) voldoen aan de vereisten van een begroting die zich dichtbij de evenwichtstoestand bevindt of een overschot vertoont en overwegende dat de staatsschuld in veel lidstaten nog steeds hoog is en dat de vermindering daarvan maar traag voortgang vindt,